Statistics Explained

Archive:Toerismestatistieken

Revision as of 10:41, 23 March 2012 by Debusmc (talk | contribs)
Gegevens van september 2011. Meest recente gegevens: Meer informatie van Eurostat, Hoofdtabellen en Databank.

Dit artikel bevat informatie over recente statistieken met betrekking tot het toerisme in de Europese Unie (EU). Het toerisme is een belangrijke sector met groot economisch en werkgelegenheidspotentieel en belangrijke implicaties op sociaal gebied en voor het milieu. Toerismestatistiek wordt niet alleen gebruikt om toezicht te houden op het toerismebeleid van de EU maar ook om haar regionaal en duurzameontwikkelingsbeleid te monitoren.

Tabel 1: Vakantiereizen door ingezetenen (15 jaar en ouder), 2010 – Bron: Eurostat (tour_dem_ttq)
Tabel 2: Toerisme-indicatoren, 2005-2010 – Bron: Eurostat (tin00039), (tin00040), (tin00041), (tin00043), (tin00045), (tps00001) en (tps00010)
Figuur 1: Aantal overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven, EU-27, 2000-2010 (1)
(1 000 miljoen overnachtingen) - Bron: Eurostat (tour_occ_ninat) en (tour_occ_nim)
Tabel 3: Tien belangrijkste lidstaten van herkomst voor uitgaande vakanties, 2010
(1 000 overnachtingen in het buitenland door ingezetenen van het land) - Bron: Eurostat (tour_dem_tnw) en (tour_dem_tnq)
Figuur 2: Land van herkomst voor uitgaande vakanties, 2010
(gemiddeld aantal overnachtingen per inwoner) - Bron: Eurostat (tour_dem_tnq) en (tps00001)
Figuur 3: Toeristische bestemmingen – aantal overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven, 2010 (1)
(1 000 overnachtingen in het land door niet-ingezetenen) - Bron: Eurostat (tour_occ_ninat) en (tour_occ_nim)
Tabel 4: Tien belangrijkste toeristische bestemmingen – aantal overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven, 2010
(1 000 overnachtingen in het land door niet-ingezetenen) - Bron: Eurostat (tour_occ_ninat) en (tour_occ_nim)
Figuur 4: Toerisme-intensiteit, 2010
(aantal overnachtingen door ingezetenen en niet-ingezetenen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven, per inwoner) - Bron: Eurostat (tour_occ_ninat), (tour_occ_nim) en (tps00001)
Tabel 5: Inkomsten uit en uitgaven aan toeristische reizen, 2000-2010 – Bron: Eurostat (bop_its_deth), (bop_its_det), (bop_q_c) en (nama_gdp_c)

De laatste tientallen jaren is het toerisme steeds belangrijker geworden, zowel voor ondernemingen als voor individuele personen. Volgens schattingen van het Directoraat-generaal Ondernemingen en Industrie van de Europese Commissie is het toerisme goed voor meer dan 5 % van het bruto binnenlands product (BBP) van de EU-27. In de logiesverstrekkende sector van de EU-27 werken 2,3 miljoen mensen; in de hele toeristische sector van de EU-27 wordt het totale aantal banen op 12 tot 14 miljoen geschat (voorlopige schattingen uit de satellietrekeningen voor het toerisme).

Belangrijkste statistische resultaten

Volume van het toerisme – vraag en aanbod

Ingezetenen van de EU (m.u.v. Malta) maakten in 2010 ruim 1 000 miljoen vakantiereizen. Bij iets meer dan de helft (55,5 %) hiervan ging het om korte reizen, d.w.z. met één tot drie overnachtingen (zie tabel 1). Ongeveer driekwart (76,6 %) van de reizen ging naar een binnenlandse en 23,4 % naar een buitenlandse bestemming.

In sommige lidstaten (bv. Luxemburg, België, Slovenië en Nederland) werd meer dan de helft van alle vakanties in het buitenland doorgebracht. Ingezetenen van Roemenië, Spanje, Griekenland, Bulgarije en Portugal gingen echter maar weinig op vakantie naar het buitenland (minder dan 10 % van alle vakantiereizen). De grootte en de geografische ligging van de lidstaat lijken hierbij een factor te zijn (de inwoners van kleinere noordelijke landen zijn meer geneigd om voor hun vakantie naar het buitenland te gaan).

Er wordt geschat dat circa 51,5 % van de bevolking van de EU-27 in 2010 toeristische activiteiten heeft ondernomen, d.w.z. in dat jaar ten minste één reis met ten minste vier overnachtingen heeft gemaakt. Ook hier zijn er grote verschillen: de participatiegraad varieerde van 5,3 % in Bulgarije tot 87,8 % in Cyprus (zie tabel 2).

Wat het aanbod betreft, wordt geschat dat in 2010 in de EU-27 bijna 204 000 hotels en dergelijke operationeel waren; er waren meer dan 256 000 andere collectieve logiesverstrekkende bedrijven (zoals campings en vakantiewoningen). De hotels en dergelijke hadden samen ruim 12,4 miljoen bedden, waarvan bijna de helft (46,2 %) in Italië (2,3 miljoen bedden), Spanje (1,8 miljoen bedden) en Duitsland (1,7 miljoen bedden). In 2010 hebben ingezetenen en niet-ingezetenen (buitenlanders) meer dan 1 500 miljoen keer in een hotel of dergelijk logiesverstrekkend bedrijf in de EU-27 overnacht.

In het algemeen is het aantal toeristische overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven in de afgelopen tien jaar toegenomen. Na de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten in 2001 en door de financiële en economische crisis zakte het toerisme echter kortstondig in: het aantal toeristische overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven in de EU-27 daalde in 2008 met 0,6 % en in 2009 met 2,8 %. In 2010 was er echter opnieuw een stijging met 0,9 % tot meer dan 2 250 miljoen overnachtingen (zie Figuur 1).

Topbestemmingen

Duitse ingezetenen overnachtten in 2010 640,6 miljoen keer in collectieve logiesverstrekkende bedrijven buiten Duitsland, gevolgd door de Britten met 504,3 miljoen buitenlandse overnachtingen. De ingezetenen van deze twee lidstaten namen bijna de helft (49,4 %) van het totale aantal buitenlandse overnachtingen door ingezetenen van de EU-27 voor hun rekening. Als wij ook andere lidstaten in aanmerking nemen, waren de tien lidstaten met de meeste buitenlandse overnachtingen door ingezetenen goed voor 87,4 % van de in totaal 2 315,3 miljoen overnachtingen in het buitenland in 2010 (zie Tabel 3).

Wanneer rekening wordt gehouden met het aantal inwoners, was Luxemburg de lidstaat met de meeste buitenlandse overnachtingen per inwoner (gemiddeld 21,2), gevolgd door Cyprus (14,7), Ierland (11,6 - gegevens voor 2009) en Nederland (ook 11,6). Aan de andere kant van het spectrum staan de Roemenen, Bulgaren en Grieken (gegevens voor 2009), die in 2010 per inwoner gemiddeld minder dan een keer in het buitenland overnachtten (zie Figuur 2).

In 2010 was Spanje de meest bezochte toeristische bestemming in de EU voor niet-ingezetenen (buitenlanders), met 213,3 miljoen overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven (23,2 % van het totaal voor de EU-27). De drie meest populaire bestemmingen in de lidstaten voor niet-ingezetenen waren Spanje, Italië (167,8 overnachtingen) en Frankrijk (85,2 miljoen overnachtingen). Samen zijn deze landen goed voor 50,7 % van de overnachtingen door niet-ingezetenen in de EU-27. De minst populaire bestemmingen waren Litouwen, Letland en Luxemburg (gegevens voor 2009); bij de interpretatie van deze cijfers moet echter de grootte van deze landen in aanmerking worden genomen (zie Figuur 3 en Tabel 4).

Het aantal overnachtingen (door ingezetenen en niet-ingezetenen) kan worden afgezet tegen het aantal inwoners van het land, waardoor een indicator van de toerisme-intensiteit wordt verkregen. Op basis van deze indicator bleken de Middellandse Zee-eilanden Malta en Cyprus, alsook Oostenrijk als bestemming voor bergtoerisme en stadsreizen, de meest populaire toeristische bestemmingen in de EU-27 te zijn (zie figuur 4).

Financiële aspecten van het internationale toerisme

Het economische belang van het toerisme kan worden afgelezen aan het aandeel van de inkomsten uit internationaal toerisme in het BBP. In 2010 was dit aandeel het hoogst voor Malta (13,2%) en Cyprus (9,5 %), wat bevestigt hoe belangrijk het toerisme voor deze eilandstaten is (zie tabel 5); voor Kroatië was het aandeel zelfs nog groter (13,9 % - gegevens voor 2009). In absolute cijfers waren de inkomsten uit internationaal toerisme in 2010 het hoogst in Spanje (39 621 miljoen EUR) en Frankrijk (34 939 miljoen EUR), gevolgd door Italië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.

Duitsland registreerde de hoogste uitgaven voor internationaal toerisme, in totaal 58 596 miljoen EUR in 2010, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (36 829 miljoen EUR) en Frankrijk (29 686 miljoen EUR). Wanneer deze uitgaven tegen het aantal inwoners worden afgezet, bleek dat de Luxemburgse ingezetenen in 2010 bij reizen in het buitenland gemiddeld 5 374 EUR per inwoner uitgaven, op grote afstand gevolgd door België (1 305 EUR per inwoner) en door Ierland, Denemarken en Cyprus. Zoals te verwachten, zijn deze vijf lidstaten alle relatief klein en scoorden zij ook heel hoog wat hun aandeel van lange uitgaande reizen (vier overnachtingen of meer) in het totale aantal vakantiereizen betreft.

Gegevensbronnen en beschikbaarheid

Voor de statistiek wordt onder toerisme verstaan de activiteit van bezoekers die gedurende minder dan een jaar een bezoek brengen aan een bestemming buiten hun gebruikelijke omgeving. Het doel van het bezoek kan velerlei zijn, bijvoorbeeld zaken, vrijetijdsbesteding of andere persoonlijke redenen dan om voor een in de bezochte plaats wonende persoon of voor een daar gevestigd huishouden of bedrijf te gaan werken. Vooralsnog heeft de toerismestatistiek alleen betrekking op bezoeken met ten minste een overnachting; vanaf 2014 worden ook statistieken opgesteld over uitgaande dagtochten.

Met Richtlijn 95/57/EG van 23 november 1995 betreffende de verzameling van statistische informatie op het gebied van het toerisme is een systeem van statistieken over het toerisme ingesteld. Deze rechtsgrondslag verplicht de lidstaten regelmatig een reeks vergelijkbare toerismestatistieken in te dienen. In 2004 en 2006 werd de Richtlijn gewijzigd in verband met de uitbreiding van de EU en recente veranderingen in de wereldmarkt voor toerisme. Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie stelden in juli 2011 een nieuwe verordening vast, Verordening 692/2011 betreffende Europese statistieken over toerisme en tot intrekking van Richtlijn 95/57/EG van de Raad; vanaf het referentiejaar 2012 moeten de resultaten overeenkomstig deze verordening worden verstrekt.

De toerismestatistieken van de EU kunnen in twee hoofddelen worden onderverdeeld: statistieken over de capaciteit en bezetting van collectieve logiesverstrekkende bedrijven en statistieken over de toeristische vraag. De gegevens over capaciteit en bezetting worden in de meeste lidstaten verzameld via enquêtes bij logiesverstrekkende bedrijven, die over de toeristische vraag vooral via reizigersenquêtes aan grensovergangen of via enquêtes bij huishoudens.

De statistieken over de capaciteit van collectieve logiesverstrekkende bedrijven omvatten gegevens over het aantal bedrijven, het aantal kamers en het aantal bedden. Deze statistieken worden jaarlijks per type bedrijf en per regio opgesteld.

Bij de statistieken over de bezetting van collectieve logiesverstrekkende bedrijven gaat het om het aantal aankomsten (in logiesverstrekkende bedrijven) en het aantal overnachtingen door ingezetenen en niet-ingezetenen, uitgesplitst naar type bedrijf of naar regio; er zijn jaarlijkse en maandelijkse statistische reeksen beschikbaar. Bovendien worden er statistieken over het bezettingspercentage van bedden opgesteld. De statistieken over de toeristische vraag betreffen de deelname aan het toerisme, d.w.z. het aantal personen dat gedurende de referentieperiode (jaar of kwartaal) ten minste één reis met ten minste vier overnachtingen heeft gemaakt. Er zijn statistieken over het aantal toeristische reizen (en het aantal overnachtingen gedurende die reizen), onderverdeeld naar:

  • land van bestemming;
  • maand van vertrek;
  • duur van het verblijf;
  • organisatie van de reis;
  • vervoermiddel;
  • type accommodatie;
  • uitgaven.

De gegevens kunnen ook naar verklarende sociaaldemografische variabelen, bijvoorbeeld leeftijd en geslacht, worden geanalyseerd.

Er kunnen ook gegevens uit andere officiële bronnen worden gebruikt om het toerisme te bestuderen. Daarbij gaat het onder meer om de volgende gegevens:

  • gegevens over de werkgelegenheid in logiesverstrekkende bedrijven uit de Arbeidskrachtenenquête (AKE), uitgesplitst naar arbeidstijd (voltijds/deeltijds), werkstatus, leeftijd, opleidingsniveau, geslacht, duur van de baan en anciënniteit bij dezelfde werkgever (jaar en kwartaalgegevens);
  • gegevens over ontvangsten en uitgaven in verband met privéreizen uit de betalingsbalans;
  • vervoerstatistieken (bijvoorbeeld luchtvervoer van passagiers);
  • structurele bedrijfsstatistieken (SBS) voor aanvullende gegevens over toeristenstromen en over de economische prestaties van bepaalde sectoren die met het toerisme verband houden.

Context

De EU is een belangrijke toeristische bestemming. Zes van haar lidstaten behoren tot de top tien van vakantiebestemmingen in de wereld. Het toerisme is een belangrijke economische activiteit in de EU en kan een positieve bijdrage leveren aan de werkgelegenheid en economische groei alsook aan de ontwikkeling in plattelandsgebieden en perifere of minder ontwikkelde regio's. Er bestaat behoefte aan betrouwbare en geharmoniseerde toerismestatistieken binnen de sector zelf, maar ook in de ruimere context van het regionaal en duurzameontwikkelingsbeleid.

Het toerisme kan een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van de Europese regio's. Infrastructuur voor toeristische doeleinden draagt bij tot de plaatselijke ontwikkeling en creëert of behoudt werkgelegenheid die het banenverlies door de teloorgang van industrie of platteland kan helpen opvangen. Duurzaam toerisme omvat behoud en verbetering van het cultureel en natuurlijk erfgoed, van kunst tot plaatselijke gastronomie of het behoud van de biodiversiteit.

In 2006 heeft de Europese Commissie de Mededeling (2006) 134 'A renewed EU tourism policy: towards a stronger partnership for European tourism’ goedgekeurd. Deze mededeling behandelt een reeks uitdagingen die het toerisme in de komende jaren zullen bepalen, waaronder de vergrijzing in Europa, de groeiende concurrentie uit de rest van de wereld, de vraag van de consument naar meer gespecialiseerd toerisme en de noodzaak duurzamer en milieuvriendelijker toeristische praktijken te ontwikkelen. Een concurrerender toeristisch aanbod en duurzame bestemmingen zouden bijdragen tot een grotere klanttevredenheid bij de toeristen en de positie van Europa als de belangrijkste toeristische bestemming in de wereld helpen bevestigen. In oktober 2007 werd deze mededeling gevolgd door de Mededeling ((2007) 621 'Een nieuw EU-toerismebeleid - Naar een sterker partnerschap voor het Europees toerisme’, waarin acties worden voorgesteld in verband met een duurzaam beheer van de bestemmingen, de integratie van aspecten van duurzame ontwikkeling in het bedrijfsleven en de bewustmaking van toeristen.

Mededeling (2010) 352 'Europa, toeristische topbestemming in de wereld – een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa’ werd in juni 2010 aangenomen. Daarvoor was het Verdrag van Lissabon in werking getreden, waarin het belang van het toerisme wordt erkend: de EU wordt op dit gebied exclusieve bevoegdheid verleend en besluiten kunnen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen worden genomen. Er is een specifiek artikel over het toerisme, waarin staat dat de EU "het optreden van de lidstaten in de toerismesector [zal aanvullen], met name door bevordering van het concurrentievermogen van de ondernemingen van de Unie in die sector". In haar mededeling uit 2010 bevordert de Europese Commissie een gecoördineerde aanpak voor initiatieven op het gebied van toerisme en stelt zij een nieuw actiekader vast om het concurrentievermogen van het toerisme en de capaciteit ervan voor duurzame ontwikkeling te vergroten. Ook werd een aantal Europese en multinationale initiatieven voorgesteld om deze doelstellingen te bereiken, waaronder consolidatie van de sociaaleconomische kennisbasis.

Meer informatie van Eurostat

Publicaties

Hoofdtabellen

Databank

Speciale sectie

Methodologie / Metadata

Andere informatie

Brongegevens voor tabellen, figuren en kaarten (MS Excel)

Externe links

Zie ook