Voedingsmiddelen, vloeibaar, hoge viscositeit
Definitie

(lijst GS-codes die onder deze kaart vallen)
Vloeibare voedingsmiddelen met een hoge viscositeit in bulkverpakking, zoals honing, tomatenproducten, sausen, jam, mais- en ahornstroop, melasse, mosterd, sappen, vruchten- en groentenconcentraten; dierlijke vetten en plantaardige oliën met een hoge viscositeit, reuzel, margarine, cacaoboter, pindakaas, plantaardig bakvet en soortgelijke producten. De hierboven vermelde producten kunnen ook worden beschouwd als producten met een lage viscositeit naargelang de exacte aard en/of temperatuur ervan.

Deze kaart omvat ook diervoederproducten, vloeibaar, lage viscositeit.

Zie voor ingevroren producten hoofdstuk "Monsternemingsprocedures".

Voor vloeibare voedingsmiddelen met een lage viscositeit, zie "Voedingsmiddelen, vloeibaar, lage viscositeit".

Voor individueel verpakte producten, zie de specifieke kaart voor "Verpakkingen, opgemaakt voor de verkoop in het klein".

Voor zuivelproducten, zie de specifieke kaart voor "Zuivelproducten".


Voedingsmiddelen, vloeibaar, hoge viscositeit
Aanbevolen minimale hoeveelheid voor elk eindmonster

  • 0,5 l of 0,5 kg
Toepasselijke normen (ISO- en EU-normen) en relevante wetgeving
  • EN ISO 707 Melk en melkproducten – Leidraad voor bemonstering.
  • EN ISO 5555: Plantaardige en dierlijke oliën en vetten - Monsterneming.
  • Verordening (EG) nr. 1989/2003 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2568/91 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden
  • Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2013 van de Commissie van 16 december 2013 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2568/91 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden
  • Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie van 27 januari 2009 tot vaststelling van de bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle van diervoeders
Raadpleeg ook uw nationale wetgeving en nationale richtsnoeren met betrekking tot bemonstering.


Nodige apparatuur
Voorgestelde monsternemer naargelang de gebruikte methode
  • Monsternemings-beker (L04-01)
  • Monsternemer met zuigerbuis (L05-01)
  • Monsternemings-schep (S03-01)
  • Monsternemings-spiraal (S04-01)
  • Draagbare monsterboor (E02-01)
Koper en koperlegeringen (bv. messing) mogen niet worden gebruikt.

Te gebruiken houders voor de monsterneming
  • Glazen flessen (G01)
  • Metalen houders (M01)
  • Plastic flessen, wijde vulopening, formaat 500-1 000 ml (P03, P04), bij voorkeur niet doorzichtig.
Alle houders moeten geschikt zijn voor voeding, met inbegrip van producten met een hoog zuurgehalte.

Veiligheidsvoorzorgen en risicobeoordeling
  • U moet op de hoogte zijn van en voldoen aan alle gezondheids- en veiligheidsvoorschriften van de plaatselijke risicobeoordeling en/of veilige praktijken op het werk voor de plaats waar u de bemonstering moet uitvoeren.
  • Let op eventuele veiligheidsetiketten. Als u aanwijzingen heeft dat er gevaarlijke goederen zijn, vraag dan het veiligheidsinformatieblad of de ADR.
  • Zie “Gezondheid en veiligheid voor de bemonstering van voedingsmiddelen” voor gedetailleerd advies over hygiëne en risico’s betreffende vloeibare producten.
  • De voedingsmiddelen moeten hygiënisch worden behandeld.
  • Zorg ervoor dat u schone en voor de omstandigheden geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen heeft.

Monsternemings-plan
Soort zending Procedure
Zendingen voor douaneafhandeling Eén verzamelmonster bestaat uit een passend aantal basismonsters die willekeurig of systematisch in de hele zending zijn gekozen. Als u zeker weet dat de zending homogeen is, wordt er doorgaans één basismonster genomen dat de in dezelfde douaneaangifte opgenomen goederen vertegenwoordigt.

Zendingen voor GLB (uitvoerrestituties) of accijnscontrole

Het verzamelmonster bestaat uit een toereikend aantal ondermonsters. Het minimumaantal ondermonsters wordt hieronder beschreven. Als de zending bestaat uit goederen die voortkomen uit één productielijn (identiek ladingnummer), kan een lager aantal monsters worden genomen.
Verticale vaste tanks, horizontale vaste tanks, tanks van schepen, tankwagons en -wagens Een verzamelmonster van een of meer basismonsters, genomen op verschillende hoogten, afhankelijk van het vloeistofpeil in de tank en het aantal tanks, willekeurig of systematisch in de hele zending gekozen, zie Bemonstering van vloeistoffen, 1.1 Monsterneming uit tanks en 1.2 Monsterneming uit schepen of tankschepen/tankbakken, in het algemene gedeelte.

Als het product de vorm heeft van romige of harde pasta, neem dan minstens vijf basismonsters (één in het midden plus vier op middelpunten tussen het midden en de bovenkant) van elke lading.

Controleer of de lading homogeen is; in geval van twijfel moet u verscheidene basismonsters nemen. Er moeten extra verzamelmonsters uit tanks worden samengesteld indien deze verschillende producten of ladingen bevatten.

Meestal wordt het monster genomen uit de bovenste openingen door het luik. Er kan ook gebruik worden gemaakt van transversale bemonstering.

Transportverpakkingen, vaten, trommels, kisten, blikken Eén of meer verzamelmonster(s): uit basismonsters (één of meer, afhankelijk van de homogeniteit van het product, aantal recipiënten), genomen uit het midden van elke willekeurig of systematisch gekozen recipiënt in de gehele zending, zie 1.3 Monsterneming uit transportpakketten in het algemene gedeelte.

Een verzamelmonster mag enkel worden samengesteld uit recipiënten van dezelfde lading in dezelfde zending. Als er verscheidene batches zijn, moeten deze afzonderlijk worden geïdentificeerd en bemonsterd.

Homogeniseer, indien mogelijk, de inhoud van de recipiënt vóór de bemonstering.

Vloeibare voedingsmiddelen in beweging Eén verzamelmonster: Als het product mechanisch wordt verplaatst door zwaartekracht, pompen of andere apparatuur, kunnen er aan de zijkant van de brandstofleiding driewegkleppen zijn waarmee met regelmatige tussenpozen, bepaald op basis van de voortschrijdende snelheid van de brandstofstroom, monsters kunnen worden genomen, zie 1.6 Monsterneming van vracht in beweging, in het algemene gedeelte.


Omgaan met monsters
Algemene opmerkingen
  • Als het product als los stortgoed wordt vervoerd, moet de lading worden beschouwd als een geheel en moeten de monsters op alle plaatsen van de lading worden genomen.
  • Warm de monsters niet op.
  • Als het product de vorm heeft van harde pasta, gebruik dan een boor om op verschillende plaatsen en diepten basismonsters te nemen en bereidt het verzamelmonster voor in een geschikte emmer door de kernen van het product te breken en te mengen met de metalen spatel, en verpak de monsters in geschikte recipiënten.
Monsternemings-formulier
  • Vul het monsternemings-formulier in. Voeg één exemplaar bij de monsters en houd één exemplaar bij om te archiveren.
Vervoer
  • Bescherm de monsters tegen licht en geuren om verontreiniging, micro-organismen of andere situaties te voorkomen die het monster kunnen aantasten.
  • Houd de monsters indien nodig gekoeld. De koelketen moet worden gehandhaafd en vastgelegd.
Opslag
  • Bescherm de monsters tegen bronnen van verontreiniging (geuren, vloeistoffen enz.) en contact met andere stoffen.
  • Voor bederfelijke goederen:
    • Houd de goederen gekoeld op minder dan 4 °C. De temperatuur van de koelketen moet worden vastgelegd.
    • Bij langere opslag de monsters bij -18 °C of kouder invriezen en de temperatuur tijdens de opslag controleren.

Voedingsmiddelen, vloeibaar, hoge viscositeit (breid lijst uit)
GS-nummer Beschrijving


Herzieningen
Versie Datum Wijzigingen
1.0 12.10.2012 Eerste versie
1.0.1 30.03.2019 Update - Recommended minimum quantity for each sample is changed
1.1 15.07.2021 Update - New format, addition of animal feed HS Codes and other modifications