Aan een vriend sturen
RSS
google +
Versie om af te drukken

Prof. Philippe Hartemann, voorzitter van het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's

Prof. Philippe Hartemann, voorzitter van het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's

In april 2013 zijn in Luxemburg de nieuwe leden van het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's (WCNG) voor de periode 2013-2016 benoemd.

De leden van het comité zijn onafhankelijke deskundigen die door de Commissie zijn geselecteerd op basis van hun wetenschappelijke verdiensten. Zij moeten iedere vorm van belangenverstrengeling uitsluiten. Naast een schriftelijke verklaring dat er geen sprake is van belangenverstrengeling ten tijde van de benoeming, moeten de leden en externe deskundigen die voor het WCNG werken vóór elke vergadering en bij elk onderzocht onderwerp dat opnieuw schriftelijk en mondeling verklaren. De verklaringen worden beoordeeld door het secretariaat, de voorzitter en de overige leden om alle schijn van belangenverstrengeling met de onderwerpen op de agenda te vermijden. Alle cv's en en verklaringen zijn voor iedereen toegankelijk via de website van de wetenschappelijke comités.

Vanwege de complexiteit van de gevraagde adviezen wordt voor elk onderwerp een aparte tijdelijke werkgroep opgericht. Deze werkgroepen bestaan uit enkele leden van het comité plus een aantal externe deskundigen die worden gekozen op grond van hun internationaal erkende deskundigheid, onafhankelijkheid en publicaties in wetenschappelijke vakbladen.

Het WCNG heeft de taak de Europese Commissie advies te geven over opkomende of recentelijk ontdekte risico's, brede, complexe of multidisciplinaire kwesties waarvoor een uitgebreide beoordeling nodig is en kwesties die niet door andere organen worden opgepakt. Voorbeelden zijn nanotechnologie, elektromagnetische velden, medische hulpmiddelen, resistentie tegen antibiotica, weefseltechnologieën, synthetische biologie, bloedproducten, interactie van risicofactoren, synergetische effecten en nog veel meer. Daarom is voor veel adviezen de medewerking van leden van andere comités en/of andere beoordelingsorganen nodig.

Er staan momenteel zeven adviezen op stapel, een voorlopig advies waarover momenteel een openbare raadpleging loopt (over de veiligheid van siliconen borstimplantaten van het bedrijf PIP, herziening van 2013) en een advies dat binnenkort gepubliceerd wordt over de gevolgen van antimicrobiële resistentie voor de veiligheid, gezondheid en het milieu. De werkzaamheden voor een advies over synthetische biologie zijn net begonnen. Zes adviezen zijn al in de laatste fase en daarover zal in de komende maanden een openbare raadpleging georganiseerd worden. Zij gaan o.a. over medische hulpmiddelen, DEHP, bisfenol A, nanomaterialen, tandamalgaam en alternatieve tandrestauratiematerialen en over metalen kunstgewrichten, met name kunstheupen. Het laatste advies dat bijna klaar is, gaat over de gezondheidsgevolgen van elektromagnetische straling (herziening van 2013).

Een van de grootste uitdagingen is dat er vaak maar weinig tijd is om antwoord te geven op vragen over complexe onderwerpen. Soms moeten er duizenden publicaties doorgenomen worden volgens de regels voor het gebruik van wetenschappelijk literatuur voor op bewijs gebaseerde risicobeoordelingen.

Het WCNG bestaat uit toegewijde wetenschappers en volksgezondheidsdeskundigen. Hun achtergrond en deskundigheid staan garant voor een onafhankelijke beoordeling van potentiële nieuwe of opkomende gezondheidsrisico's. Zo beschermen zij onze gezondheid en veiligheid in een voortdurend veranderende wereld.

De veiligheid van siliconen borstimplantaten van PIP - voorlopig advies 2013

Het WCNG kreeg van de Commissie de opdracht om het eerdere advies uit februari 2012 over de veiligheid van borstimplantaten met siliconen van het bedrijf PIP te herzien. In het najaar van 2013 is het voorlopige herziene advies gepresenteerd, de openbare raadpleging daarover sluit op 3 januari 2014.

In het advies is rekening gehouden met een groot aantal nieuwe wetenschappelijke gegevens, de resultaten van een Europese enquête en verslagen uit de EU-landen.

De implantaten van PIP scheuren sneller dan andere siliconen borstimplantaten, ook als de implantaten nog relatief nieuw zijn. De kans op scheuren neemt toe naarmate de implantaten ouder zijn. Het is echter lastig om het probleem cijfermatig te onderbouwen, omdat de problemen met PIP-implantaten voorheen niet zorgvuldig gedocumenteerd werden.

Uit een analyse van de gegevens blijkt dat een aantal partijen PIP-implantaten van inferieure kwaliteit was, wellicht een gevolg van variaties in het productieproces.

In sommige PIP-implantaten kwamen veel hogere concentraties van diverse cyclische siloxanen (D4, D5 en D6 genoemd) voor dan in andere siliconen borstimplantaten. Daarom is onderzoek gedaan naar de eventuele giftigheid van beschadigde PIP-implantaten. Het bleek dat deze chemicaliën over het algemeen ook voorkomen in het lichaam van vrouwen die geen borstimplantaten dragen. In sommige gevallen leidde lekkage van de implantaten tot ontstekingen in de borst of in de lymfeklieren. In andere gevallen waren er geen symptomen. Noch implantaatlekkage, noch ontstekingen in de borst konden in verband worden gebracht met borstkanker of met anaplastisch grootcellig lymfoom.

Hoewel PIP-implantaten vaker scheuren, is er geen betrouwbaar bewijs dat zij een groter gezondheidsrisico vormen dan gescheurde siliconenimplantaten van andere producenten.

Als een implantaat scheurt, wordt sterk geadviseerd het te laten verwijderen. Vanwege de grote onrust over onopgemerkte lekkage moeten vrouwen die PIP-implantaten dragen deze regelmatig laten controleren en zo nodig een echografie of MRI-scan laten maken.

Er is momenteel geen overtuigend medisch, toxicologisch of ander bewijs dat PIP-implantaten preventief verwijderd zouden moeten worden. In individuele gevallen zouden de implantaten verwijderd kunnen worden als een vrouw grote psychische problemen heeft door het dragen van deze implantaten, zelfs als er geen problemen met de implantaten zijn.

Achtergrondinformatiepdf

Wetenschappelijk Comité voor gezondheids- en milieurisico’s

Het WCNG kwam op 23 juni 2013 met dit voorlopige advies. Er volgden een openbare hoorzitting op 6 november 2013 en een openbare raadpleging. Het Comité neem de binnengekomen opmerkingen in overweging bij het opstellen van het definitieve advies.

Tandamalgaam, een legering van kwik en zilver, wordt dankzij zijn goede mechanische eigenschappen en duurzaamheid al ruim 150 jaar gebruikt om gaatjes in tanden mee te vullen. Het is de op een na grootste toepassing van kwik in de EU. Het gebruik van andere tandvulmiddelen is in opkomst om esthetische redenen en omdat er twijfel is over de gevolgen van amalgaam voor de gezondheid.

Tijdens het plaatsen en verwijderen van amalgaamvullingen kan kwik vrijkomen. Naar schatting komt er jaarlijks circa 20 ton kwik vrij in tandartspraktijken, wat aanzienlijk minder is dan de uitstoot door andere menselijke activiteiten en de natuurlijke uitstoot. Momenteel is er nog niet genoeg informatie om de gevolgen voor de bodem en de lucht juist te kunnen beoordelen. Wel is bekend dat kwik uit amalgaamvullingen over het algemeen geen gevaar vormt voor het Europese oppervlaktewater.

Kwik uit amalgaamvullingen kan, net als kwik uit de omgeving, worden opgenomen door de mens via voedsel, water en de lucht. Maar het kwik uit tandvullingen is slechts een heel klein deel van de totale hoeveelheid kwik waar mensen aan worden blootgesteld. Hoewel secundaire kwikvergiftiging via voedsel niet volledig kan worden uitgesloten, wordt de kans daarop geminimaliseerd door de EU-voedselwetgeving die voedsel met een te hoge concentratie aan kwik of andere metalen verbiedt.

Op grond van het voorlopige advies is een factsheetpdf opgesteld

Achtergrondinformatie