Statistieken van het personenvervoer
Gegevens geëxtraheerd in juli 2020.
Geplande bijwerking van het artikel: november 2021.
Belangrijkste punten
In 2018 reisden 8 miljard personen op nationale spoorwegnetten in de EU 27.
In 2018 reisden bijna 1 miljard personen via luchthavens in de EU 27.
Dit artikel bevat informatie over de huidige situatie en de recente ontwikkelingen in de statistieken over personenvervoer in de Europese Unie (EU 27), op basis van de meest recente gegevens die beschikbaar zijn. Het bevat informatie over het personenvervoer via een scala van vervoerswijzen, zoals over de weg, per spoor, door de lucht en over zee. Hiervan is het belangrijkste middel voor personenvervoer de personenauto, gevoed door het verlangen naar een grotere mobiliteit en flexibiliteit. De sterke afhankelijkheid van de auto als middel voor personenvervoer in de EU 27 heeft in veel stedelijke gebieden en op veel belangrijke vervoersaders echter bijgedragen tot meer verkeersopstoppingen en vervuiling.
Volledig artikel
Personenvervoer over land, uitgesplitst naar vervoerswijze
Uit figuur 1 blijkt dat personenauto's in 2017 82,9 % van het personenvervoer over land vertegenwoordigden in de EU 27, terwijl touringcars, autobussen en trolleybussen ( samen 9,4 %) en treinen (7,8 %) elk minder dan een tiende van alle verkeer vertegenwoordigden (gemeten naar het aantal op elke vervoerswijze afgelegde passagierskilometers).
De personenauto was in alle 27 EU lidstaten verreweg het belangrijkste vervoermiddel voor het personenvervoer. In Litouwen waren personenauto's in 2017 goed voor 91 % van al het personenvervoer. Slowakije, Tsjechië en Hongarije waren de enige lidstaten van de EU 27 waar het aandeel van personenauto’s minder dan drie kwart bedroeg. In Hongarije kwam dit tot uiting in het hoogste aandeel van touringcars en autobussen (21,1 %) van alle lidstaten van de EU 27. Een nog groter aandeel werd gemeld voor de kandidaat-lidstaten Turkije (28,2 %) en Noord-Macedonië (22,2 %). In Nederland was het aandeel van touringcars, bussen en trolleybussen het laagst (2,9 %). De lidstaten van de EU 27 met het hoogste aandeel personenvervoer per spoor waren Oostenrijk (11,9 %) en Nederland (11,4 %). Deze percentages lagen echter ruim onder die van het EVA-land Zwitserland, waar treinen in 2017 een aandeel van 19,7 % hadden in het totale personenvervoer. Dat aandeel bedroeg echter minder dan 2,0 % in Slovenië, Litouwen en Griekenland alsmede in de kandidaat-lidstaten Noord-Macedonië en Turkije.
Personenvervoer per spoor
In 2018 reisden 8 miljard personen op nationale spoorwegnetten in de EU (tabel 1). Opgemerkt moet worden dat het internationale vervoer minder dan 8 % van het totale personenvervoer per spoor voor alle landen vertegenwoordigde, uitgezonderd Luxemburg, waar het cijfer uitkwam op 26 %. Al met al rapporteerden 19 van de 27 EU lidstaten een stijging – en drie een daling – van het totale aantal personen dat tussen 2017 en 2018 werd vervoerd (Cyprus en Malta hebben geen spoorwegen en voor België, Hongarije en Nederland zijn de gegevens vertrouwelijk). De grootste stijgingen werden vastgesteld in Litouwen (+11,7 %), Griekenland (+9,4 %), Zweden (+7,3 %) en Oostenrijk (+7,1 %). Ook kandidaat-lidstaat Turkije liet een forse stijging zien (+17,8 %). Daarentegen nam het personenvervoer af in Roemenië (met 3,9 %) en in Frankrijk (met 2,4 %).
Wat de ontwikkeling van het nationale vervoer tussen 2017 en 2018 betreft, werd de grootste stijging gemeld door Litouwen (+11,5 %), gevolgd door Griekenland (+9,4 %), Zweden (+8,1 %) en Oostenrijk (+7,1 %), terwijl Roemenië de grootste daling meldde, met 3,9 %.
Om het relatieve belang van het spoorvervoer te kunnen vergelijken tussen landen, kunnen de gegevens worden genormaliseerd door het personenvervoer uit te drukken in verhouding tot de bevolking (figuur 2). In 2018 bedroeg het vervoer op de nationale spoorwegnetten in Oostenrijk, Zweden, Frankrijk en Duitsland gemiddeld meer dan 1 000 passagierskilometers per inwoner; dit lag ver onder het niveau in Zwitserland (2 133 passagierskilometers per inwoner). Van de 22 lidstaten van de EU 27 die spoorwegen hebben en waarvoor gegevens beschikbaar zijn, werd in 2018 de laagste gemiddelde afstand op nationale spoorwegnetten afgelegd in Griekenland (103 passagierskilometers per inwoner) en Litouwen (121 passagierskilometers per inwoner), terwijl de niveaus in de kandidaat-lidstaten Turkije (68 passagierskilometers per inwoner) en Noord-Macedonië (30 passagierskilometers per inwoner) nog lager waren.
Wat het internationaal spoorvervoer betreft, waren Luxemburg (213 passagierskilometers per inwoner), Tsjechië (160 passagierskilometers per inwoner) en Frankrijk (143 passagierskilometers per inwoner) de enige lidstaten van de EU 27 die in 2018 meer dan 100 passagierskilometers per inwoner rapporteerden; dit niveau werd ook overtroffen in het EVA-land Zwitserland (128 passagierskilometers per inwoner). Deze cijfers kunnen onder meer een afspiegeling zijn van de nabijheid van internationale grenzen, het gewicht van internationale forensen binnen de beroepsbevolking, de toegang tot hogesnelheidsspoorverbindingen en het al dan niet door een bepaald land lopen van internationale vervoerscorridors.
Personenvervoer door de lucht
In 2018 werden op het niveau van de EU 27 in totaal bijna 1 miljard luchtpassagiers vervoerd (figuur 3). Binnen de EU 27 was Duitsland de lidstaat die in 2018 het hoogste aantal personen vervoerde (222 miljoen), gevolgd door Spanje (221 miljoen) en Frankrijk (162 miljoen). Deze drie landen namen samen met Italië 58 % van het totale vervoer door de lucht in de EU 27 voor hun rekening. (Dit aandeel kan niet worden berekend aan de hand van de EU 27-waarde, die dubbeltelling uitsluit, d.w.z. uitsluit dat eenzelfde passagier bij binnenlandse vluchten en vluchten naar landen binnen de EU 27 zowel bij aankomst als bij vertrek wordt geteld.) Aan de andere kant van het spectrum ligt Slovenië, dat niet meer dan 1,8 miljoen passagiers registreerde.
De helft van het personenvervoer door de lucht betrof vluchten buiten de EU 27 (50 %). De rest kwam op het conto van binnenlands vervoer (16 %) en vervoer naar landen binnen de EU 27 (34 %). Bij nagenoeg alle 27 EU lidstaten hebben vluchten binnen de EU 27 een dominant aandeel in het personenvervoer door de lucht, dat varieert van 37 % in Frankrijk tot 76 % in Luxemburg. Uitzonderingen hierop zijn Frankrijk, Ierland, Cyprus, Nederland, Slowakije en Slovenië, waarvan het aandeel vluchten buiten de EU 27 groter is dan het aandeel internationale vluchten binnen de EU 27. Wat vervoer naar landen buiten de EU 27 betreft, werd het hoogste aandeel geregistreerd door Cyprus 60 %) en het laagste door Luxemburg (24 %). Bij alle 27 EU lidstaten was het aandeel van het binnenlandse vervoer lager dan zowel het aandeel van het vervoer naar landen binnen de EU 27 als het aandeel van het vervoer naar landen buiten de EU. Het hoogste aandeel binnenlands vervoer werd genoteerd in Italië (21 %), gevolgd door Zweden (20 %), Frankrijk (19 %), Spanje (18 %) en Griekenland (16 %).
Charles de Gaulle in Parijs was in 2018 de drukste luchthaven in de EU 27 wat het aantal passagiers betreft, met 72 miljoen aankomende of vertrekkende passagiers (figuur 4). Luchthaven Charles de Gaulle bij Parijs is al sinds 2002 de drukste luchthaven van de EU 27, gevolgd door luchthaven Schiphol van Amsterdam (71 miljoen) en de luchthaven van Frankfurt/Main (69 miljoen).
De overgrote meerderheid van de reizigers op deze drie grootste luchthavens had een internationale vlucht geboekt; het laagste aandeel werd geregistreerd voor de luchthaven van Frankfurt/Main (89 %), en het grootste voor Schiphol (bijna 100 %). Nationale vluchten vertegenwoordigden daarentegen 28 % van de 56 miljoen passagiers die in 2018 reisden via de op drie na drukste passagiersluchthaven in de EU 27, te weten Adolfo Suárez Madrid-Barajas. Relatief hoge aantallen passagiers werden ook geregistreerd op binnenlandse vluchten van en naar Orly in Parijs (43 %), El Prat in Barcelona en Fiumicino in Rome (beide circa 27 %).
Kaart 1 toont een aantal aspecten op het gebied van personenvervoer door de lucht naar landen buiten de EU 27. Veruit de belangrijkste partnerregio was “Andere Europese landen (niet-EU 27)”, die goed was voor 60 % van het personenvervoer door de lucht naar landen buiten de EU 27. Wat het EU 27-personenvervoer betreft, vormt het Indische subcontinent, met 18,6 %, de internationale partnerregio met de hoogste stijging van 2018 ten opzichte van 2017, gevolgd door Noord-Afrika (+17,5 %) en de Aziatische republieken van de voormalige USSR (+15,1 %). Het personenvervoer door de lucht naar landen buiten de EU 27 nam voor alle internationale regio's toe, uitgezonderd Centraal-Amerika en het Caribisch gebied ( 0,6 %).
Personenvervoer over zee
Wat het vervoer over zee betreft, wordt het totale aantal personen dat in 2018 in havens van de EU 27 is ingescheept en ontscheept geraamd op bijna 410 miljoen, een toename van 5,6 % ten opzichte van het jaar ervoor (tabel 2). Anders dan voor goederenbewegingen, waarbij in havens van de EU 27 grofweg 60 % van de goederen wordt gelost en 40 % wordt geladen, is het verschil tussen het aantal personen dat in havens van de EU 27 ontscheept (van boord gaat) en inscheept (aan boord gaat) doorgaans klein. Dit heeft te maken met het feit dat personenvervoer over zee in Europa voornamelijk door binnenlandse veerdiensten of veerdiensten binnen de EU 27 wordt verzorgd, waarbij in de doorstroomstatistieken van de haven passagiers dubbel worden geteld (eerst bij inscheping op een veerboot in een haven van de EU 27 en vervolgens bij ontscheping in een andere haven van de EU 27).
Italië en Griekenland waren goed voor respectievelijk 85,4 miljoen en 72,5 miljoen zeepassagiers. Daarmee hadden zij tezamen een aandeel van 38,5 % van het totale aantal in 2018 ingescheepte en ontscheepte zeepassagiers in havens van de EU 27. Italië en Griekenland bleven daarmee koploper op het gebied van personenvervoer over zee in de EU 27. Italië registreerde een aanzienlijke toename van inschepende en ontschepende passagiers ten opzichte van 2017 (+15,6 %). Deze twee koplopers werden gevolgd door Denemarken, dat vergeleken met 2017 een stijging van 2,2 % noteerde en in 2018 uitkwam op 43,8 miljoen inschepende en ontschepende passagiers.
De grootste relatieve stijging in het personenvervoer over zee in 2018 ten opzichte van het jaar ervoor werd geregistreerd door Bulgarije (+20,9 %, vanaf een laag niveau), Spanje (+16,8 %) en Italië (+15,6 %). De grootste relatieve daling werd geregistreerd door Roemenië (geen personen vervoerd in 2018), Cyprus ( 60,9 %, vanaf een laag niveau), Slovenië ( 21,1 %, vanaf een laag niveau) en België ( 11,3 %).
Hoewel cruisepassagiers in 2018 slechts 3,3 % van het totale aantal in havens van de EU 27 ingescheepte en ontscheepte zeepassagiers uitmaakten, spelen zij een belangrijke rol in de havens en landen waar het cruiseverkeer zich concentreert. Bijna 78 % van het totale aantal in havens van de EU 27 ingescheepte en ontscheepte cruisepassagiers in 2018 deed dat in havens van een van de drie landen Italië, Spanje en Duitsland. In deze cijfers zijn cruisepassagiers op dagexcursies in havens van de EU 27 zijn niet meegeteld.
Brongegevens voor tabellen en grafieken
- Statistieken van het personenvervoer: tabellen en figuren (in het Engels)
Gegevensbronnen
De meeste statistieken van het personenvervoer over land zijn gebaseerd op het voertuigverkeer in elk van de rapporterende landen, ongeacht de nationaliteit van het betrokken voertuig of vaartuig (het “territorialiteitsbeginsel”). Om deze reden wordt de meeteenheid passagierskilometers (pkm, meeteenheid voor een passagier die een afstand van 1 kilometer aflegt) over het algemeen beschouwd als een betrouwbaardere meeteenheid, aangezien een telling van het aantal passagiers een groter risico op dubbeltellingen inhoudt, met name bij internationaal vervoer. De in de diverse EU lidstaten gebruikte methodologie voor het personenvervoer over de weg is niet geharmoniseerd.
De uitsplitsing naar vervoerswijze van het personenvervoer over land leidt tot een weergave van het personenvervoer per auto, touringcar, bus en trolleybus en trein; het betreft meestal vervoer op het nationale grondgebied, ongeacht de nationaliteit van het voertuig. De uitsplitsing van het personenvervoer naar vervoerswijze wordt gedefinieerd als het aandeel van elke vervoerswijze (in %) en is gebaseerd op gegevens die zijn uitgedrukt in passagierskilometers. In dit artikel zijn het binnenlandse luchtvervoer en het vervoer over water (binnenlandse luchtvaart en zeevaart) niet opgenomen in de totalen voor het personenvervoer over land.
Personenvervoer per spoor
Een treinreiziger is een persoon die een reis per spoor maakt, met uitzondering van het treinpersoneel. Gegevens over het personenvervoer per spoor zijn niet relevant voor Malta en Cyprus (en IJsland), omdat deze landen niet over spoorwegen beschikken. Jaarlijkse statistieken voor nationaal en internationaal personenvervoer per spoor hebben over het algemeen alleen betrekking op grotere spoorwegondernemingen, hoewel sommige landen gebruikmaken van gedetailleerde rapporten voor alle spoorwegmaatschappijen.
Personenvervoer door de lucht
Statistieken over luchtvervoer hebben betrekking op nationaal en internationaal vervoer, gemeten naar het aantal vervoerde passagiers; er wordt informatie verzameld over aankomsten en vertrekken. Het begrip “vervoerde luchtreizigers” betreft alle passagiers op een bepaalde vlucht, die slechts eenmaal worden geteld en niet herhaaldelijk in elke afzonderlijke fase van die vlucht. Luchtreizigers zijn alle betalende en niet-betalende passagiers van wie de reis begint of eindigt op de luchthaven van aangifte, alsook doorreizende passagiers die hun vliegreis op de luchthaven van aangifte beginnen of verlaten; direct doorreizende passagiers vallen daar niet onder. Statistieken over luchtvervoer worden maandelijks, driemaandelijks en jaarlijks verzameld, hoewel alleen laatstgenoemde statistieken in dit artikel worden gepresenteerd. Statistieken over personenvervoer door de lucht omvatten ook het aantal commerciële passagiersvluchten, evenals informatie met betrekking tot afzonderlijke trajecten en het aantal beschikbare zitplaatsen. Voor de meeste lidstaten van de EU zijn vanaf 2003 jaarlijkse gegevens beschikbaar.
Personenvervoer over zee
Gegevens over vervoer over zee zijn algemeen beschikbaar vanaf 2001, hoewel sommige EU lidstaten sinds 1997 gegevens hebben verstrekt. Statistieken van vervoer over zee worden niet verstrekt door Tsjechië, Luxemburg, Hongarije, Oostenrijk en Slowakije, omdat deze lidstaten door land omsloten zijn en dus geen zeescheepvaart hebben; hetzelfde geldt voor Liechtenstein en Zwitserland.
Een zeereiziger wordt gedefinieerd als een persoon die een zeereis maakt op een koopvaardijschip; dienstpersoneel en reizende niet-betalende niet-aangestelde bemanningsleden worden niet als passagiers beschouwd. Ook gedragen baby's worden niet meegeteld. Dubbeltelling kan zich voordoen wanneer zowel de haven van inscheping als de haven van ontscheping gegevens rapporteert; dit is heel gebruikelijk voor het vervoer van passagiers over zee, waarbij het over het algemeen relatief korte afstanden betreft.
Context
In het vervoersbeleid van de EU is het streven dat reizigers profiteren van dezelfde basisnormen voor behandeling, ongeacht waar in de EU zij zich bevinden. Passagiers beschikken al over een scala aan rechten op uiteenlopende gebieden zoals: informatie over hun reis; reserveringen en ticketprijzen; schade aan hun bagage; vertragingen en annuleringen; of moeilijkheden met pakketreizen. Met dit in gedachten vaardigt de EU wetten uit ter bescherming van de rechten van passagiers in de verschillende vervoerswijzen:
- Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van “gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten” (de samenvatting ervan is ook beschikbaar). In maart 2013 heeft de Europese Commissie een herziening van deze verordening (COM(2013) 130 final) voorgesteld om grijze gebieden te verduidelijken, nieuwe rechten (bijvoorbeeld inzake wijziging van het vluchtschema) in te voeren, het toezicht op luchtvaartmaatschappijen te versterken en de financiële lasten evenwichtig te spreiden;
- Verordening (EG) nr. 1371/2007 betreffende “de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer” (de samenvatting ervan is ook beschikbaar);
- Verordening (EU) nr. 181/2011 tot vaststelling van “de rechten van autobus- en touringcarpassagiers” (de samenvatting ervan is ook beschikbaar);
- Verordening (EU) nr. 1177/2010 tot vaststelling van “de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen” (de samenvatting ervan is ook beschikbaar).
Er zijn ook specifieke bepalingen uitgewerkt om ervoor te zorgen dat passagiers met beperkte mobiliteitover de nodige voorzieningen kunnen beschikken en niet ten onrechte worden geweigerd. Verordening (EG) nr. 1107/2006 voorziet in “de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen”.
In december 2011 heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gehecht aan “Een Europese visie voor passagiers: mededeling over passagiersrechten in alle vervoerswijzen” (COM(2011) 898 definitief). Dit betekende een erkenning van het verrichte werk voor de invoering van maatregelen ter bescherming van reizigers in alle vervoerswijzen, maar opgemerkt werd ook dat er geen volledige reeks rechten wordt toegepast. De mededeling is gericht op het consolideren van de bestaande werkzaamheden en de omschakeling naar een meer coherente, doeltreffende en geharmoniseerde toepassing van rechten, in combinatie met een groter besef van hun rechten onder passagiers.
In maart 2011 heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gehecht aan een Witboek, het “Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte – werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem” (COM(2011) 144 definitief). Deze alomvattende strategie bevat een stappenplan van veertig specifieke initiatieven om te bouwen aan een concurrerend vervoersysteem gedurende een periode van tien jaar, dat gericht is op de verbetering van mobiliteit, het opheffen van grote belemmeringen op kerngebieden en het versnellen van de groei en werkgelegenheid.
Meer details over de voorstellen van de Europese Commissie voor vervoersbeleidsinitiatieven zijn terug te vinden in een inleidend artikel over vervoer in de EU.
Rechtstreekse toegang tot
- Air transport statistics (in het Engels)
- Freight transport statistics (in het Engels)
- Freight transport statistics — modal split (in het Engels)
- Energy, transport and environment indicators — 2019 edition (in het Engels)
- Vervoer, zie (in het Engels):
- Vervoer, volume en vervoerswijze (t_tran_hv)
- Verhouding tussen volume personenvervoer en het BBP (tsdtr240)
- Uitsplitsing personenvervoer naar vervoerswijze (tsdtr210)
- Vervoer per spoor (t_rail)
- Personenvervoer per spoor (ttr00015)
- Vervoer door de lucht (t_avia)
- Personenvervoer door de lucht (ttr00012)
- Vervoer, zie (in het Engels):
- Multimodale gegevens (tran)
- Vervoer, volume en uitsplitsing naar vervoerswijze (tran_hv)
- Verhouding tussen volume personenvervoer en het BBP (tran_hv_pstra)
- Uitsplitsing personenvervoer naar vervoerswijze (tran_hv_psmod)
- Vervoer, volume en uitsplitsing naar vervoerswijze (tran_hv)
- Vervoer per spoor (rail)
- Meting van vervoer per spoor – personen (rail_pa)
- Vervoer over de weg (road)
- Meting van vervoer over de weg – personen (road_pa)
- Vervoer over zee (mar)
- Vervoer over zee – personen – gedetailleerde jaarlijkse en driemaandelijkse resultaten (mar_pa)
- Vervoer door de lucht (avia)
- Meting van vervoer door de lucht – personen (avia_pa)
- Vervoer (in het Engels)
Referentiehandleidingen
- Reference manual on rail transport statistics, versie 10.1 — januari 2019 (in het Engels)
- Reference manual on air transport statistics, versie 14 — september 2017 (in het Engels)
- Reference manual on maritime transport statistics, versie 4.1 — november 2017 (in het Engels)
- Illustrated glossary for transport statistics, 5th edition, 2019 (in het Engels)
Methodologische opmerkingen
- Methodologische opmerkingen over statistieken van vervoer over zee (in het Engels)
Metadatabestanden ESMS
- Maritime transport (ESMS metadata file — mar_esms) (in het Engels)
- Modal split of passenger transport (ESMS metadata file — tran_hv_psmod_esms) (in het Engels)
- Passenger and freight transport by air/Traffic data/Air transport at regional level (ESMS metadata file — avia_pa_esms) (in het Engels)
- Railway transport measurement (ESMS metadata file — rail_pa_esms) (in het Engels)
- Regional transport statistics (ESMS metadata file — reg_tran_esms) (in het Engels)
- Volume of passenger transport relative to GDP (ESMS metadata file — tran_hv_pstra_esms) (in het Engels)
- Eurocontrol — The Single European Sky (in het Engels)
- Directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer (MOVE) van de Europese Commissie (DG MOVE) (in het Engels)
- International Transport Forum — ITF (voorheen de Europese Conferentie van ministers van verkeer (ECMT)) (in het Engels)
- Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE) — Statistieken van het vervoer (in het Engels)