door Karin Kadenbach, Europees Parlementslid en lid van de Commissie Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid; voorzitster van de parlementaire werkgroep voor niergezondheid

Ieder jaar doneren de Europeanen samen zo'n 20 miljoen keer bloed uit solidariteit met patiënten die een bloedtransfusie nodig hebben.

14 juni is door de Wereldgezondheidsorganisatie uitgeroepen tot Wereldbloeddonordag. Die dag worden bloeddonoren in de bloemetjes gezet omdat zij levens redden, en over de hele wereld worden mensen aangemoedigd om regelmatig vrijwillig bloed te doneren.

De Europese Unie ziet toe op de veiligheid en kwaliteit van bloedtransfusies en waakt over de veiligheid van de donoren. De EU-wetgeving uit 2002 garandeert een grondige screening van de donoren en het testen van alle donaties. Voorts gelden strenge normen voor de behandeling of verwerking van weefsels en cellen. Om ervoor te zorgen dat de bloedbevoorrading zo veilig mogelijk verloopt, moeten de lidstaten vrijwillige en onbezoldigde bloeddonatie aanmoedigen.

De voorbije 13 jaar heeft de Europese Commissie de basiswetgeving aangevuld met nieuwe regels, richtsnoeren en projecten om de lidstaten bij de toepassing te helpen. Dankzij regelmatige monitoring worden lacunes en verbeterpunten aan het licht gebracht. Maar de sector is de jongste jaren ook sterk veranderd dankzij de grote wetenschappelijke en technologische vooruitgang en de nieuwe inzichten op het gebied van veilige en effectieve donaties en transfusies.

Ik denk dat het moment is aangebroken om na te gaan of we de regelgeving van 2002 niet moeten herzien. In het kader van de Wereldbloeddonordag moeten we vooral nadenken hoe we het donorschap juridisch optimaal kunnen beschermen. Op deze Wereldbloeddonordag gaat mijn dank uit naar de miljoenen onbaatzuchtige mensen die met gratis bloeddonaties anderen een beter leven geven en zelfs levens redden.