Industrie en ondernemerschap
Herindustrialisering
Europa loopt voorop in nieuwe industriële revolutie
Meer industrie betekent meer banen. In deze tijden van recordwerkloosheid moet de industrie daarom weer bovenaan de Europese agenda komen te staan. De Europese Commissie stimuleert een proces van herindustrialisering van de Europese Unie. De industrie is nu goed voor 16% van het EU-bbp. Dat percentage moet stijgen tot 20% in 2020.
Er is een nieuwe industriële revolutie gaande, waardoor de productie en productielijnen veranderen. Omdat klanten steeds meer geïnteresseerd zijn in goederen met een uniek ontwerp, ontstaat er een nieuw model, gebaseerd op hyperaangepaste industriële producten. Om deze trend te kunnen volgen, moet de Europese industrie innoveren, haar meest geavanceerde technologieën beschermen en zo dicht mogelijk bij de consument staan. Hierdoor wordt productie in verre, goedkope (maar ook technisch minder geavanceerde) landen steeds minder interessant.
De toekomst is niet zo anders dan ons succesvolle verleden, toen in Europa de eerste industriële revolutie op gang kwam. Ondanks de lopende herstructureringen in bepaalde sectoren komt de industrie terug naar Europa, en de Commissie wil dit proces steunen waar zij kan. Zij heeft daarom een nieuwe strategie uitwerkt: betere financieringsmogelijkheden voor bedrijven, meer aandacht voor innovatie en onderwijs, obstakels voor de interne markt uit de weg ruimen en voorkomen dat (voornamelijk kleinere) producenten buiten de EU gaan produceren.
Speciale aandacht gaat uit naar nieuwe ideeën en manieren om die snel op de markt te brengen. De industrie is onmisbaar voor innovatie: 80% van de particuliere investeringen in onderzoek en ontwikkelingen in de EU komt uit deze sector. Maar innovatie is ook onmisbaar voor de industrie: zij houdt de industrie immers concurrerend. De EU-strategie zorgt daarom ook voor nieuwe financieringsmogelijkheden voor innovatieve sectoren, zoals de markt voor producten op biobasis en intelligente netwerken. Daardoor kan de EU-industrie innovatiegebied een enorme sprong maken, en dat werpt ook zijn vruchten af in andere sectoren.
De nieuwe strategie moet ook van de banden tussen onderzoek en het bedrijfsleven verstevigen. De briljante ideeën van studenten en onderzoekers moeten zo goed mogelijk benut worden. Europa is wereldleider op het vlak van octrooien in een groot aantal sectoren, maar weet dat niet altijd om te zetten in een economisch voordeel. Zonnepanelen zijn een voorbeeld van hoe het mis kan gaan. Europese onderzoekers dienen wereldwijd een derde van het aantal octrooiaanvragen in, maar slechts 13% van de productie vindt in Europa plaats. Die cijfers moeten meer in balans worden gebracht.
De terugkeer van de industriële productie naar Europa is ook goed voor het milieu, omdat er dan meer productielijnen onder de strenge Europese milieuregels vallen. In lagelonenlanden gelden over het algemeen minder strenge milieuregels. Daardoor liggen de kosten op korte termijn misschien lager, maar op lange termijn is de schade aan onze planeet groter. De EU vindt dat onethisch en zou graag zien dat de industrie naar huis terugkeert, energiezuinig en schoon.
Meer informatie 