Aan een vriend sturen
RSS
google +
Versie om af te drukken

Door Xavier Prats Monné, directeur-generaal van DG Gezondheid en voedselveiligheid, Europese Commissie

Door Xavier Prats Monné, directeur-generaal van DG Gezondheid en voedselveiligheid, Europese Commissie

Het doel van de Richtlijn grensoverschrijdende gezondheidszorg is om alle EU-burgers gelijke toegang te geven tot hoogwaardige gezondheidszorg die tegemoetkomt aan hun specifieke behoeften. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat zij de best mogelijke zorg krijgen en dat zij de kosten daarvan niet volledig zelf hoeven te dragen, of het nu gaat om het vragen van een second opinion in een ander EU-land of om het laten behandelen van een kind met een zeldzame ziekte door een specialist in een uithoek van de EU.

Een belangrijke uitdaging, zo bleek uit een recente Eurobarometer-enquête, is ervoor te zorgen dat patiënten op de hoogte zijn van de mogelijkheden en van de procedures die zij moeten volgen om in een ander EU-land behandeld te kunnen worden. Momenteel weet minder dan één op de tien Europeanen waar relevante informatie te vinden is, en vier op de vijf mensen zegt niet op de hoogte te zijn van zijn of haar rechten op dit gebied.

Maar toch rijzen er belangrijke vragen over gezondheidszorg in het buitenland: is doorverwijzing of voorafgaande toestemming nodig, wordt de behandeling wel vergoed, in welk land vindt de nazorg plaats, zijn preventieve maatregelen ook gedekt en hoe zit het als een patiënt in het ene land werkt en in een ander land woont?

Gelukkig hebben we nu een belangrijke mijlpaal bereikt: alle EU-landen hebben nu minstens één nationaal contactpunt waar mensen meer te weten kunnen komen over hun rechten en mogelijkheden, en waar zij antwoord kunnen krijgen op hun vragen. Elk van deze nationale contactpunten heeft een meertalige website, en ook de Europese Commissie helpt door voorlichting te geven over de wetgeving voor gezondheidszorg in het buitenland en voor de sociale zekerheid.

Wij moedigen de nationale contactpunten aan onderling kennis en ervaring uit te wisselen, voor transparantie te zorgen en het systeem tegen misbruik te beschermen. Mettertijd, en als de maatschappij daarom vraagt, kan de rol van de nationale contactpunten verder uitgebreid worden, zodat zij ook meer specifieke informatie kunnen geven. Zo kunnen zij patiënten met zeldzame ziekten helpen specifieke diensten en deskundigheid in de hele EU te vinden, via contactpunten in zowel eigen land als het buitenland.