Industrie en ondernemerschap
Globalisering
Globalisering biedt kansen
De globalisering biedt ons unieke kansen. Er zijn zeker ook nadelen, maar die worden in principe gecompenseerd door de vele voordelen van open buitenlandse markten. Bedrijven profiteren niet alleen van lagere tarieven, maar ook van gemeenschappelijke normen, geharmoniseerde administratieve procedures en de mogelijkheid om mee te doen aan aanbestedingen. Dit brengt ons een stapje dichter bij de droom van een wereldwijde interne markt, waar de voordelen van de Europese eengemaakte markt worden uitgebouwd en vermenigvuldigd op wereldschaal. De Europese Commissie wil deze droom laten uitkomen.
Daarom neemt zij het voortouw bij de herziening van de VN/ECE-overeenkomst van 1958 over de internationale reglementen voor voertuigen. Het gaat om een gezamenlijk initiatief van de 27 EU-landen onder leiding van de Commissie en van Japan, de Russische Federatie, Zuid-Korea, Zuid-Afrika en Australië. Deze landen zijn het erover eens dat er geharmoniseerde veiligheids- en milieuvoorschriften voor voertuigen moeten komen. Die zorgen voor lagere nalevingskosten en grotere schaalvoordelen voor de fabrikanten.
De voorstellen van de Commissie moeten leiden tot een wereldwijde typegoedkeuring voor auto’s. Daarbij hoeft een auto in principe maar eenmaal te worden gekeurd om in de hele wereld te worden aanvaard. Elke auto die volgens de voorschriften wordt geproduceerd, mag dan in elk deelnemend land in de handel mag worden gebracht. De EU steunt dit initiatief ook door te onderhandelen over vrijhandelsovereenkomsten met grote handelspartners om ook andere niet-tarifaire belemmeringen op te ruimen.
Binnenkort begint een nieuwe ronde van bilaterale gesprekken met belangrijke partners zoals de Verenigde Staten en Japan. De EU heeft veel te winnen bij deze nieuwe fase in de globalisering maar dan moet het bij de nieuwe akkoorden niet alleen bij verlaging of afschaffing van invoerrechten blijven. Ook de andere nog resterende belemmeringen voor de toegang tot markten in derde landen moeten verdwijnen.
Daarom is meer samenwerking met de handelspartners van de EU op het gebied van normalisatie, productvoorschriften en administratieve procedures van cruciaal belang. De ontwikkeling van gemeenschappelijke industriële normen door het wegwerken van tegenstrijdige regels en het harmoniseren van formaliteiten, moet topprioriteit worden. Nog al te vaak krijgen producenten uit de EU door administratieve of technische barrières maar moeilijk toegang tot andere markten. Kleine verschillen in regels en normen kunnen grote schade toebrengen aan onze industrie omdat die haar producten daardoor niet op de buitenlandse markt kan verkopen of alleen na kostbare aanpassingen van assemblagelijnen.
Vooral grote fabrikanten beschikken over de middelen om hun producten aan verschillende wettelijke en technische regimes aan te passen. Daardoor krijgen kleinere en middelgrote bedrijven maar moeilijk een voet aan de grond buiten de EU. De Commissie wil daar wat aan doen.
Open markten moeten er ook voor zorgen dat EU-bedrijven in het buitenland toegang krijgen tot overheidsopdrachten. In de meeste landen buiten de EU zijn de totale uitgaven van de overheid goed voor 15 à 20% van het bbp, maar staat slechts een zeer beperkt deel van de overheidsopdrachten open voor buitenlandse bedrijven. Terwijl in de EU bijna 85% van de markt voor overheidsopdrachten openbaar is (voor in totaal ruim 350 miljard euro), staat slechts 32% van de Amerikaanse overheidsmarkt open voor buitenlandse inschrijvers (nog geen 180 miljard euro). In Japan is het zelfs niet meer dan 28% (27 miljard euro). De Europese Commissie wil hier verandering in brengen en nieuwe duurzame betrekkingen aanknopen op basis van echte wederkerigheid.
Voor meer informatie 
