Statistics Explained

Archive:Toerismestatistieken

Revision as of 15:09, 12 August 2013 by EXT-S-Allen (talk | contribs)
Gegevens van september 2012. Meest recente gegevens: Meer informatie van Eurostat, Hoofdtabellen en Databank.
Tabel 1: Vakantiereizen van ingezetenen
(15 jaar en ouder), 2011 – Bron: Eurostat (tour_dem_ttq)
Tabel 2: Toerisme-indicatoren, 2006 en 2011 – Bron: Eurostat (tin00039), (tin00040), (tin00041), (tin00043), (tour_occ_nim), (tin00045) en (pjanbroad)
Figuur 1: Aantal overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven, EU-27, 2000-2011
(1 000 miljoen overnachtingen van ingezetenen en niet-ingezetenen) - Bron: Eurostat (tour_occ_ninat) en (tour_occ_nim)
Tabel 3: Tien belangrijkste lidstaten van herkomst voor uitgaande vakanties, 2011
(1 000 overnachtingen in het buitenland door ingezetenen van het land) - Bron: Eurostat (tour_dem_tnw) en (tour_dem_tnq)
Figuur 2: Land van herkomst voor uitgaande vakanties, 2011 (1)
(gemiddeld aantal overnachtingen per inwoner) - Bron: Eurostat (tour_dem_tnw), (tour_dem_tnq) and pjanbroad
Figuur 3: Toeristische bestemmingen – aantal overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven, 2011 (1)
(1 000 overnachtingen in het land door niet-ingezetenen) - Bron: Eurostat (tour_occ_ninat) en (tour_occ_nim)
Tabel 4: Top tien van toeristische bestemmingen – aantal overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven, 2011 (1)
(1 000 overnachtingen in het land door niet-ingezetenen) - Bron: Eurostat (tour_occ_ninat) en (tour_occ_nim)
Figuur 4: Toerisme-intensiteit, 2011
(aantal overnachtingen door ingezetenen en niet-ingezetenen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven, per inwoner) - Bron: Eurostat (tour_occ_ninat), (tour_occ_nim) en (tps00001)
Tabel 5: Inkomsten uit en uitgaven aan toeristische reizen op de betalingsbalans, 2000-2011 – Bron: Eurostat (bop_its_deth), (bop_its_det) en (nama_gdp_c)

Dit artikel bevat informatie over recente statistieken met betrekking tot het toerisme in de Europese Unie (EU). Het toerisme speelt een belangrijke rol in de EU, niet alleen voor de economie en de werkgelegenheid maar ook vanwege de belangrijke maatschappelijke rol en de impact die het heeft op het milieu. Toerismestatistiek wordt niet alleen gebruikt om toezicht te houden op het toerismebeleid van de EU maar ook om haar regionale en duurzameontwikkelingsbeleid te monitoren.

De laatste tientallen jaren is het toerisme steeds belangrijker geworden, zowel voor bedrijven als voor particulieren. Volgens schattingen van het directoraat-generaal Ondernemingen en Industrie van de Europese Commissie is het toerisme goed voor meer dan 5 % van het bruto binnenlands product (bbp) van de EU-27. In de logiesverstrekkende sector van de EU-27 werken 2,4 miljoen mensen; in de hele toeristische sector van de EU-27 wordt het totale aantal banen geschat op 12 tot 14 miljoen (voorlopige schattingen uit de satellietrekeningen voor het toerisme).

Belangrijkste statistische resultaten

Omvang van het toerisme – vraag en aanbod

Ingezetenen van de EU-27 (van 15 jaar en ouder) maakten in 2011 ruim 1 055 miljoen vakantiereizen. Bij iets meer dan de helft (55,0 %) van alle vakantiereizen ging het om korte reizen, d.w.z. met één tot drie overnachtingen (zie tabel 1). Ongeveer driekwart (76,3 %) van de reizen ging naar een binnenlandse en de rest naar een buitenlandse bestemming.

In sommige EU-lidstaten had meer dan de helft van alle vakanties het buitenland als bestemming; dit was het geval voor Luxemburg, België, Slovenië en Nederland. Ingezetenen van Roemenië, Spanje, Griekenland en Portugal gingen echter maar weinig op vakantie naar het buitenland (minder dan 10 % van alle vakantiereizen). De grootte en de geografische ligging van de lidstaat leken hierbij een factor te zijn (de inwoners van kleinere noordelijke landen zijn meer geneigd om op vakantie naar het buitenland te gaan).

Er wordt geschat dat circa 51,9 % van de bevolking van de EU-27 in 2011 toeristische activiteiten heeft ondernomen, d.w.z. in dat jaar ten minste één reis met ten minste vier overnachtingen heeft gemaakt. Ook hier zijn er grote verschillen tussen de lidstaten, van 6,4 % in Bulgarije tot 90,3 % in Cyprus (zie tabel 2).

Wat het aanbod betreft, wordt geschat dat in 2011 in de EU-27 iets meer dan 202 000 hotels en dergelijke in bedrijf waren; er waren bijna 271 000 andere collectieve logiesverstrekkende bedrijven (zoals campings en vakantiewoningen). De hotels en dergelijke hadden samen bijna 12,6 miljoen bedden, waarvan bijna de helft (46,4 %) in Italië (2,3 miljoen bedden), Spanje (1,8 miljoen bedden) en Duitsland (1,7 miljoen bedden). In 2011 hebben ingezetenen en niet-ingezetenen (buitenlanders) meer dan 1 600 miljoen keer in een hotel of dergelijk logiesverstrekkend bedrijf in de EU-27 overnacht.

In het algemeen is het aantal toeristische overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven de afgelopen tientallen jaren toegenomen (zie figuur 1). Aan het begin van de onderzoeksperiode die in figuur 1 te zien is, lag dit aantal tamelijk laag, deels doordat het toerisme inzakte na de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten in 2001. Ook in 2008 en 2009 was er een tijdelijke terugval van het aantal toeristische overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven als gevolg van de financiële en economische crisis: het aantal toeristische overnachtingen in de EU-27 daalde in 2008 met 0,6 % en in 2009 met nog eens 2,8 % In 2010 steeg het echter opnieuw met 0,8 %. Deze positieve ontwikkeling zette zich voort: in 2011 trok de groei aan tot 5,0 %, wat uitkwam op in 2 364 miljoen overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven (zie figuur 1).

Top vakantiereizen naar het buitenland

In 2011 brachten ingezetenen van de EU-27 2 263 miljoen nachten door op vakantie in het buitenland (alleen privéreizen) (zie tabel 3). Duitse ingezetenen brachten in 2011 656 miljoen nachten tijdens vakanties buiten Duitsland door, gevolgd door de Britten met 502,9 miljoen buitenlandse overnachtingen; de ingezetenen uit deze twee landen waren goed voor meer dan de helft (51,2 %) van het totale aantal overnachtingen in het buitenland door ingezetenen in de EU-27 op vakantie.

Wanneer rekening wordt gehouden met het aantal inwoners, was Luxemburg de lidstaat met de meeste buitenlandse overnachtingen per inwoner (gemiddeld 22,0 overnachtingen per jaar op vakantie in 2011), gevolgd door Cyprus (13,3), Ierland (12,5, gegevens voor 2010) en Nederland (11,5). Aan de andere kant van het spectrum staan de Roemenen, Portugezen, Grieken (gegevens voor 2009), Bulgaren, Polen en Italianen (2010) die in 2011 per inwoner gemiddeld minder dan twee keer in het buitenland overnachtten (zie figuur 2).

Topbestemmingen

In 2011 was Spanje de meest bezochte toeristische bestemming in de EU voor niet-ingezetenen (buitenlanders), met 239,4 miljoen toeristische overnachtingen in collectieve logiesverstrekkende bedrijven ofwel bijna een kwart (23,2 %) van het totaal voor de EU-27. De drie populairste bestemmingen in de EU voor niet-ingezetenen waren Spanje, Italië (178,0 overnachtingen) en Frankrijk (123,0 miljoen overnachtingen). Samen zijn deze landen goed voor 52,5 % van het totale aantal overnachtingen door niet-ingezetenen in de EU-27. De minst populaire bestemmingen waren Luxemburg, Litouwen en Letland; bij de interpretatie van deze cijfers moet echter de grootte van deze landen in aanmerking worden genomen (zie figuur 3 en tabel 4).

Het aantal overnachtingen (door ingezetenen en niet-ingezetenen) kan worden afgezet tegen het aantal inwoners van elk land, waardoor een indicator van de toerisme-intensiteit wordt verkregen. Op basis van deze indicator bleken de Middellandse Zee-eilanden Malta en Cyprus, alsook Oostenrijk als bestemming voor bergtoerisme en stadsreizen, in 2011 de populairste toeristische bestemmingen in de EU-27 te zijn (zie figuur 4).

Economische aspecten van het internationale reisverkeer

Het economische belang van het internationale toerisme kan worden afgelezen aan het aandeel van de inkomsten uit internationaal toerisme in het bbp; deze gegevens zijn afkomstig uit de betalingsbalansstatistieken en omvatten zowel zaken- als plezierreizen. In 2011 was het aandeel van de inkomsten uit toerisme in het bbp het grootst in Malta (14,0 %) en Cyprus (10,2 %), wat het belang van het toerisme in deze eilandstaten bevestigt (zie tabel 5); een nog hoger aandeel werd waargenomen in Kroatië (14,7 %). In absolute cijfers waren de inkomsten uit internationaal toerisme in 2011 het hoogst in Spanje (43 026 miljoen EUR) en Frankrijk (38 682 miljoen EUR), gevolgd door Italië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.

Duitsland registreerde de hoogste uitgaven voor internationaal toerisme, in totaal 60 596 miljoen EUR in 2011, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (36 275 miljoen EUR) en Frankrijk (29 922 miljoen EUR). Wanneer deze uitgaven tegen het aantal inwoners worden afgezet, bleek dat de Luxemburgse ingezetenen in 2011 bij reizen in het buitenland gemiddeld 5 289 EUR per inwoner uitgaven, op grote afstand gevolgd door België (1 466 EUR per inwoner) en door Ierland, Denemarken en Cyprus.

Gegevensbronnen en -beschikbaarheid

Voor de statistiek wordt onder toerisme verstaan de activiteit van bezoekers die gedurende minder dan een jaar een bezoek brengen aan een bestemming buiten hun gebruikelijke omgeving. Het doel van het bezoek kan velerlei zijn, bijvoorbeeld zaken, vrijetijdsbesteding of andere persoonlijke redenen dan om voor een in de bezochte plaats wonende persoon of voor een daar gevestigd huishouden of bedrijf te gaan werken. Vooralsnog heeft de toerismestatistiek alleen betrekking op bezoeken met ten minste een overnachting; vanaf 2014 worden ook officiële Europese statistieken opgesteld over uitgaande dagtochten.

Een systeem voor toerismestatistieken is vastgesteld in Richtlijn 95/57/EG van 23 november 1995 betreffende de verzameling van statistische informatie op het gebied van het toerisme. Deze rechtsgrondslag verplicht de EU-lidstaten regelmatig een reeks vergelijkbare toerismestatistieken in te dienen. In 2004 en 2006 werd de richtlijn gewijzigd in verband met de uitbreiding van de EU en recente veranderingen in de wereldmarkt voor toerisme. Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie stelden in juli 2011 een nieuwe Verordening (EU) nr. 692/2011vast betreffende Europese statistieken over toerisme en tot intrekking van Richtlijn 95/57/EG van de Raad; vanaf het referentiejaar 2012 moeten de resultaten overeenkomstig deze verordening worden verstrekt.

De toerismestatistieken van de EU kunnen in twee hoofddelen worden onderverdeeld: enerzijds statistieken over de capaciteit en bezetting van collectieve logiesverstrekkende bedrijven, anderzijds statistieken over de toeristische vraag. De gegevens over capaciteit en de bezetting worden in de meeste lidstaten verzameld via enquêtes bij logiesverstrekkende bedrijven, die over de toeristische vraag vooral via reizigersenquêtes aan grensovergangen of via enquêtes bij huishoudens.

De statistieken over de capaciteit van collectieve logiesverstrekkende bedrijven omvatten gegevens over het aantal bedrijven, het aantal kamers en het aantal bedden. Deze statistieken worden jaarlijks per type bedrijf en per regio opgesteld.

Bij de statistieken over de bezetting van collectieve logiesverstrekkende bedrijven gaat het om het aantal aankomsten (in logiesverstrekkende bedrijven) en het aantal overnachtingen door ingezetenen en niet-ingezetenen, uitgesplitst naar type bedrijf of naar regio; er zijn jaarlijkse en maandelijkse statistische reeksen beschikbaar. Bovendien worden er statistieken over het bezettingspercentage van bedden opgesteld.

De statistieken over de toeristische vraag betreffen de deelname aan het toerisme, d.w.z. het aantal personen dat gedurende de referentieperiode ten minste één reis met ten minste vier overnachtingen heeft gemaakt. Er zijn statistieken over het aantal toeristische reizen (en het aantal overnachtingen gedurende die reizen), onderverdeeld naar:

  • land van bestemming;
  • maand van vertrek;
  • duur van het verblijf;
  • organisatie van de reis;
  • vervoermiddel;
  • type accommodatie;
  • uitgaven.

De gegevens kunnen ook naar verklarende sociaaldemografische variabelen, bijvoorbeeld leeftijd en geslacht, worden geanalyseerd; deze statistieken worden verzameld op kwartaalbasis en op jaarbasis.

Er kunnen ook gegevens uit andere officiële bronnen worden gebruikt om het toerisme te bestuderen. Daarbij gaat het onder meer om de volgende gegevens:

  • gegevens over de werkgelegenheid in logiesverstrekkende bedrijven uit de arbeidskrachtenenquête (Labour Force Survey - LFS), geanalyseerd naar arbeidstijd (voltijds/deeltijds), werkstatus, leeftijd, opleidingsniveau, geslacht, duur van het dienstverband en anciënniteit bij dezelfde werkgever (jaar- en kwartaalgegevens);
  • gegevens over ontvangsten en uitgaven in verband met privéreizen uit de betalingsbalans;
  • vervoerstatistieken (bijvoorbeeld luchtvervoer van passagiers);
  • [[Glossary:Structural business statistics (SBS)|structurele bedrijfsstatistieken (SBS)] voor aanvullende gegevens over toeristenstromen en over de economische prestaties van bepaalde sectoren die met het toerisme verband houden.

Context

De EU is een belangrijke toeristische bestemming: zes van de lidstaten van de EU behoren tot de top tien van vakantiebestemmingen in de wereld. Het toerisme kan een positieve bijdrage leveren aan de werkgelegenheid en de economische groei alsook aan de ontwikkeling in plattelandsgebieden en perifere of minder ontwikkelde regio's. Er bestaat behoefte aan betrouwbare en geharmoniseerde toerismestatistieken binnen de sector zelf, maar ook in de ruimere context van het regionaal en duurzameontwikkelingsbeleid.

Het toerisme kan een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van de Europese regio's. Infrastructuur voor toeristische doeleinden draagt bij tot de plaatselijke ontwikkeling en creëert of behoudt werkgelegenheid die het banenverlies door de teloorgang van industrie of platteland kan helpen opvangen. Duurzaam toerisme omvat behoud en verbetering van het cultureel en natuurlijk erfgoed, van kunst tot plaatselijke gastronomie of het behoud van de biodiversiteit.

In 2006 heeft de Europese Commissie een mededeling goedgekeurd met als titel "Een nieuw EU-toerismebeleid - Naar een sterker partnerschap voor het Europees toerisme" (COM(2006) 134 definitief). Deze behandelt een reeks uitdagingen die het toerisme in de komende jaren zullen bepalen, waaronder de vergrijzing in Europa, de groeiende concurrentie uit de rest van de wereld, de vraag van de consument naar meer gespecialiseerd toerisme en de noodzaak duurzamer en milieuvriendelijker toeristische praktijken te ontwikkelen. Een concurrerender toeristisch aanbod en duurzame bestemmingen zouden bijdragen tot een grotere klanttevredenheid bij de toeristen en de positie van Europa als belangrijkste toeristische bestemming in de wereld helpen bevestigen. In oktober 2007 werd deze mededeling gevolgd door een andere, getiteld "Een agenda voor een duurzaam en concurrerend Europees toerisme" (COM(2007) 621 definitief), waarin acties worden voorgesteld in verband met een duurzaam beheer van de bestemmingen, de integratie van aspecten van duurzame ontwikkeling in het bedrijfsleven en de bewustmaking van toeristen.

In het Verdrag van Lissabon wordt het belang van het toerisme erkend: de EU wordt op dit gebied exclusieve bevoegdheid verleend en besluiten kunnen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen worden genomen. In een artikel in het Verdrag staat dat de EU "het optreden van de lidstaten in de toerismesector [zal aanvullen], met name door bevordering van het concurrentievermogen van de ondernemingen van de Unie in die sector". "Europa, toeristische topbestemming in de wereld – een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa" (COM(2010) 352 definitief) werd in juni 2010 goedgekeurd door de Europese Commissie. Met deze mededeling wil de Europese Commissie een gecoördineerde aanpak voor initiatieven op het gebied van toerisme bevorderen en heeft zij een nieuw actiekader vastgesteld om het concurrentievermogen van het toerisme en de capaciteit ervan voor duurzame ontwikkeling te vergroten. Ook werd een aantal Europese en multinationale initiatieven voorgesteld om deze doelstellingen te bereiken, waaronder consolidatie van de sociaaleconomische kennisbasis.

Meer informatie van Eurostat

Publicaties

Hoofdtabellen

Databank

Speciale sectie

Methodologie / Metadata

Brongegevens voor de tabellen en figuren (MS Excel)

Andere informatie

Externe links

Zie ook