Zesde verslag inzake economische, sociale en territoriale cohesie

Zesde verslag inzake economische, sociale en territoriale cohesie

Reports

Datum: 23 jul 2014

Periode: 2007-2013

Thema: Business support, Culture, Energy, Environment, Rural development, Tourism, Transport, Urban development, Research and innnovation, Research & Development, Sustainable development, Social inclusion, Jobs, Education and Training, Structural Funds management and Governance, Smart Specialisation, Inclusive growth

Talen:   bg | cs | da | de | el | en | es | et | fi | fr | hr | hu | it | lt | lv | mt | nl | pl | pt | ro | sk | sl | sv

Dit verslag komt uit het aan begin van een nieuwe zevenjarige programmeringsperiode voor het cohesiebeleid, op een moment dat de situatie in de EU in niets meer lijkt op de situatie aan het begin van de voorgaande periode in 2007. Op dat ogenblik bevond de EU zich in een langdurige periode van economische groei. De inkomensniveaus stegen, net als de arbeidsparticipatie en de overheidsinvesteringen. Armoede en sociale uitsluiting namen af en de regionale verschillen krompen. Maar ondanks die positieve tendensen bleven de verschillen tussen de verschillende soorten regio's groot.

De komst van de crisis veranderde dit allemaal. Sinds 2008 is de verheidsschuld dramatisch gestegen, zijn de inkomens van veel mensen in de EU gedaald, is de arbeidsparticipatie in de meeste landen afgenomen en is de werkloosheid in ruim twintig jaar niet zo hoog geweest. Ondertussen hebben armoede en sociale uitsluiting om zich heen gegrepen. Tegelijkertijd zijn de regionale verschillen wat betreft arbeidsparticipatie en werkloosheid toegenomen. In veel landen nemen ook de verschillen in BBP per hoofd van de bevolking niet langer af of nemen die verschillen zelfs toe. Deze ontwikkelingen brengen met zich mee dat de Europa 2020-doelstellingen op het gebied van werkgelegenheid en armoede nu aanzienlijk verder weg zijn dan toen ze werden opgesteld en er zal de komende zes jaar dan ook een aanzienlijke inspanning nodig zijn om deze doelstellingen te bereiken, en dat tegen een achtergrond van substantiele begrotingsbeperkingen.