Home (Eurostat)
English
Select your language
Disclaimer

This is a machine translation provided by the European Commission’s eTranslation service to help you understand this page. Please read the conditions of use.

Statistics Explained

Criminaliteitsstatistieken

Print this page
Gegevens van september 2011. Meest recente gegevens: Meer informatie van Eurostat, Databank.

De statistieken van de Europese Unie (EU) over criminaliteit en strafrecht die momenteel beschikbaar zijn, weerspiegelen de diversiteit van het politie- en en rechtsstelsel in de lidstaten van de EU. Hoewel de ontwikkeling van statistieken over criminaliteit en strafrecht nog in de kinderschoenen staat, wordt momenteel aan een systeem gewerkt dat beter vergelijkbaar is.

Tabel 1: Politieagenten, 1998-2008 - Bron: Eurostat (crim_plce), (tps00001) en (demo_r_d2jan)
Tabel 2: Door de politie geregistreerde misdrijven, 1998-2008
(1 000) - Bron: Eurostat (crim_gen)
Figuur 1: Door de politie geregistreerde overtredingen, EU-27, 2005-2008 (1)
(2005=100) - Bron: Eurostat (crim_gen)
Tabel 3: Gevangenispopulatie, 1998-2008 – Bron: Eurostat (crim_pris), (tps00001) en (demo_r_d2jan)

Bij vergelijkingen tussen de statistieken over criminaliteit van de lidstaten moet idealiter worden gekeken naar de ontwikkelingen op lange termijn in plaats van rechtstreeks de omvang van de criminaliteit in verschillende landen in een bepaald jaar te vergelijken, omdat de gegevens kunnen worden beïnvloed door diverse factoren, waaronder verschillende niveaus van strafbaarstelling, de doelmatigheid van het strafrechtelijke systeem en de registratiepraktijken van de politie; bovendien wordt een vrij groot deel van de criminaliteit waarschijnlijk niet geregistreerd.

Belangrijkste statistische resultaten

In 2008 waren er 1,7 miljoen politieagenten in de EU-27, 2,5 % meer dan vijf jaar eerder (met uitzondering van Bulgarije (zie Tabel 1). Er hebben in de periode 1998-2008 enkele zeer snelle veranderingen plaatsgevonden in de omvang van de nationale politiediensten, toen deze in elk van de Baltische lidstaten met meer dan een vijfde werden ingekrompen. Tsjechië (- 4,0 %) en Oostenrijk (- 0,7 %) registreerden een kleinere inkrimping van de politiemacht. Anderzijds werd in Ierland en Cyprus het aantal politieagenten met ten minste 20 % uitgebreid; in alle andere lidstaten (waarvoor een ononderbroken reeks gegevens beschikbaar is) nam het aantal politieagenten toe.

In 2008 registreerde de politie naar schatting 29 miljoen misdrijven in de EU-27 (zie Tabel 2). Vanaf 2000 steeg het aantal geregistreerde misdrijven in de EU-27, bereikte rond 2003 een piek, maar daalde daarna ieder jaar tot aan 2008. Tussen 2003 en 2008 daalde het aantal geregistreerde misdrijven in Polen, Malta, Engeland en Wales (in het Verenigd Koninkrijk) met 20 % of meer. Figuur 1 toont de ontwikkeling van het aantal geregistreerde misdrijven tussen 2005 en 2008: de sterkste daling had betrekking op diefstal van motorvoertuigen.

De gevangenispopulatie van de EU-27 steeg in de periode 1998-2008 met 1,2 % per jaar tot in totaal bijna 620& nbsp;000, ofwel 124 gevangenen per 100& nbsp;000 leden van de totale bevolking. Uitgedrukt in deze relatieve termen hadden de Baltische lidstaten en Polen de grootste gevangenispopulatie, met meer dan 200 gevangenen per 100 000 inwoners in 2008, en Tsjechië een iets kleinere. Aan de andere kant van het spectrum registreerden de Noordse landen Denemarken, Finland en Zweden (alsmede de derde landen IJsland en Noorwegen, beide gegevens voor 2007), Slovenië en Ierland in 2008 elk minder dan 75 gevangenen per 100 000 inwoners, terwijl Zwitserland net boven dit niveau lag (zie Tabel 3).

Gegevensbronnen en -beschikbaarheid

Eurostat publiceert sinds 1950 statistieken over criminaliteit en strafrechtelijke systemen voor het totale aantal geregistreerde misdrijven, en sinds 1993 voor een aantal specifieke overtredingen. Bovendien bevat de databank sinds 1987 ook statistieken over de gevangenispopulatie en sinds 1993 voor het aantal politieagenten. Cijfers voor het Verenigd Koninkrijk worden geregistreerd voor Engeland en Wales samen, en Schotland en Noord-Ierland afzonderlijk.

Vergelijkingen tussen statistieken over criminaliteit van verschillende landen kunnen worden beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:

  • verschillende rechtsstelsels en strafrechtelijke systemen;
  • het percentage misdrijven dat bij de politie wordt aangegeven en door de politie wordt geregistreerd;
  • verschillen in het tijdstip van registratie van misdrijven (bijvoorbeeld wanneer deze bij de politie worden aangegeven, wanneer iemand als verdachte wordt aangemerkt enz.);
  • verschillen in de regels voor het tellen van meervoudige strafbare feiten;
  • verschillen in de lijst van strafbare feiten die zijn opgenomen in de algemene criminaliteitscijfers.

Daarom moet zorgvuldig worden opgelet bij het analyseren van de gepresenteerde informatie.

Cijfers voor de gevangenispopulatie kunnen ook door verschillende factoren worden beïnvloed, waaronder:

  • het aantal zaken die worden behandeld door de rechtbanken;
  • het percentage veroordeelde criminelen aan wie een vrijheidsstraf wordt opgelegd;
  • de duur van de opgelegde straffen; de omvang van de populatie in voorlopige hechtenis;
  • de datum waarop het onderzoek plaatsvond (met name indien amnestie of andere regelingen voor vervroegde vrijlating kunnen worden toegepast).

De gevangenispopulatie moet worden gemeten als het totale aantal volwassen en jeugdige gedetineerden (met inbegrip van gedetineerden in voorlopige hechtenis) per 1 september van elk jaar. De cijfers omvatten gedetineerden in penitentiaire inrichtingen, instellingen voor jeugdige delinquenten, instellingen voor drugsverslaafden en psychiatrische of andere ziekenhuizen.

In principe moeten vergelijkingen niet op niveaus maar op trends worden gebaseerd, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de kenmerken van het registratiesysteem in een land redelijk constant blijven. Er zijn echter veelvuldige onderbrekingen in tijdreeksen en andere veranderingen in methodologie/definities.

Context

De geleidelijke afschaffing van de grenscontroles binnen de EU heeft het vrije verkeer van Europese burgers veel gemakkelijker gemaakt, maar heeft het criminelen wellicht ook nieuwe mogelijkheden geboden, vooral omdat de rechtshandhavingsinstanties en de strafrechtelijke systemen over het algemeen alleen binnen de landsgrenzen bevoegd zijn, respectievelijk van kracht zijn.

Sinds de goedkeuring van het Verdrag van Amsterdam heeft de Europese Unie zich ten doel gesteld een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te creëren. Dit doel werd verder uitgewerkt in het Haags programma van 2004, waarin tien prioritaire actiegebieden werden beschreven: versterking van de grondrechten en het burgerschap; terrorismebestrijding; de ontwikkeling van een evenwichtige aanpak van het migratiebeleid; de ontwikkeling van een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen van de EU; de totstandbrenging van een gemeenschappelijk asielbeleid; de maximalisatie van het positieve effect van immigratie; het zoeken naar een evenwicht tussen privacy en veiligheid bij de uitwisseling van informatie; de ontwikkeling van een strategisch concept inzake de bestrijding van georganiseerde criminaliteit; de waarborging van een echte Europese rechtsruimte; en gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit.

In het kader van de harmonisatie en de ontwikkeling van statistieken over criminaliteit en het strafrechtelijk systeem zijn de lidstaten van de EU overeengekomen de definities van strafbare feiten en de hoogte van de sancties voor bepaalde soorten strafbare feiten op elkaar af te stemmen. Bovendien zal de wederzijdse erkenning van beslissingen van nationale rechters de hoeksteen worden van de justitiële samenwerking in strafzaken, waarbij een aantal instrumenten is ontwikkeld om grensoverschrijdende praktische samenwerking te vergemakkelijken. Met betrekking tot politiële samenwerking streeft de EU ernaar de rechtshandhavingsinstanties in elk van de lidstaten toegang te geven tot relevante informatie (zoals databanken van DNA, vingerafdrukken, voertuigregistratie en immigratie) en de politiële samenwerking te verbeteren binnen een gemeenschappelijk kader voor de bescherming van persoonsgegevens. Toegang tot informatie wordt geregeld door verschillende wetteksten, waaronder Richtlijn 2006/24/EG betreffende de bewaring van gegevens, Kaderbesluit 2006/960/JBZ betreffende het Zweedse initiatief, Besluit 2008/615/JBZ inzake het Verdrag van Prüm en Verordening 767/2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten.

Politiële samenwerking is gestimuleerd door middel van wetgeving zoals Kaderbesluit 2002/465/JBZ inzake gemeenschappelijke onderzoeksteams en Besluit 2008/617/JBZ van de Raad ter verbetering van de samenwerking tussen speciale interventie-eenheden. Tevens is een aantal organisaties/instanties opgericht om de samenwerking tussen de verschillende rechtshandhavingsinstanties te ondersteunen, zoals de Europese Politieacademie (EPA), de Europese Politiedienst (Europol) en het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex). Daarnaast ondersteunt de EU een aantal nationale en multinationale projecten door middel van programma's zoals "Preventie en de bestrijding van criminaliteit" (Besluit 2007/125/JBZ van de Raad).

De eerste stappen op weg naar een beter vergelijkbaar systeem van statistieken inzake criminaliteit en strafrecht werden uiteengezet in de Mededeling (COM(2006) 437) van de Europese Commissie getiteld "Ontwikkeling van een algemene en coherente EU-strategie voor het meten van de omvang van de criminaliteit en het strafrecht: een EU-actieplan 2006 – 2010". Op de korte termijn had deze mededeling als doel nationale gegevens te verzamelen en de kwaliteit daarvan te beoordelen. Op de lange termijn heeft het Directoraat-generaal Binnenlandse Zaken van de Europese Commissie echter als doel in nauwe samenwerking met Eurostat een geharmoniseerde methodologie te ontwikkelen waarop de verzameling van statistieken voor de gehele EU moet worden gebaseerd, zodat de structuur en de ontwikkelingen van de criminaliteit in de lidstaten kunnen worden vergeleken.

Er is met name vooruitgang geboekt met het verzamelen van statistieken met betrekking tot de politie en met de ontwikkeling van een gemeenschappelijke enquête naar slachtoffers. Er is een begin gemaakt met het verzamelen van gegevens over het witwassen van geld; de volgende prioriteiten zijn informatie over mensenhandel, corruptie en computercriminaliteit. Ook is eind 2011 begonnen met een proefenquête om de omvang en impact van criminaliteit tegen bedrijven in EU-lidstaten in kaart te brengen.

Meer informatie van Eurostat

Publicaties

Databank

Crimes recorded by the police (crim_gen)
Crimes recorded by the police: homicide in cities (crim_hom_city)
Crimes recorded by the police: historical data (total crime) 1950-2000 (crim_hist)
Police officers (crim_plce)
Prison population (crim_pris)
Prison population: historical data 1987-2000 (crim_pris_hist)

Speciale sectie

Brongegevens voor tabellen en figuren (MS Excel)

Methodologie / Metadata

Andere informatie

Externe links

Zie ook