door dr. Qasim Chaudhry, vicevoorzitter van het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid en voorzitter van de Werkgroep nanomaterialen in cosmetische producten.

De Commissie heeft het onafhankelijke Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid (WCCV) om advies gevraagd over de veiligheid van nanosilica, bijv. silicagel, en oppervlaktegewijzigde silica zoals silicasilylaat en silicadimethylsilylaat. Dit zijn nanomaterialen die worden gebruikt in al dan niet afspoelbare cosmeticaproducten voor haar, huid, lippen, gezicht en nagels.

Het WCCV verleent de Commissie advies over mogelijke risico's voor de veiligheid en gezondheid van niet voor voeding bestemde consumentenproducten, waaronder cosmetica en de ingrediënten daarvan. Het gebruik van nanomaterialen in cosmetica is in de EU gereguleerd. Producenten die een product met nanomaterialen op de markt willen brengen, moeten dat zes maanden vooraf aan de Commissie melden.

Wanneer zij een melding ontvangt over mogelijk schadelijke ingrediënten voor de gezondheid waarvoor nog geen risicobeoordeling is uitgevoerd, kan de Commissie het WCCV om een wetenschappelijk advies over de risico's vragen. 

Dat gebeurde in dit geval na in totaal 172 meldingen voor producten die deze vier soorten nanosilica bevatten. 

Het WCCV heeft de door de bedrijven meegedeelde gegevens onderzocht, naast talrijke wetenschappelijke studies in het Engels. Op basis van dit grondige onderzoek publiceerde het WCCV in maart online het advies dat er geen bewijs is gevonden dat deze nanosilica in de huid binnendringen of giftig zijn, maar dat er evenmin voldoende bewijs is geleverd om die mogelijkheid met zekerheid uit te sluiten.  

Deze producten kunnen pas veilig worden verklaard als we meer gegevens hebben over de gevolgen van huidpenetratie door de verschillende soorten nanosilica voor gebruik in cosmetica. Welke gevaren zijn er bij een snee of beschadigde huid en zijn deze ingrediënten systemisch toxisch? 

Studies over andere soorten nanosilica dan de nanosilica die in cosmetica worden gebruikt, wijzen op een potentieel genotoxisch effect. Er is dus meer onderzoek nodig om uit te sluiten dat de in cosmetica gebruikte nanosilica dezelfde gevolgen hebben als bij de penetratie van cellen.

De consument kan gerust zijn. De Europese Commissie waakt nauwlettend over zijn gezondheid en volgt nieuwe ontwikkelingen op het gebied van chemicaliën en nanomaterialen in consumentenproducten van nabij. Als er nieuwe aanwijzingen opduiken, zal het WCCV de veiligheid van nanosilica opnieuw bekijken en zijn advies bekendmaken.

http://ec.europa.eu/dgs/health_food-safety/dyna/enews/enews.cfm?al_id=1594

Op basis van nieuwe informatie heeft de Europese Commissie het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's (WCNG) gevraagd zijn eerdere adviezen over de blootstelling aan elektromagnetische velden (EMF) te herzien.

EMF is een onderwerp dat iedereen aangaat, aangezien we er allemaal dagelijks mee worden geconfronteerd. De mate waarin hangt af van onze levensstijl en de omgeving waar we wonen en werken. De frequenties variëren van zeer laag (bijv. elektriciteitsleidingen en transformatoren) over middelhoog (inductiekookplaten en andere huishoudtoestellen) tot radiofrequenties (mobiele telefoons en andere apparaten). 

Op 27 januari 2015 hebben de deskundigen een nieuw advies gepubliceerd met een kritische analyse van de meer dan 700 sinds het vorige advies (2009) gepubliceerde wetenschappelijke studies over elektromagnetische blootstelling In het algemeen zijn de conclusies geruststellend: uit het wetenschappelijk onderzoek blijkt dat blootstelling geen directe nadelige effecten op de gezondheid heeft, zolang het in de EU-wetgeving aanbevolen niveau niet wordt overschreden.

Inductiekookplaten, die de jongste jaren steeds meer opgang maken, zijn echter een belangrijke bron van blootstelling aan middelhoge frequenties. De magnetische velden van deze kookplaten kunnen sterker zijn dan de voorgeschreven referentiewaarden.

Wat de radiofrequenties en het risico op kanker betreft, luidt het advies dat de aanwijzingen voor een toename van hersenkanker (glioom) minder duidelijk zijn gewoorden en dat er extra onderzoek nodig is naar een mogelijk verband met akoestische neuromen. Studies naar kinderkanker door blootstelling aan zendapparatuur wijzen niet op een verband.

Een aantal epidemiologische studies wijzen op een toename van het risico op leukemie door blootstelling aan extreem lage velden. Deze bevindingen konden echter niet wetenschappelijk worden verklaard of experimenteel worden gestaafd. Mede door de tekortkomingen van de epidemiologische studies kan hierdoor geen causaal verband worden gelegd.

In de nieuwe studies wordt geen melding gemaakt van nadelige effecten van blootstelling aan EMF op de voortplanting of andere symptomen. Ook het in het verleden gesuggereerde verband tussen EMF en een verhoogd risico op de ziekte van Alzheimer wordt door de jongste studies niet bevestigd.

Niettemin blijft er bezorgdheid bestaan over de gecumuleerde blootstelling aan een combinatie van bronnen.  Het WCNG heeft onderzoekspriorieiten en methodologische richtsnoeren vastgesteld voor experimenteel ontwerp en minimumeisen opgesteld om de kwaliteit en bruikbaarheid van de gegevens voor risicobeoordeling te waarborgen.

http://ec.europa.eu/dgs/health_food-safety/dyna/enews/enews.cfm?al_id=1581

Bisfenol A (BPA) wordt als weekmaker gebruikt om plastic flexibeler te maken. We worden dagelijks blootgesteld aan BPA, vooral via voedselverpakkingen. Over die blootstelling en de mogelijke effecten daarvan is er binnen de wetenschap veel discussie.

BPA wordt ook gebruikt in medische producten zoals katheters en implantaten, en in tandheelkundige producten. De Commissie heeft het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's (WCNG) gevraagd te onderzoeken of dat geen gezondheidsrisico's meebrengt.

Bij de meeste toepassingen, zoals in de tandheelkunde, wordt de drempel van 4 µg BPA per kg lichaamsgewicht per dag niet overschreden en gaat men ervan uit dat er geen gevaar is voor de gezondheid. Bij medische toepassingen worden mensen doorgaans slechts kortstondig blootgesteld aan BPA, terwijl de toelaatbare dagelijkse inname voor levenslange blootstelling geldt.

De hoogste geraamde blootstelling aan BPA komt voor bij langdurige medische behandelingen voor pasgeborenen in de intensive care, bij kinderen die een langdurige behandeling ondergaan en bij dialysepatiënten. Op basis van de beschikbare gegevens besluit het WCNG dat BPA in die gevallen schadelijke gevolgen kan hebben aangezien de blootstelling de drempelwaarde overschrijdt en gezien de kwetsbaarheid van de betrokken patiënten.  

Er moet ook rekening worden gehouden met de voordelen van medische toepassingen, bijv. wanneer het overleven van premature baby's ervan afhangt. De mogelijkheid om BPA in deze producten te vervangen, moet worden afgewogen tegen hun efficiency in de behandeling en het toxicologisch profiel van eventuele alternatieven.

http://ec.europa.eu/dgs/health_food-safety/dyna/enews/enews.cfm?al_id=1580

Op verzoek van de Commissie heeft het onafhankelijke Wetenschappelijke Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's (WCNG) onlangs een nieuw advies gepubliceerd over de "veiligheid van tandamalgaam en alternatieve tandrestauratiematerialen voor patiënten en gebruikers".

Tandamalgaam, een vulling die uit een metaallegering bestaat, bevat elementair kwik. Er werd gevreesd dat de kwikdampen die bij het gebruik vrijkomen schadelijk zijn voor de gezondheid.

Tot dusver is dat wetenschappelijk echter nog niet bewezen. Na onderzoek van het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal komt het WCNG tot de conclusie dat noch tandamalgaam, noch alternatieve materialen bij normaal gebruik gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid.

Alternatieve materialen zijn een goed alternatief voor nieuwe vullingen. Maar omdat de blootstelling aan kwik bij de verwijdering groter is dan wanneer het in de tanden blijft, is de vervanging van amalgaamvullingen door alternatieve vullingen alleen raadzaam wanneer de patiënt een allergische reactie vertoont. 

Bij de materiaalkeuze moeten patiënten en tandartsen rekening houden met verschillende factoren: is de vulling bestemd voor melk- of blijvende tanden? Welke tand moet worden gevuld? Is de patiënt allergisch voor kwik of andere componenten van het vulmateriaal?  Net als bij andere medische of farmaceutische behandelingen is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van vulmaterialen bij zwangere vrouwen.

http://ec.europa.eu/dgs/health_food-safety/dyna/enews/enews.cfm?al_id=1591

Recente studies hebben aangetoond dat de inname van chroom VI via drinkwater bij proefdieren tot verschillende soorten kanker van het maag-darmkanaal kan leiden. Op dit moment kunnen we niet uitsluiten dat de orale inname van chroom VI ook bij de mens kanker kan veroorzaken. Daarom is de virtuele veilige dosis voor chroom VI verlaagd. Chroom VI wordt in talrijke producten gebruikt, onder meer in kinderspeelgoed. In de speelgoedrichtlijn van de EU zijn strike drempelwaarden vastgesteld voor chemische verbindingen die van kind tot kind mogen worden doorgegeven, de zogenaamde migratielimiet voor alle speelgoed dat in de EU wordt verkocht. 

De Europese Commissie heeft het onafhankelijk Wetenschappelijk Comité voor gezondheids- en milieurisico's (WCGM) gevraagd de recentste studies te analyseren en een advies uit te brengen over chroom VI in speelgoed. In zijn conclusies stelt het WCGM dat de huidige migratielimieten voor chroom VI voor speelgoed moeten worden aangepast aan de verlaagde virtuele veilige dosis. Om bovendien rekening te houden met de inname van chroom VI uit andere bronnen, zoals drinkwater en het milieu, beveelt het WCGM aan de extra blootstelling aan chroom VI voor speelgoed door het gebruik van de beste beschikbare technieken tot het absolute minimum te beperken.

http://ec.europa.eu/dgs/health_food-safety/dyna/enews/enews.cfm?al_id=1566