Statistics Explained

Archive:Criminaliteitsstatistieken

Revision as of 14:20, 16 July 2018 by Rosswen (talk | contribs) (Rosswen moved page Crime and criminal justice statistics/nl to Crime statistics/nl without leaving a redirect)
Gegevens geëxtraheerd in mei 2017. Recentste gegevens: Meer informatie van Eurostat, Hoofdtabellen en Databank. Geplande update van het artikel: oktober 2018.
Figuur 1: Verkrachting, seksueel geweld, moord en mishandeling op basis van politiegegevens, EU-28, 2008–2015
(2008 = 100)
Bron: Eurostat (crim_off_cat)
Figuur 2: Berovingen, inbraken, diefstallen en misdrijven gerelateerd aan drugs of drugsprecursoren op basis van politiegegevens, EU-28, 2008–2015
(2008 = 100)
Bron: Eurostat (crim_off_cat)
Figuur 3: Seksuele geweldsmisdrijven op basis van politiegegevens, EU-28, 2008–15
(2008 = 100)
Bron: Eurostat (crim_off_cat)
Figuur 4: Seksueel-geweldsmisdrijven op basis van politiegegevens, uitgesplitst naar positie en geslacht, EU-28, 2015
(% van het totaal)
Bron: Eurostat (crim_hom_soff)
Figuur 5: Personeel in het strafrechtsysteem, EU-28, 2008–15
(2008 = 100)
Bron: Eurostat (crim_just_job)
Figuur 6: Personeel in het strafrechtsysteem, uitgesplitst naar geslacht, EU-28, 2015
(% van het totaal)
Bron: Eurostat (crim_just_job)
Figuur 7: Gevangenispopulatie, EU-28, 2008–2015
(2008 = 100)
Bron: Eurostat (crim_pris_age) en (crim_pris_ctz)

In dit artikel worden criminaliteitscijfers in de Europese Unie (EU) gepresenteerd, gebaseerd op officiële gegevens van door de politie geregistreerde misdrijven. Ook worden er gegevens over het personeel in het strafrechtsysteem en over de gevangenispopulatie besproken. Bij alle cijfers over de EU-28 als geheel [1] en worden uitsluitend landen in de berekening meegenomen waarvan volledige gegevens over de periode 2008–2015 bekend zijn. Voor verschillende misdrijven zijn er dus een of meer landen buiten de berekening gebleven, wegens ontbrekende gegevens.

Belangrijkste statistische resultaten

Niet-seksueel geweld

Moord

Moord wordt gedefinieerd als het onrechtmatig en met opzet doden van een persoon, met inbegrip van zware mishandeling met de dood als gevolg en terroristische aanslagen met de dood als gevolg. Poging tot moord, doodslag, overlijden door rechtmatig ingrijpen, doden uit noodweer en overlijden door gewapend conflict zijn niet in de resultaten opgenomen. Moord wordt redelijk consistent gemeld in alle rechtsgebieden in de EU. De definities tussen de landen verschillen minder dan voor andere misdrijven.

Het aantal moorden vertoonde een consistente daling in de periode 2008–2014, maar steeg in 2015 weer (zie figuur 1). Het totale aantal in de EU-28 (Nederland, Engeland en Wales, en Schotland niet inbegrepen) in 2015 was 4 528, 19,6 % minder dan in 2008 (5 634) maar 4,3 % meer dan in 2014 (4 340).

Het aantal door de politie geregistreerde moorden per rechtsgebied is te zien in tabel 1 van de tabellen bij het artikel.

Mishandeling

Mishandeling is een fysieke aanval op het lichaam van een andere persoon, die leidt tot ernstig letsel. Onzedelijk gedrag, aanranding, bedreiging, en slaan of stompen vallen hier niet onder. Mishandeling die de dood tot gevolg heeft is hier ook van uitgesloten.

Het totale aantal van door de politie geregistreerde mishandelingen daalde met bijna 40 % in de gehele EU-28 ( Polen en Schotland niet inbegrepen) in de periode 2008–2013, terwijl het aantal in 2014 met 3.6 % en in 2015 met 6,6 % toenam. (Zie figuur 1). Door technische wijzigingen is de vergelijking over de gehele periode beperkt, met name van 2008 tot 2009 voor Duitsland en van 2009 tot 2010 voor Zweden en Portugal.

Het aantal door de politie geregistreerde mishandelingen per rechtsgebied is te zien in tabel 2 van de tabellen bij het artikel.

Roof

Roof wordt in dit artikel gedefinieerd als diefstal van eigendommen van een persoon, met gebruik van geweld of bedreiging met geweld. Straatroof en diefstal met geweld vallen hier wel onder, maar zakkenrollerij en afpersing niet.

Na een aanvankelijke daling tussen 2008 en 2009 is het aantal geregistreerde misdrijven in de gehele EU-28 (Schotland niet inbegrepen) gestegen tot in 2011, alvorens opnieuw te dalen, met ongeveer een vijfde, tussen 2013 en 2015 (zie figuur 2).

Het aantal door de politie geregistreerde berovingen per rechtsgebied is te zien in tabel 3 van de tabellen bij het artikel.

Ontvoering

Ontvoering wordt gedefinieerd als het onrechtmatig vasthouden van een of meerdere personen tegen hun wil (ook met gebruik van geweld, bedreiging, bedrog of misleiding) met als doel om in ruil voor bevrijding ongeoorloofde voordelen of enig ander economisch of materieel voordeel te verkrijgen, of om iemand te verplichten iets te doen of te laten. Geschillen over voogdij vallen hier niet onder.

Na een relatief stabiele periode tussen 2009 en 2012 vond er tussen 2013 en 2015 een stijging plaats in de EU-28 (Denemarken, Roemenië, Zweden en Schotland niet inbegrepen). De recente stijging wordt grotendeels veroorzaakt door cijfers uit Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De meeste andere landen vertoonden geen soortgelijk patroon. De cijfers voor Duitsland waren relatief stabiel tussen 2009 en 2015, maar die van 2008 en 2009 waren niet vergelijkbaar, hetgeen ook van invloed was op de totale cijfers voor de EU-28.

Het aantal door de politie geregistreerde ontvoeringen per rechtsgebied is te zien in tabel 4 van de tabellen bij het artikel.

Diefstal

Diefstal wordt gedefinieerd als het wegnemen van eigendom van een natuurlijke of rechtspersoon zonder geweld met als doel om het te houden. In dit artikel vallen inbraak, huisvredebreuk, roof en diefstal van een motorvoertuig niet onder diefstal.

Het aantal door de politie geregistreerde diefstallen bleef in de periode 2010-2015 relatief stabiel in de EU-28 (Letland en Schotland niet inbegrepen). De gegevens uit Duitsland en Frankrijk hebben in 2008 en 2009 methodologische wijzigingen ondergaan, die de totale vergelijkbaarheid voor die jaren kan beïnvloeden. In het Verenigd Koninkrijk en in Nederland is tussen 2008 en 2015 een duidelijk dalende lijn te zien.

Het aantal door de politie geregistreerde diefstallen per rechtsgebied is te zien in tabel 5 van de tabellen bij het artikel.

Inbraak

Inbraak is het zich onrechtmatig toegang verschaffen tot een (gedeelte van) een gebouw, woning of erf. Het gebruik van geweld of valse sleutels met de bedoeling om goederen te stelen, diefstal uit een huis, appartement of andere woning, fabriek, winkel, kantoor of militaire basis vallen onder deze definitie. Diefstal uit een auto, een container, een verkoopautomaat, een parkeermeter of uit omheinde weiden of grond valt echter niet onder de definitie.

Het aantal door de politie geregistreerde inbraken in de EU-28 (Estland, Italië, Letland, Litouwen en Schotland niet inbegrepen) vertoonde tussen 2008 en 2011 een lichte stijging, en tussen 2012 en 2015 een daling. Uit de recentste resultaten (zie figuur 2) blijkt dat het aantal inbraken in 2015 is gedaald met 5,0 %. In de periode 2008-2015 nam het aantal inbraken in het Verenigd Koninkrijk af (met 31 % in Engeland en 24 % in Noord-Ierland), maar steeg het aantal in Duitsland (19 %) en Frankrijk (24 %).

Het aantal door de politie geregistreerde inbraken per rechtsgebied is te zien in tabel 6 van de tabellen bij het artikel.

Drugsgerelateerde misdrijven

Aan drugs of precursoren daarvan gerelateerde misdrijven zijn onrechtmatig(e) bezit, teelt, productie, levering, vervoer, in- en uitvoer en financiering van drugs, tenzij uitsluitend voor persoonlijk gebruik.

Na een toename met 3,2 % in 2009 is het aantal door de politie geregistreerde, aan drugs of precursoren daarvan gerelateerde misdrijven in de EU-28 (Schotland niet inbegrepen) vrij stabiel gebleven in de periode 2009–2014. Uit de recentste beschikbare gegevens blijkt dat dit patroon in 2015 is voortgezet, aangezien het aantal misdrijven bijna ongewijzigd is gebleven, met een daling van 1,7 % ten opzichte van het voorafgaande jaar (zie figuur 2).

Het aantal door de politie geregistreerde, aan drugs of precursoren daarvan gerelateerde misdrijven per rechtsgebied is te zien in tabel 7 van de tabellen bij het artikel.

Seksueel geweld

Onder seksueel geweld vallen verkrachting en andere vormen van aanranding. Verkrachting wordt gedefinieerd als geslachtsverkeer zonder geldige toestemming. Met aanranding wordt seksueel geweld bedoeld dat niet onder verkrachting valt. Ongewenste seksuele handelingen, een poging daartoe, of contact of communicatie met ongewenste seksuele aandacht, niet zijnde verkrachting, vallen onder aanranding. Aanranding kan met of zonder fysiek contact gepaard gaan, en omvat ook aanranding met behulp van drugs, aanranding van een huwelijkspartner tegen diens wil, aanranding van iemand die zich niet kan verweren, ongewenst vastgrijpen of betasten, en lastigvallen of uiten van bedreigingen van seksuele aard. De cijfers geven slechts de door de politie geregistreerde misdrijven weer.

Tussen 2008 en 2015 daalden de cijfers voor seksueel geweld in de EU met 9,1 % (Italië, Letland, Luxemburg, Polen, Slowakije, Engeland, Wales en Schotland niet inbegrepen). Na een daling in 2009 en 2010 vond er een duidelijke toename plaats in de periode 2010-2014, en daarna een lichte daling van 0,9 % in 2015.

Uit de cijfers voor verkrachting blijkt een toename van 47,0 % tussen 2008 en 2015 (Italië en Schotland niet inbegrepen). De waargenomen toename in de EU-cijfers voor verkrachting wordt vooral beïnvloed door de cijfers betreffende Engeland en Wales (+173 % tussen 2008 en 2015). De daling van het aantal aanrandingen in de EU werd vooral beïnvloed door de Duitse cijfers, die voor 2009 en 2010 niet vergelijkbaar zijn (zie figuur 3).

De totale cijfers van door de politie geregistreerde gevallen van seksueel geweld, verkrachting en aanranding in ieder rechtsgebied zijn te zien in tabel 8, 9 en 10 van de tabellen bij het artikel.

Verdeling tussen mannen en vrouwen

Figuur 4 toont door de politie geregistreerde seksueel-geweldsmisdrijven, uitgesplitst naar geslacht van slachtoffers, verdachten, in staat van beschuldiging gestelden en veroordeelden. De meeste slachtoffers van seksueel geweld (85,8 %) zijn vrouw, terwijl de meeste verdachten (96,5 %) en daders (98,3 % van de veroordeelde personen) man zijn. Er ontbreken meer gegevens voor de cijfers per geslacht dan voor totale cijfers.

Personeel in het strafrechtsysteem

De analyse voor dit artikel heeft betrekking op het aantal politiebeambten, professionele rechters en personeel van gevangenissen voor volwassenen. De gegevens geven de situatie weer op 31 december van elk jaar.

Politiebeambten worden gedefinieerd als medewerkers van overheidsorganen met als hoofdtaak het voorkomen, opsporen en onderzoeken van misdrijven en het aanhouden van vermeende daders. Ondersteunend personeel, zoals administratief personeel, valt buiten de definitie. Professionele rechters zijn juristen die voltijds of deeltijds in dienst genomen zijn en betaald worden om als rechter op te treden. Zij zijn bevoegd om civiele, straf- en andere zaken te behandelen, waaronder zaken in hoger beroep, en om gerechtelijke besluiten te nemen. Niet-professionele rechters, zoals lekenrechters en lekenmagistraten, vallen niet onder de definitie. Personeel in gevangenissen voor volwassenen betreft personen die werken in penitentiaire inrichtingen, in leidinggevende, behandelende, bewarende en andere functies zoals onderhoud en voedselvoorziening.

Figuur 5 toont recente ontwikkelingen in het aantal medewerkers in de verschillende onderdelen van het strafrechtsysteem (politie, gerechten, gevangenissen).

Het totale aantal politiebeambten in de EU-28 (Duitsland, Italië, Ierland en Letland niet inbegrepen) nam tussen 2010 en 2013 af, hetgeen werd gecompenseerd door een toename in 2014. In 2015 nam het aantal politiebeambten weer af met 1,2 %. In de EU-28 (België, Bulgarije, Duitsland, Ierland, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland, Engeland en Wales, en Noord-Ierland niet inbegrepen) groeide het aantal professionele rechters in de periode 2008-2015 geleidelijk, met een gemiddelde stijging van 5,6 %. In tegenstelling tot de geleidelijke toename van het aantal professionele rechters was er in de EU-28 (België, Duitsland, Estland, Griekenland, Frankrijk, Letland, Luxemburg, Nederland en Zweden niet inbegrepen) over het geheel een afname van personeel in gevangenissen voor volwassenen, met 8,9 % tussen 2008 en 2015.

De totale aantallen politiebeambten in ieder rechtsgebied worden getoond in tabel 11 van de tabellen bij het artikel. Tabellen 14 en 17 tonen het totaal aantal professionele rechters en medewerkers in gevangenissen voor volwassenen.

Verdeling tussen mannen en vrouwen

Er bestond een aanzienlijk verschil in de verdeling tussen mannen en vrouwen onder het personeel in het strafrechtsysteem in de EU (zie figuur 6). Bij de politie en in gevangenissen zijn vrouwen sterk ondervertegenwoordigd, maar onder rechters oververtegenwoordigd.

In 2015 was 20,3 % van de politiebeambten in de EU-28 vrouw (gegevens van slechts 14 rechtsgebieden). Het aandeel van in gevangenissen voor volwassenen werkzame vrouwen was iets hoger: een kwart van het totaal in de EU-28 (gegevens van slechts 12 rechtsgebieden). Dit aandeel bleef tussen 2008 en 2015 relatief stabiel. De meerderheid van de professionele rechters was in 2015 echter vrouw, namelijk 62,1 % van het totaal in de EU-28 (gegevens van 16 rechtsgebieden).

Het aantal mannelijke en vrouwelijke politiebeambten wordt getoond in tabellen 12 en 13 van de tabellen bij het artikel. Tabellen 15 en 16 tonen het aantal mannelijke en vrouwelijke rechters, en tabellen 18 en 19 tonen het aantal mannelijke en vrouwelijke medewerkers in gevangenissen voor volwassenen.

Gevangenispopulatie

De gevangenispopulatie heeft betrekking op instellingen onder het gezag van het gevangenisbestuur, waarin mensen gevangen zitten, behalve centra waar vreemdelingen worden gedetineerd in afwachting van het onderzoek naar hun immigratiestatus, of als illegale vreemdelingen.

Het totaal aantal gevangenen in de EU-28 (België niet inbegrepen) is tussen 2008 en 2012 ieder jaar toegenomen, en daalde vervolgens met 3,6 % in 2013, met 3,5 % in 2014 en met 2,9 % in 2015. De gevangenispopulatie in 2015 was 6,4 % kleiner dan in 2008 (zie Figuur 7).

Het aantal gevangenen met een buitenlandse nationaliteit (waaronder die van andere EU-lidstaten) steeg enigszins sneller in 2009 en 2010 in de EU-28 (België, Duitsland, Estland, Malta en Zweden niet inbegrepen), maar daalde weer vanaf 2011. In 2015 was dit aantal 12,2 % lager dan het niveau van 2008.

Het aantal jeugdige gevangenen in de periode 2008–2015 daalde daarentegen aanzienlijk [2] in de EU-28 (België, Duitsland en Spanje niet inbegrepen). Deze daling werd grotendeels veroorzaakt door dalingen in Polen en het Verenigd Koninkrijk. Het aantal jeugdige gevangenen daalde met ten minste 4 % per jaar gedurende de bestudeerde periode, hetgeen leidde tot een totale daling met 47,6 % tussen 2008 en 2015. Het jaar van de grootste daling in jeugdige gevangenen was 2014, met 14,3 %.

De totale gevangenispopulatie per rechtsgebied wordt getoond in tabel 20 van de tabellen bij het artikel, de jeugdige gevangenispopulatie wordt getoond in tabel 23, en het aantal gevangenen uitgesplitst naar nationaliteit (eigen nationaliteit of buitenlanders) wordt getoond in tabellen 24 en 25.

Verdeling tussen mannen en vrouwen

De overgrote meerderheid van de gevangenisbevolking in de EU-28 (België, Tsjechië, Denemarken, Estland, Frankrijk, Kroatië, Oostenrijk, Portugal, Slowakije en Zweden niet inbegrepen) was man. In 2015 ging het om 94 %. Dit percentage is sinds 2008 relatief stabiel.

Het aantal mannelijke en vrouwelijke gevangenen wordt getoond in tabellen 21 en 22 van de tabellen bij het artikel.

Gegevensbronnen en -beschikbaarheid

De resultaten in dit artikel zijn gebaseerd op de gezamenlijke verzameling van gegevens door Eurostat en het United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC). De Survey on Crime Trends (enquête criminaliteitstrends) van het UNODC is aangevuld met een aanvullend gegevensverzoek van Eurostat. De basisgegevens zijn afkomstig van nationale autoriteiten, zoals de politie, het openbaar ministerie, gerechten en gevangenissen, gewoonlijk in de vorm van totaalcijfers per kalenderjaar. De cijfers zijn gerapporteerd per rechtsgebied. Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit drie rechtsgebieden: Engeland en Wales, Schotland en Noord-Ierland. Voor de geografische eenheid gebruiken we de korte term "land".

De gerapporteerde criminaliteitscijfers moeten zoveel mogelijk gebaseerd zijn op standaarddefinities, en vergezeld gaan van gedetailleerde gegevens over afwijkingen. Dergelijke afwijkingen leiden er vaak toe dat cijfers uit verschillende landen niet exact hetzelfde weergeven, maar wel dezelfde beschrijving hebben. De cijfers uit ieder land kunnen geschikt zijn voor nationale statistieken, maar minder geschikt voor internationale vergelijkingen. Eurostat werkt voortdurend aan het verbeteren van de vergelijkbaarheid van criminaliteitsstatistieken, in samenwerking met de EU-instellingen en met nationale autoriteiten. Uitvoering De internationale classificatie van misdrijven voor statistische doeleinden (International Classification of Crime for Statistical Purposes) is een belangrijk onderdeel van dit werk.

Criminaliteitsgegevens zijn officiële cijfers op basis van overheidsregistratie. Criminaliteitsstatistieken op basis van politieregistratie omvatten uiteraard geen misdrijven die niet bij de politie zijn aangegeven. Bij het trekken van conclusies over criminaliteit op basis van deze gegevens moet rekening worden gehouden met de volgende factoren:

  • rechtssysteem, handhaving en strafrechtsystemen.
  • percentages misdrijven die worden gemeld en geregistreerd (door de politie).
  • de wijze waarop criminaliteit wordt gemeten (aangifte bij de politie, identificeren van verdachten enz.).
  • de telwijze (in geval van meerdere misdrijven, meerdere slachtoffers enz.)
  • welke misdrijven in nationale criminaliteitscategorieën zijn opgenomen.

Cijfers voor de gevangenispopulatie kunnen ook door verschillende factoren worden beïnvloed, waaronder:

  • het aantal zaken dat wordt behandeld door de rechtbanken.
  • het percentage dat een gevangenisstraf krijgt opgelegd.
  • de duur van de opgelegde straffen.
  • de omvang van de populatie in voorlopige hechtenis.
  • periode van het onderzoek en tijd van het jaar, amnestie enz.

Het vergelijken van criminaliteitsstatistieken tussen verschillende rechtsgebieden zonder voldoende kennis over plaatselijke gegevens en methoden kan misleidend zijn. In dit artikel worden directe vergelijkingen tussen rechtsgebieden vermeden. De nadruk ligt op ontwikkelingen in de tijd. Dergelijke vergelijkingen zijn gebaseerd op de aanname dat de kenmerken van de nationale registratie- en andere systemen in de loop der tijd redelijk constant blijven. Schijnbare veranderingen in criminaliteitscijfers worden soms deels veroorzaakt door veranderingen in methoden of definities.

Analyses van tijdreeksen over de EU-28 zijn uitsluitend gebaseerd op rechtsgebieden waarvoor er over de gehele periode (2008-2015) gegevens beschikbaar zijn. De cijfers over de EU-28 hebben niet altijd betrekking op gegevens over alle landen, vanwege ontbrekende gegevens betreffende een of meer jaren/landen.

De totale resultaten voor de EU-28 verbergen uiteraard de verschillen tussen de landen. Daarom worden de nationale cijfers gepresenteerd in een aantal specifieke tabellen bij het artikel en in de databank. Voor ieder land zijn bovendien gedetailleerde gegevens beschikbaar in metadata.

Om trends te identificeren zijn er indices berekend:

  • It = (Ct/C0) * 100 indexwaarde voor jaar t
  • Ct = geregistreerde waarde voor jaar t
  • C0 = geregistreerde waarde in het referentiejaar (hier het jaar 2008).

Totaalcijfers op basis van overheidsregistraties hebben geen last van statistische onzekerheid, zoals steekproeven. Voor de interpretatie van kleine aantallen, kleine percentages of veranderingen op korte termijn wordt er idealiter gebruik gemaakt van aanvullende relevante informatie. In kleine landen kan het moordpercentage bijvoorbeeld aanzienlijk wijzigen van het ene jaar op het andere, zonder dat er sprake hoeft te zijn van een veranderde criminaliteitstrend.

De databank bevat gedetailleerde resultaten van de gezamenlijke gegevensverzameling door Eurostat en het UNODC over de periode 2008-2015, met de bijbehorende metadata. Daarnaast zijn er tabellen voor de periode 1993-2007, met betrekking tot minder misdrijven. Voor bepaalde landen is alle door de politie geregistreerde criminaliteit uit de periode 1950-1993 beschikbaar. Zoals hierboven aangegeven wordt gebruikers nadrukkelijk aangeraden om de metadatabestanden en de nationale bronnen te raadplegen.

Context

Criminaliteit en justitie zijn terugkerende onderwerpen in het publieke debat. Ze staan onder voortdurende belangstelling van de media, de politiek, organisaties en het grote publiek. EUROSTAT verzamelt en presenteert cijfers over criminaliteit en strafrecht. Het algemene doel is het produceren van informatie die relevant is voor beleid, en het op efficiënte wijze beschikbaar stellen van analyses aan de Europese gemeenschap.

In het Haags Programma uit 2004 heeft Eurostat de opdracht gekregen om vergelijkende statistieken te ontwikkelen over criminaliteit en strafrecht. Ook het Programma van Stockholm uit 2010 onderstreept de noodzaak van statistieken over criminaliteit. De concrete activiteiten worden gewoonlijk voor perioden van 5 jaar beschreven in strategische actieplannen, zie de links onder ”Overige informatie”.

Zie ook

Meer informatie van Eurostat

Publicaties

Databank

Methodologie / Metadata

Brongegevens voor de tabellen en figuren (MS Excel)

Andere informatie

Externe links

Voetnoten

  1. Worden de gegevens weergegeven per rechtsgebied. Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit drie rechtsgebieden: Engeland en Wales, Schotland en Noord-Ierland. Bij criminaliteitscijfers heeft een indicator van de EU-28 dus betrekking op 30 "landen" (rechtsgebieden).
  2. Gewoonlijk worden zij gedefinieerd als gevangenen tot 18 jaar.