Statistics Explained

Archive:Statistieken over elektriciteitsprijzen

Revision as of 19:13, 7 December 2017 by EXT-A-Redpath (talk | contribs)
Gegevens van juni 2017. Recentste gegevens: Meer informatie van Eurostat, Hoofdtabellen en Databank. Geplande update van het artikel: februari 2018.
Tabel 1: Elektriciteitsprijzen, tweede helft van het jaar, 2014-2016
(EUR per kWh)
Bron: Eurostat (nrg_pc_204) en (nrg_pc_205)
Figuur 1: Elektriciteitsprijzen voor huishoudens, tweede helft 2016
(EUR per kWh)
Bron: Eurostat (nrg_pc_204)
Figuur 2: Ontwikkeling van elektriciteitsprijzen voor huishoudens, EU-28, 2008-2016
(EUR per kWh)
Bron: Eurostat (nrg_pc_204)
Figuur 3: Verandering in elektriciteitsprijzen voor huishoudens in vergelijking met 12 maanden daarvoor, tweede helft 2016
(%)
Bron: Eurostat (nrg_pc_204)
Figuur 4: Elektriciteit — aandeel van door huishoudens betaalde belastingen en heffingen, tweede helft 2016
(%)
Bron: Eurostat (nrg_pc_204)
Tabel 2: Uitgesplitste gegevens over elektriciteitsprijzen voor huishoudens, tweede helft 2016
Bron: Eurostat (nrg_pc_204_c)
Figuur 5: Aandeel in elektriciteitsprijs voor huishoudens, zonder belastingen en heffingen, tweede helft 2016
(%)
Bron: Eurostat (nrg_pc_204_c)
Figuur 6: Elektriciteitsprijzen voor industriële verbruikers, tweede helft 2016
(EUR per kWh)
Bron: Eurostat (nrg_pc_205)
Figuur 7: Ontwikkeling van elektriciteitsprijzen voor industriële verbruikers, EU-28, 2008-2016
(EUR per kWh)
Bron: Eurostat (nrg_pc_205)
Figuur 8: Verandering in elektriciteitsprijzen voor industriële verbruikers in vergelijking met 12 maanden daarvoor, tweede helft 2016
(%)
Bron: Eurostat (nrg_pc_205)
Figuur 9: Elektriciteit — aandeel van niet-terugvorderbare belastingen en heffingen door industriële verbruikers, tweede helft 2016
(%)
Bron: Eurostat (nrg_pc_205)
Tabel 3: Uitgesplitste gegevens over elektriciteitsprijzen voor industriële verbruikers, tweede helft 2016
Bron: Eurostat (nrg_pc_205_c)
Figuur 10: Aandeel in elektriciteitsprijs voor industriële verbruikers, zonder belastingen en heffingen, tweede helft 2016
(%)
Bron: Eurostat (nrg_pc_205_c)

In dit artikel wordt de ontwikkeling van de elektriciteitsprijzen besproken voor industriële verbruikers en huishoudensin de Europese Unie (EU). Het bevat eveneens prijsgegevens uit IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Albanië, de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië, Montenegro, Servië, Turkije, Bosnië en Hercegovina, Kosovo [1], Moldavië en meest recentelijk ook uit Oekraïne.

De energieprijs in de EU is afhankelijk van een verscheidenheid aan vraag- en aanbodomstandigheden, waaronder de geopolitieke situatie, de nationale energiemix, invoerdiversificatie, netwerkkosten, milieukosten, zware weersomstandigheden of accijnzen en belastingen. De prijzen die in dit artikel besproken worden zijn inclusief belastingen, heffingen en btw voor huishoudens, maar exclusief terugvorderbare belastingen, heffingen en btw voor industriële/commerciële verbruikers.

Belangrijkste statistische resultaten

In tabel 1 vindt u een overzicht van de gemiddelde elektriciteitsprijzen in euro's per kilowattuur (EUR per kWh) over de afgelopen drie jaar (tweede helft van elk jaar).

Elektriciteitsprijzen voor huishoudens

Voor huishoudens (in dit artikel gedefinieerd als middelgrote consumenten met een jaarlijks verbruik tussen 2 500 kWh en 5 000 kWh), waren de elektriciteitsprijzen in de tweede helft van 2016 van alle EU-lidstaten het hoogst in Denemarken (EUR 0,308 per kWh), Duitsland (EUR 0,298 per kWh) en België (EUR 0,275 per kWh). Zie figuur 1. De laagste elektriciteitsprijzen waren in Bulgarije (EUR 0,094 per kWh), Hongarije (EUR 0,113 per kWh) en Litouwen (EUR 0,117 per kWh). De prijs van elektriciteit voor huishoudens was in Denemarken en Duitsland meer dan drie keer zo hoog als die in Bulgarije

De gemiddelde prijs in de EU-28 — een gewogen gemiddelde op grond van de meest recente gegevens (2015) over de hoogte van het elektriciteitsverbruik door huishoudens — was EUR 0,205 per kWh.

De ontwikkeling van de elektriciteitsprijzen voor huishoudens in de EU-28 sinds de eerste helft van 2008 wordt in figuur 2 weergegeven. Deze prijzen stegen in 2008, daalden in de eerste helft van 2009 maar bleven in de tweede helft stabiel, en stegen vervolgens continu vanaf de eerste helft van 2010 tot in de tweede helft van 2016, behalve een daling met 2,4 % in de eerste helft van 2016.

Figuur 3 toont de verandering in elektriciteitsprijzen tussen de tweede helft van 2015 en de tweede helft van 2016 voor huishoudens, met inbegrip van alle belastingen en btw, in de nationale munteenheid. Deze prijzen daalden in de bewuste periode in 15 van de EU-lidstaten. De hoogste prijsstijging vond plaats in België (16,7 %), en de voornaamste dalingen van de elektriciteitsprijs voor huishoudens vonden plaats in Cyprus (-11,8 %) en in Nederland ( 13,8 %).

Het aandeel van belastingen en heffingen in de totale consumptieprijs van elektriciteit voor huishoudens wordt getoond in figuur 4. Het relatieve belastingbedrag in de tweede helft van 2016 was het kleinst in Malta (4,8 %), waar een relatief laag btw-tarief werd toegepast op de basisprijs en voor huishoudens geen andere belastingen werden geheven. Het hoogste aandeel van belastingen was in Denemarken, waar 67,8 % van de uiteindelijke prijs uit belastingen en heffingen bestond.

Tabel 2 toont de samenstelling van de elektriciteitsprijs voor huishoudens, uitgesplist naar de volgende drie componenten: energie en levering; netwerkkosten; belastingen en heffingen.

Het relatieve belang van de component energie en levering in vergelijking met netwerkkosten is te zien in figuur 5; Het aandeel van deze laatste component was relatief klein in Malta, Cyprus, Griekenland, Bulgarije, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Italië en Ierland.

Elektriciteitsprijzen voor industriële verbruikers

Voor industriële verbruikers (in dit artikel gedefinieerd als middelgrote consumenten met een jaarlijks verbruik tussen 500 MWh en 2 000 MWh), waren de elektriciteitsprijzen in de tweede helft van 2016 in Italië en Duitsland het hoogst van alle EU-lidstaten (zie figuur 6). De gemiddelde prijs voor de EU-28 — een gewogen gemiddelde van de meest recente gegevens (2015) voor de omvang van de consumptie van industriële verbruikers — was EUR 0,114 per kWh.

De ontwikkeling van de elektriciteitsprijzen voor industriële verbruikers in de EU-28 sinds de eerste helft van 2008 wordt in figuur 7 weergegeven. Deze prijzen namen in 2008 en in de eerste helft van 2009 toe, daalden in de tweede helft van 2009 en stegen daarna ieder half jaar opnieuw tot in de eerste helft van 2013. In de tweede helft van 2013 daalde de gemiddelde prijs iets en steeg daarna aanzienlijk (4,3 %) in de eerste helft van 2014, tot een hoogtepunt van EUR 0,123 per kWh. Vanaf de tweede helft van 2014 is er een dalende trend waargenomen.

Figuur 8 toont de verandering in elektriciteitsprijzen tussen de tweede helft van 2015 en de tweede helft van 2016 voor industriële verbruikers, met inbegrip van alle niet-terugvorderbare belastingen en heffingen, in de nationale munteenheid. Deze prijzen daalden in deze periode in 22 van de EU-lidstaten. De hoogste prijsstijging werd waargenomen in Zweden (14,3 %) en België (7,1 %). In Litouwen daalde de prijs van elektriciteit voor industriële gebruikers met 11,5 %.

Het aandeel van belastingen en heffingen in de totale consumptieprijs van elektriciteit voor industriële gebruikers wordt getoond in figuur 9. In de tweede helft van 2016 was het hoogste aandeel van belastingen in Duitsland, waar niet-terugvorderbare belastingen en heffingen 46,8 % van de totale prijs vormden.

Tabel 3 toont de samenstelling van de elektriciteitsprijs voor industriële verbruikers, uitgesplist naar de volgende drie componenten: energie en levering; netwerkkosten; belastingen en heffingen.

Het relatieve belang van de component energie en levering in vergelijking met de netwerkkosten is te zien in figuur 10; Het aandeel van deze laatste was relatief laag in Malta, terwijl netwerkkosten meer dan de helft van de elektriciteitsprijs voor industriële verbruikers uitmaakten in Slowakije en Letland.

Gegevensbronnen en -beschikbaarheid

Definitie van huishoudens

In dit artikel wordt met huishoudens een gemiddeld standaard huishoudelijk verbruik bedoeld, met een jaarlijks elektriciteitsverbruik tussen 2 500 en 5 000 kWh. Alle cijfers zijn eindverbruikersprijzen inclusief belasting, heffingen en btw.

Bij de vergelijking tussen 2015 en 2016 wordt gebruik gemaakt van prijzen in nationale munteenheden, om de invloed van schommelingen in wisselkoersen tussen nationale munteenheden en de euro uit te sluiten, in het geval van EU-lidstaten of derde landen die de euro niet gebruiken.

Definitie van industriële verbruikers

In dit artikel wordt met industriële verbruikers een gemiddeld standaard industrieel verbruik bedoeld, met een jaarlijks elektriciteitsverbruik tussen 500 en 2 000 MWh. De in dit artikel aangegeven prijzen zijn de basisprijzen voor elektriciteitsproductie en netwerkkosten, inclusief alle niet-terugvorderbare belastingen en heffingen.

Methodologie

Vanwege een veranderde methode sinds 2007 is er een breuk in de reeks, zodat er slechts een relatief korte tijdreeks beschikbaar is. Toch hebben de elektriciteitsprijzen zelfs in dit relatief korte tijdsbestek aanzienlijk gefluctueerd.

Dankzij de verplichting van de lidstaten om aan Eurostat informatie te sturen over prijzen voor verschillende categorieën industriële verbruikers en gegevens over marktaandelen, verkoopvoorwaarden en prijsregelingen, is de doorzichtigheid van energieprijzen in de EU gewaarborgd. De prijzen voor huishoudens worden op vrijwillige basis verstrekt.

Elektriciteitstarieven of tariefstelsels verschillen van leverancier tot leverancier. Prijzen kunnen zijn bepaald door onderhandelingen, met name voor grote industriële verbruikers. Voor kleinere verbruikers wordt de prijs meestal bepaald door de hoeveelheid verbruikte elektriciteit en een aantal andere kenmerken. In veel tarieven is ook een vorm van vaste kosten opgenomen. Er bestaat daarom niet één prijs voor elektriciteit. Om de prijzen in de tijd en tussen de EU-lidstaten te kunnen vergelijken, geeft dit artikel informatie voor verbruiksbandbreedten voor huishoudens en industriële verbruikers. Er zijn in totaal vijf verschillende typen huishoudens waarvoor elektriciteitsprijzen worden verzameld, in verschillende bandbreedten voor het jaarlijkse verbruik. Voor industriële verbruikers worden er elektriciteitsprijzen verzameld voor zeven verschillende typen gebruikers.

De statistieken betreffende elektriciteitsprijzen voor industriële verbruikers worden verzameld op grond van een Besluit van de Europese Commissie (2007/394/EG) van 7 juni 2007 tot wijziging van Richtlijn 90/377/EG van de Raad [1] betreffende de toe te passen methode voor het verzamelen van gas- en elektriciteitsprijzen. Richtlijn 2008/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 heeft betrekking op procedures tot verbetering van de doorzichtigheid van gas- en elektriciteitsprijzen voor industriële eindverbruikers. Zoals aangegeven worden de elektriciteitsprijzen voor huishoudens op vrijwillige basis verzameld.

De verzamelde prijzen zijn gemiddelde prijzen over een periode van zes maanden (een half jaar of semester), van januari tot juni (eerste helft of semester 1) en van juli tot december (tweede helft of semester 2) van elk jaar. De prijzen bestaan uit het basistarief voor elektriciteit, vervoers- en distributiekosten, meterhuur en andere diensten. De aangegeven elektriciteitsprijzen voor huishoudens zijn inclusief belastingen, heffingen, non-fiscale heffingen, retributies en btw, aangezien deze gewoonlijk van invloed zijn op de uiteindelijke prijs die huishoudens betalen. Aangezien industriële verbruikers de btw meestal terug kunnen vorderen, worden de prijzen voor ondernemingen getoond zonder btw of andere terugvorderbare belastingen/heffingen/retributies. De eenheid voor elektriciteitsprijzen is euro per kilowattuur (EUR per kWh).

Context

De prijs en voorspelbaarheid van de energielevering, met name elektriciteit, zijn kernelementen van de energiestrategie van een land. Elektriciteitsprijzen zijn van bijzonder belang voor het internationaleconcurrentievermogen, aangezien elektriciteit gewoonlijk een significant deel van de totale energiekosten vormt voor de industrie en de dienstensector. In tegenstelling tot de prijs van andere fossiele brandstoffen, die gewoonlijk op de wereldmarkt tegen relatief uniforme prijzen worden verhandeld, bestaat er onder de EU-lidstaten een grotere verscheidenheid aan prijzen voor elektriciteit. De prijs van elektriciteit wordt tot op bepaalde hoogte beïnvloed door de prijs van primaire brandstoffen en meer recentelijk door de prijs van koolstof (CO2)-emissiecertificaten.

Deze kwesties zijn behandeld in een Mededeling van de Europese Commissie Maatregelen tegen de stijgende olieprijzen (COM(2008) 384), waarin de EU werd opgeroepen om energie-efficiënter en minder afhankelijk van fossiele brandstoffen te worden — dit met name door de aanpak uit het klimaat- en energiepakket te volgen.

De EU heeft vanaf de tweede helft van de jaren 90 maatregelen genomen om de elektriciteits- en gasmarkt te liberaliseren. In 2003 zijn richtlijnen aangenomen die gemeenschappelijke regels vaststellen voor de interne markt voor elektriciteit en aardgas. Er zijn termijnen gesteld voor het openen van markten en om klanten hun leverancier te laten kiezen: per 1 juli 2004 voor zakelijke klanten en per 1 juli 2007 voor alle verbruikers (waaronder huishoudens). Een aantal EU-lidstaten liep op het liberalisatieproces vooruit, terwijl andere de nodige maatregelen in veel lager tempo namen. Er bestaan zelfs nog steeds belangrijke barrières voor toetreding op vele elektriciteits- en aardgasmarkten, wat blijkt uit het aantal markten dat nog steeds wordt gedomineerd door een (bijna) monopolie van een leverancier. In juli 2009 hebben het Europees Parlement en de Raad eenderde pakket regelgevingsvoorstellen aangenomen, gericht op het waarborgen van een werkelijke en doeltreffende keuze van leveranciers en op voordelen voor klanten. Men denkt dat doorzichtiger gas- en elektriciteitsprijzen een eerlijke mededinging bevorderen, door klanten te stimuleren om te kiezen tussen verschillende energiebronnen (olie, kolen, aardgas of hernieuwbare energiebronnen) en tussen verschillende leveranciers. Doorzichtigheid van energieprijzen kan doeltreffender worden gemaakt door de tarieven en tariefstelsels zo breed mogelijk bekend te maken.

Zie ook

Meer informatie van Eurostat

Hoofdtabellen

Energy Statistics - prices (t_nrg_price)
Elektriciteitsprijzen per type gebruiker (ten00117)

Databank

Energy Statistics - prices of natural gas and electricity (nrg_price)
Energy Statistics - natural gas and electricity prices (from 2007 onwards) (nrg_pc)
Energy Statistics - natural gas and electricity prices (until 2007) (nrg_pc_h)

Speciale sectie

Methodologie / Metadata

Brongegevens voor de tabellen en figuren (MS Excel)

Externe links

Voetnoten

  1. Deze aanduiding laat standpunten betreffende status onverlet en is in lijn met UNSCR 1244/1999 en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.