Statistics Explained

Statistieken van het personenvervoer

Revision as of 16:53, 25 October 2019 by Piirtju (talk | contribs)


Gegevens geëxtraheerd in mei 2018.

Geplande update van het artikel: januari 2020.

De versie in het Engels is recenter.

Belangrijkste punten

Personenauto's waren in alle lidstaten verreweg het belangrijkste vervoermiddel voor het personenvervoer.
Londen Heathrow was in 2016 de drukste luchthaven in de EU wat het aantal passagiers betreft.
[[File:Air passenger transport 2016.xlsx]]

Air passenger transport, 2016 (passengers per inhabitant)


Dit artikel bevat informatie over de huidige situatie en de recente ontwikkelingen in de statistieken over personenvervoer in de Europese Unie (EU), op basis van de meest recente gegevens die beschikbaar zijn. Het bevat informatie over het personenvervoer via een scala van vervoerswijzen, zoals over de weg, per spoor, door de lucht en over zee. Hiervan is het belangrijkste middel voor personenvervoer de personenauto, aangewakkerd door het verlangen naar een grotere mobiliteit en flexibiliteit. De sterke afhankelijkheid van de auto als middel voor personenvervoer in de EU heeft in veel stedelijke gebieden en op veel belangrijke vervoersaders echter bijgedragen tot meer verkeersopstoppingen en vervuiling.


Volledig artikel

Uitsplitsing naar vervoerswijze

Personenauto's vertegenwoordigden 83,1 % van het personenvervoer over land in de EU-28 in 2015, terwijl touringcars, autobussen en trolleybussen (9,2 %) en treinen (7,7 %) beide minder dan een tiende van alle verkeer vertegenwoordigden (gemeten naar het aantal op elke wijze afgelegde passagierskilometers (pkm) over land) – zie figuur 1.

Figuur 1: Personenvervoer over land, 2015, uitgesplitst naar vervoerswijze
(% van het totale aantal passagierskilometers over land)
Bron: Eurostat (tran_hv_psmod)

De personenauto was in alle lidstaten verreweg het belangrijkste vervoermiddel voor het personenvervoer. In Portugal en Litouwen waren personenauto's goed voor bijna 90 % van al het personenvervoer in 2015. Tsjechië en Hongarije waren de enige lidstaten waar het aandeel van personenauto's minder dan 75 % bedroeg. In Hongarije kwam dit tot uiting in het hoogste aandeel van touringcars en autobussen van alle lidstaten en met een hoog aandeel van personenvervoer per spoor. De lidstaten met het hoogste aandeel personenvervoer per spoor waren Oostenrijk (12,0 %) en Nederland (10,8 %). Deze percentages lagen echter ruim onder die van het EVA-land Zwitserland, waar treinen in 2015 een aandeel van 19,1 % hadden in het totale personenvervoer.

Relatieve groei van het personenvervoer en de economie

Over het algemeen nam het personenvervoer over land in de EU-28 tussen 2005 en 2015 4,0 % langzamer toe dan het bruto binnenlands product (bbp) tegen constante prijzen. NB: Deze indicator, die de relatie laat zien tussen personenvervoer over land en bbp tegen constante prijzen, heeft alleen betrekking op vervoer over land per auto, touringcar, bus en trolleybus of trein. Een aanzienlijk deel van het internationaal personenverkeer vindt plaats over zee en door de lucht. In sommige landen kan het nationale (binnenlandse) personenvervoer over zee en door de lucht ook aanmerkelijk zijn. In deze indicator wordt echter geen rekening gehouden met personenvervoer over zee en door de lucht.

Figuur 2: Verandering in de verhouding tussen het personenvervoer over land en het bbp, 2005-2015
(%)
Bron: Eurostat (tran_hv_pstra)

In een kleine meerderheid van de EU-lidstaten veranderde het bbp tegen constante prijzen sterker dan het personenvervoer over land tussen 2005 en 2015. Dit resulteerde in een daling van de verhouding tussen het personenvervoer en het bbp tegen constante prijzen – zie figuur 2. De grootste dalingen werden geregistreerd in Litouwen (43,5 %) en Slowakije (31,5 %). In 13 lidstaten werd echter het omgekeerde waargenomen, voornamelijk in Griekenland en Cyprus en in mindere mate in Bulgarije en Kroatië, als gevolg van een sterke toename van het personenvervoer en/of een zwakke economische ontwikkeling. In de in figuur 2 getoonde derde landen nam het personenvervoer over land in verhouding tot het bbp gedurende de onderzochte periode toe in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Noorwegen en IJsland, terwijl het in Zwitserland relatief daalde.

Personenvervoer over de weg

In de EU-lidstaten was het relatieve belang van personenauto's in 2015 het hoogst in Portugal, waar de auto goed was voor 89,4 % van het personenvervoer, en in Litouwen (89,2 %). In de meeste lidstaten lag het aandeel van personenauto's tussen 80,0 % en 90,0 %, al lag het aandeel lager in zeven lidstaten, met name in Hongarije (68,2 %); In Turkije lag het aandeel zelfs nog lager (67,6 %) – zie figuur 1. Het relatieve belang van touringcars, bussen en trolleybussen bedroeg in Hongarije (22,3 %) meer dan één vijfde van het personenvervoer over land, het hoogste aandeel van alle EU-lidstaten in 2015, hoewel een nog groter aandeel (30,7 %) werd gemeld voor Turkije. In 18 andere lidstaten lag dit aandeel tussen 10,0 % en 20,0 %. In Nederland was het aandeel voor touringcars, bussen en trolleybussen het laagst (3,3 %) – zie figuur 1.

Personenvervoer per spoor

In 2015 was personenvervoer per spoor in Oostenrijk en Nederland, evenals in Zwitserland, goed voor meer dan één tiende van het personenvervoer over land. Dat aandeel daalde in Estland, Griekenland en Litouwen, evenals in Turkije, tot minder dan 2,0 %. In dit verband moet worden opgemerkt dat er geen spoorlijnen zijn in IJsland, Cyprus en Malta – zie figuur 1.

Volgens de recentste beschikbare gegevens (meestal voor 2016) waren er 401 miljard passagierskilometers afgelegd op nationale spoorwegnetten in de EU (met inbegrip van gegevens voor 2015 voor Denemarken en gegevens voor 2014 voor Hongarije; met uitzondering van België en Nederland). Dit cijfer was aanzienlijk hoger dan de 22 miljard passagierskilometers op internationale reizen (de vergelijking is gebaseerd op dezelfde beschikbaarheid voor de EU-lidstaten) – zie tabel 1.

Tabel 1: Personenvervoer per spoor, 2014-2016
Bron: Eurostat (rail_pa_typepkm) en (demo_gind)

Bijna driekwart (72 %) van alle spoorvervoer (nationaal en internationaal gecombineerd) in de EU (met uitzondering van België en Nederland) vond plaats in de vier grootste lidstaten van de EU: Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië. Frankrijk en Duitsland waren samen goed voor 43 % van het nationale spoorvervoer binnen de EU en voor 71 % van het internationale spoorvervoer. Het aantal internationale passagierskilometers dat passagiers in 2016 hebben afgelegd in Frankrijk, bedraagt meer dan het dubbele van dat van Duitsland, dat op zijn beurt een cijfer bereikte dat meer dan het dubbele was van dat van het Verenigd Koninkrijk.

Om het relatieve belang van het spoorvervoer tussen landen te kunnen vergelijken, kunnen de gegevens worden genormaliseerd door het personenvervoer uit te drukken in verhouding tot de bevolking (zoals weergegeven aan de rechterkant van tabel 1 en in figuur 3). Het vervoer op het nationale spoorwegnet bedroeg in 2016 in Oostenrijk, Zweden, Frankrijk, Duitsland, Denemarken (2015) en het Verenigd Koninkrijk gemiddeld meer dan 1 000 passagierskilometers per inwoner; dit was veel minder dan het niveau in Zwitserland (2 231 passagierskilometers per inwoner). Daarentegen werd van alle EU-lidstaten in 2016 op nationale spoorwegnetten de laagste gemiddelde afstand afgelegd in Griekenland (110 passagierskilometers per inwoner) en Litouwen (93 passagierskilometers per inwoner), terwijl de niveaus in Turkije (54 passagierskilometers per inwoner) en in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (40 passagierskilometers per inwoner) nog lager waren.

Figuur 3: Personenvervoer per spoor, 2016
(passagierskilometers per inwoner)
Bron: Eurostat (rail_pa_typepkm) en (demo_gind)

In termen van internationaal spoorvervoer waren Luxemburg (215 passagierskilometers per inwoner) en Frankrijk (162 passagierskilometers per inwoner) en Tsjechië (116 passagierskilometers per inwoner) de enige EU-lidstaten die in 2016 niveaus van meer dan 100 passagierskilometers per inwoner rapporteerden; ook in Zwitserland werd dit niveau overtroffen (110 passagierskilometers per inwoner). Deze cijfers kunnen onder meer een afspiegeling zijn van de nabijheid van internationale grenzen, het aandeel internationale forensen binnen de beroepsbevolking, de toegang tot hogesnelheidsspoorverbindingen en internationale vervoerscorridors die al dan niet door een bepaald land lopen.

Personenvervoer door de lucht

Londen Heathrow was in 2016 de drukste luchthaven in de EU-28 wat het aantal passagiers betreft, met 76 miljoen aankomende of vertrekkende passagiers. Heathrow is al sinds het begin van de tijdreeksen in 1993 de drukste luchthaven van de EU. Deze werd – op enige afstand – gevolgd door Charles de Gaulle in Parijs (66 miljoen), de luchthaven Schiphol in Amsterdam (64 miljoen) en de luchthaven van Frankfurt (61 miljoen) – zie figuur 4. Deze vier luchthavens zijn de grootste in de EU sinds 2011, toen Schiphol van de vijfde naar de vierde plaats klom.

De overgrote meerderheid van de reizigers in de vier grootste luchthavens in de EU zat op internationale vluchten; het laagste aandeel werd geregistreerd voor de luchthaven van Frankfurt (88,6 %), en het grootste voor Schiphol (100,0 %). Nationale (binnenlandse) vluchten vertegenwoordigden daarentegen 28,7 % van de 49 miljoen passagiers die in 2016 reisden via de op vier na drukste passagiersluchthaven in de EU, namelijk Adolfo Suárez Madrid-Barajas. Er waren ook relatief hoge aantallen passagiers op binnenlandse vluchten van en naar Orly in Parijs (45,3 %), Fiumicino in Rome (30,0 %) en de luchthaven van Barcelona (26,9 %).

Figuur 4: 15 grootste luchthavens in de EU-28, 2016
(miljoen vervoerde vertrekkende en aankomende passagiers)
Bron: Eurostat (avia_paoa)

Voor de EU-28 als geheel werden in 2016 op elke inwoner 1,9 passagiers door de lucht vervoerd . Het Verenigd Koninkrijk was de lidstaat met het hoogste aantal luchtvaartpassagiers per inwoner (3,8). In verhouding tot de bevolkingsomvang was het belang van personenvervoer door de lucht in 2016 bijzonder hoog voor de vakantie-eilanden Malta en Cyprus (11,2 en 10,5 vervoerde passagiers per inwoner), evenals in IJsland (20,3) en Noorwegen (7,2). De laagste verhoudingen werden geregistreerd voor tien van de oostelijke of Baltische lidstaten die in 2016 elk gemiddeld minder dan 2,0 vervoerde luchtvaartpassagiers per inwoner rapporteerden.

Figuur 5: Personenvervoer door de lucht, 2006 en 2016
(passagiers per inwoner)
Bron: Eurostat (avia_paoc) en (demo_gind)

Personenvervoer over zee

Het aantal zeereizigers per inwoner dat havens aandeed in de EU-28, was in 2016 nagenoeg gelijk aan dat van 2006. In 2016 werden voor de EU-28 als geheel 0,8 zeereizigers per inwoner geregistreerd, tegenover 0,9 in 2006.

Figuur 6: Personenvervoer over zee, 2006 en 2016
(passagiers per inwoner)
Bron: Eurostat (mar_pa_aa) en (demo_gind)

In verhouding tot de nationale bevolking was het belang van personenvervoer over zee in 2016 bijzonder groot in Malta (23,5 zeereizigers per inwoner), op aanzienlijke afstand gevolgd door Estland (10,9), Denemarken (7,3), Kroatië (7,1) en Griekenland (6,1); met uitzondering van Finland, Zweden en Italië bedroeg het aantal zeereizigers per inwoner in 2016 in alle overige EU-lidstaten gemiddeld minder dan 0,6. In dit verband moet worden opgemerkt dat Tsjechië, Luxemburg, Hongarije, Oostenrijk en Slowakije door land omsloten lidstaten zijn waar per definitie geen zeevervoer plaatsvindt.

Brongegevens voor tabellen en grafieken

Gegevensbronnen

De meeste statistieken van het personenvervoer over land zijn gebaseerd op het voertuigverkeer in elk van de rapporterende landen, ongeacht de nationaliteit van het betrokken voertuig of vaartuig (het "territorialiteitsbeginsel"). Om deze reden wordt de meeteenheid passagierskilometers (pkm, meeteenheid voor een passagier die een afstand van 1 kilometer aflegt) over het algemeen beschouwd als een betrouwbaardere meeteenheid, omdat een telling van het aantal passagiers een groter risico op dubbeltellingen inhoudt, met name voor het internationale vervoer. De methode die in de diverse EU-lidstaten wordt gebruikt voor het personenvervoer over de weg is niet geharmoniseerd.

De uitsplitsing naar vervoerswijze van het personenvervoer over land geeft het personenvervoer weer per auto, touringcar, bus en trolleybus en trein; het betreft meestal vervoer op het nationale grondgebied, ongeacht de nationaliteit van het voertuig. De uitsplitsing van het personenvervoer naar vervoerswijze wordt gedefinieerd als het aandeel van elke vervoerswijze (in %) en is gebaseerd op gegevens die zijn uitgedrukt in passagierskilometers. In dit artikel zijn het binnenlandse luchtvervoer en het vervoer over water (binnenlandse luchtvaart en zeevaart) niet opgenomen in de totalen voor het personenvervoer over land.

Het niveau van het personenvervoer over land (in passagierskilometers) kan ook worden uitgedrukt in verhouding tot het bbp; in dit artikel wordt de indicator gepresenteerd op basis van het bbp in constante prijzen voor het referentiejaar 2005. Aan de hand van deze indicator, die informatie geeft over de relatie tussen de vraag naar personenvervoer en de omvang van de economie, kan de ontwikkeling van deze vraag ten opzichte van economische groei worden gevolgd.

Personenvervoer per spoor

Een treinreiziger is iemand die een reis per spoor maakt, met uitzondering van het treinpersoneel. Gegevens over het personenvervoer per spoor zijn niet relevant voor Malta en Cyprus (en IJsland), omdat deze landen niet over spoorwegen beschikken. Jaarlijkse statistieken voor nationaal en internationaal personenvervoer per spoor hebben over het algemeen alleen betrekking op grotere spoorwegondernemingen, hoewel sommige landen gebruikmaken van gedetailleerde rapporten voor alle spoorwegmaatschappijen.

Personenvervoer door de lucht

Statistieken over luchtvervoer hebben betrekking op nationaal en internationaal vervoer, gemeten naar het aantal vervoerde passagiers; er wordt informatie verzameld over aankomst en vertrek. Het begrip "vervoerde luchtreizigers" betreft alle passagiers op een bepaalde vlucht die slechts eenmaal worden geteld en niet herhaaldelijk in elke afzonderlijke fase van die vlucht. Luchtreizigers zijn alle betalende en niet-betalende passagiers wier reis op de luchthaven van aangifte begint of eindigt, alsook doorreizende passagiers die de vlucht op de luchthaven van aangifte beginnen of verlaten; direct doorreizende passagiers vallen hier niet onder. Statistieken over luchtvervoer worden maandelijks, driemaandelijks en jaarlijks verzameld, hoewel alleen de laatstgenoemde in dit artikel worden gepresenteerd. Statistieken over personenvervoer door de lucht omvatten ook het aantal commerciële passagiersvluchten, evenals informatie over afzonderlijke trajecten en het aantal beschikbare zitplaatsen. Voor de meeste EU-lidstaten zijn vanaf 2003 jaarlijkse gegevens beschikbaar.

Personenvervoer over zee

Gegevens over vervoer over zee zijn algemeen beschikbaar vanaf 2001, hoewel sommige EU-lidstaten sinds 1997 gegevens verstrekken. Statistieken van vervoer over zee zijn niet verstrekt door Tsjechië, Luxemburg, Hongarije, Oostenrijk en Slowakije, omdat in deze lidstaten, die door land omsloten zijn, geen zeescheepvaart is; hetzelfde geldt voor Liechtenstein en Zwitserland.

Een zeereiziger wordt gedefinieerd als een persoon die een zeereis maakt op een koopvaardijschip; dienstpersoneel en ook reizende niet-betalende niet-aangestelde bemanningsleden worden niet als passagiers beschouwd. Ook gedragen baby's worden niet meegeteld. Dubbeltelling kan voorkomen wanneer zowel de haven van inscheping als de haven van ontscheping gegevens rapporteren; dit is heel gebruikelijk voor het vervoer van passagiers over zee, waarbij het over het algemeen relatief korte afstanden betreft.

Context

Het vervoersbeleid van de EU heeft als doel dat reizigers profiteren van dezelfde basisnormen voor behandeling, ongeacht waar zij zich binnen de EU bevinden. Passagiers beschikken al over een scala aan rechten op uiteenlopende gebieden zoals: informatie over hun reis; reserveringen en ticketprijzen; schade aan hun bagage; vertragingen en annuleringen; of moeilijkheden met pakketreizen. Met dit in gedachten vaardigt de EU wetten uit ter bescherming van de rechten van passagiers in de verschillende vervoerswijzen:

  • Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van "gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten"; in maart 2013 heeft de Europese Commissie een herziening voorgesteld van deze verordening (COM(2013) 130 final) met het oog op het verduidelijken van grijze gebieden, het invoeren van nieuwe rechten (bijvoorbeeld inzake wijziging van het vluchtschema), het versterken van het toezicht op luchtvaartmaatschappijen en het streven naar een evenwicht in financiële lasten;
  • Verordening (EG) nr. 1371/2007 betreffende "de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer";
  • Verordening (EU) nr. 181/2011 tot vaststelling van "de rechten van autobus- en touringcarpassagiers";
  • Verordening (EU) nr. 1177/2010 tot vaststelling van "de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen".

Er zijn ook specifieke bepalingen uitgewerkt om ervoor te zorgen dat passagiers met beperkte mobiliteit over de nodige voorzieningen kunnen beschikken en niet ten onrechte worden geweigerd.

In december 2011 heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gehecht aan "Een Europese visie voor passagiers: mededeling over passagiersrechten in alle vervoerswijzen" (COM(2011) 898 definitief). Dit betekende een erkenning van de inspanningen om maatregelen in te voeren ter bescherming van reizigers in alle vervoerswijzen, met dien verstande dat er geen volledig pakket aan rechten wordt toegepast. De mededeling is gericht op het consolideren van de bestaande werkzaamheden en het evolueren naar een meer coherente, doeltreffende en geharmoniseerde toepassing van rechten samen met een beter inzicht onder de passagiers.

In maart 2011 heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gehecht aan een Witboek, het "Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte – werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem" (COM(2011) 144 definitief). Deze alomvattende strategie bevat een stappenplan van 40 specifieke initiatieven om te bouwen aan een concurrerend vervoersysteem gedurende een periode van tien jaar dat gericht is op de verbetering van mobiliteit, het opheffen van grote belemmeringen op kerngebieden en het versnellen van groei en werkgelegenheid.

Meer details over de voorstellen van de Europese Commissie voor vervoersbeleidsinitiatieven zijn terug te vinden in een inleidend artikel over vervoer in de EU.

Rechtstreekse toegang tot

Andere artikelen
Tabellen
Databank
Speciale sectie
Publicaties
Methodologie
Visualisaties




Vervoer, volume en vervoerswijze (t_tran_hv) (in het Engels)
Verhouding tussen volume personenvervoer en het bbp (tsdtr240) (in het Engels)
Uitsplitsing personenvervoer naar vervoerswijze (tsdtr210) (in het Engels)
Vervoer per spoor (t_rail) (in het Engels)
Personenvervoer per spoor (ttr00015) (in het Engels)
Vervoer door de lucht (t_avia) (in het Engels)
Personenvervoer door de lucht (ttr00012) (in het Engels)
Multimodale gegevens (tran) (in het Engels)
Vervoer, volume en uitsplitsing naar vervoerswijze (tran_hv) (in het Engels)
Verhouding tussen volume personenvervoer en het BBP (tran_hv_pstra) (in het Engels)
Uitsplitsing personenvervoer naar vervoerswijze (tran_hv_psmod) (in het Engels)
Vervoer per spoor (rail) (in het Engels)
Bemetering vervoer per spoor - personen (rail_pa) (in het Engels)
Vervoer over de weg (road) (in het Engels)
Bemetering vervoer over de weg - personen (road_pa) (in het Engels)
Vervoer over zee (mar) (in het Engels)
Vervoer over zee – personen – gedetailleerde jaarlijkse en driemaandelijkse resultaten (mar_pa) (in het Engels)
Vervoer door de lucht (avia) (in het Engels)
Bemetering vervoer door de lucht – personen (avia_pa) (in het Engels)
  • [{{Template:Dedicated section|dedicated_section=transport} Vervoer]

Referentiehandleidingen

Methodologische opmerkingen

ESMS metadata files (in het Engels)