- Gegevens van augustus 2012. Meest recente gegevens: Meer informatie van Eurostat, Hoofdtabellen en Databank.
De statistieken van de Europese Unie (EU) over criminaliteit en strafrecht die momenteel beschikbaar zijn, weerspiegelen de diversiteit van het politiewezen en de rechtsstelsels in de lidstaten van de EU. Bij vergelijkingen tussen de criminaliteitsstatistieken van de lidstaten moet worden gekeken naar de ontwikkelingen op lange termijn in plaats van rechtstreeks de omvang van de criminaliteit in verschillende landen in een bepaald jaar te vergelijken. De gegevens kunnen immers worden beïnvloed door diverse factoren, waaronder verschillende niveaus van strafbaarstelling, de doelmatigheid van het strafrechtelijke systeem en de registratiepraktijken van de politie; bovendien wordt een vrij groot deel van de criminaliteit waarschijnlijk niet geregistreerd. Er wordt gewerkt aan verbetering van de vergelijkbaarheid van criminaliteitsstatistieken in de lidstaten van de EU.
Belangrijkste statistische resultaten
In 2009 waren er 1,7 miljoen politieagenten in de EU-27, 2,7 % meer dan vier jaar eerder (bij de vergelijking zijn België en Bulgarije buiten beschouwing gebleven) – zie tabel 1. Er hebben in de periode 1999-2009 enkele zeer snelle veranderingen plaatsgevonden in de omvang van de nationale politiediensten, toen deze in elk van de Baltische lidstaten en Noord-Ierland met meer dan 10 % werden ingekrompen; er waren kleinere imkrimpingen in Roemenië, Duitsland, Tsjechië en Oostenrijk. In alle andere lidstaten nam het aantal politieagenten daarentegen toe.
Een relatieve graadmeter voor de grootte van de afzonderlijke politiediensten kan worden verkregen door het analyseren van het aantal politieagenten per 100 000 inwoners. In 2009 waren er in de EU-27 gemiddeld 338 politieagenten per 100 000 inwoners. Van alle lidstaten lag dit percentage bijna twee keer zo hoog in Cyprus, met gemiddeld 672 politieagenten per 100nbsp;000 inwoners; de tweede hoogste ratio was die van Spanje (506). Aan het andere uiteinde van het spectrum komt het laagste aantal politieagenten per 100 000 inwoners voor in Finland (156), Denemarken (197) en Zweden (207).
In 2009 registreerde de politie naar schatting 28 miljoen misdrijven in de EU-27 (zie tabel 2). Het aantal geregistreerde misdrijven in de EU-27 steeg vanaf 2000, bereikte een piek in 2002 en 2003, maar daalde daarna ieder jaar tot aan 2009. Een daling van meer dan 10 % kwam tussen 2003 en 2009 voor in Malta, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Griekenland en Frankrijk.
Figuur 1 toont voor een scala aan strafbare feiten de ontwikkeling van het aantal geregistreerde misdrijven in de EU-27 tussen 2005 en 2009: de sterkste daling van het aantal gerapporteerde misdrijven in die periode betrof de diefstal van motorvoertuigen (-26 %), maar er waren ook belangrijke dalingen van het aantal door de politie geregistreerde doodslagen en diefstallen. Anderzijds was er sprake van een lichte toename van het aantal inbraken in woningen (3 %) en van de handel in drugs (1 %).
Figuur 2 geeft een gedetailleerder beeld van het aantal door de politie in de lidstaten geregistreerde doodslagen; de gegevens slaan op een gemiddelde voor de periode 2007-2009. In de hele EU-27 waren er 1,3 doodslagen per 100 000 inwoners, met een maximum van 8,3 in Litouwen – en 6,1 in het naburige Estland – tot minder dan één in Spanje, Duitsland, Slovenië en Oostenrijk.
De cijfers over de gevangenispopulatie omvatten alle soorten gevangenen, inclusief volwassen en jeugdige gedetineerden en personen in voorlopige hechtenis, maar niet gevangenen die geen misdrijf hebben gepleegd maar zijn aangehouden om administratieve redenen, bijvoorbeeld tijdens het onderzoek van hun immigratiestatus. In 2009 waren er meer dan 630 000 gevangenen in de EU-27, ongeveer 127 gevangenen per 100 000 inwoners. De hoogste percentages (meer dan 200 gevangenen per 100 000 inwoners) kwamen voor in de Baltische lidstaten en Polen. Aan de andere kant van het spectrum registreerden de Noordse landen Denemarken, Finland en Zweden (en de derde landen IJsland en Noorwegen) in 2009 elk minder dan 80 gevangenen per 100 000 inwoners; dit was ook het geval in Slovenië en Ierland, en in Zwitserland – zie tabel 3.
Gegevensbronnen en -beschikbaarheid
Eurostat publiceert sinds 1950 statistieken over criminaliteit en strafrechtelijke systemen voor het totale aantal geregistreerde misdrijven, en sinds 1993 voor een aantal specifieke strafbare feiten; de databank bevat sinds 1987 ook statistieken over de gevangenispopulatie en sinds 1993 over het aantal politieagenten.
Cijfers voor het Verenigd Koninkrijk worden geregistreerd voor Engeland en Wales samen, en Schotland en Noord-Ierland afzonderlijk.
In principe moeten vergelijkingen niet op niveaus maar op trends worden gebaseerd, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de kenmerken van het registratiesysteem in een land redelijk constant blijven. Er zijn echter veelvuldige onderbrekingen in tijdreeksen en andere veranderingen in methodologie/definities.
Vergelijkingen tussen statistieken over criminaliteit van verschillende landen kunnen worden beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:
- verschillende rechtsstelsels en strafrechtelijke systemen;
- het percentage misdrijven dat bij de politie wordt aangegeven en door de politie wordt geregistreerd;
- verschillen in het tijdstip van registratie van misdrijven (bijvoorbeeld wanneer deze bij de politie worden aangegeven, wanneer iemand als verdachte wordt aangemerkt enz.);
- verschillen in de regels voor het tellen van meervoudige strafbare feiten;
- verschillen in de lijst van strafbare feiten die zijn opgenomen in de algemene criminaliteitscijfers.
Daarom moet zorgvuldig worden opgelet bij het analyseren van de gepresenteerde informatie.
Cijfers voor de gevangenispopulatie kunnen ook door verschillende factoren worden beïnvloed, waaronder:
- het aantal zaken dat wordt behandeld door de rechtbanken;
- het percentage veroordeelde criminelen aan wie een vrijheidsstraf wordt opgelegd;
- de duur van de opgelegde straffen;
- de omvang van de populatie in voorlopige hechtenis;
- de datum waarop het onderzoek plaatsvond (met name indien amnestie of andere regelingen voor vervroegde vrijlating kunnen worden toegepast).
De gevangenispopulatie moet worden gemeten als het totale aantal volwassen en jeugdige gedetineerden (met inbegrip van gedetineerden in voorlopige hechtenis) per 1 september van elk jaar. De cijfers omvatten gedetineerden in penitentiaire inrichtingen, instellingen voor jeugdige delinquenten, instellingen voor drugsverslaafden en psychiatrische of andere ziekenhuizen.
De eerste stappen op weg naar een beter vergelijkbaar systeem van statistieken inzake criminaliteit en strafrecht werden uiteengezet in een mededeling (COM(2006) 437) van de Europese Commissie getiteld "Ontwikkeling van een algemene en coherente EU-strategie voor het meten van de omvang van de criminaliteit en het strafrecht: een EU-actieplan 2006 – 2010". Op de korte termijn had deze mededeling als doel nationale gegevens te verzamelen en de kwaliteit daarvan te beoordelen. Op de lange termijn heeft het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken van de Europese Commissie echter als doel in nauwe samenwerking met Eurostat een geharmoniseerde methodologie te ontwikkelen waarop de verzameling van statistieken voor de gehele EU moet worden gebaseerd, zodat de structuur en de ontwikkelingen van de criminaliteit in de lidstaten kunnen worden vergeleken. Dit werk wordt voortgezet in het kader van het programma van Stockholm uit 2009 "Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger".
Context
De geleidelijke afschaffing van de grenscontroles binnen de EU heeft het vrije verkeer van Europese burgers veel gemakkelijker gemaakt, maar heeft criminelen wellicht ook nieuwe mogelijkheden geboden, vooral omdat de rechtshandhavingsinstanties en de strafrechtelijke systemen over het algemeen alleen binnen de landsgrenzen bevoegd zijn, respectievelijk van kracht zijn.
Sinds de goedkeuring van het Verdrag van Amsterdam heeft de Europese Unie zich ten doel gesteld een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te creëren. Dit doel werd verder uitgewerkt in het Haags programma van 2004, waarin tien prioritaire actiegebieden werden beschreven: versterking van de grondrechten en het burgerschap; terrorismebestrijding; de ontwikkeling van een evenwichtige aanpak van het migratiebeleid; de ontwikkeling van een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen van de EU; de totstandbrenging van een gemeenschappelijk asielbeleid; de maximalisatie van het positieve effect van immigratie; het zoeken naar een evenwicht tussen privacy en veiligheid bij de uitwisseling van informatie; de ontwikkeling van een strategisch concept inzake de bestrijding van georganiseerde criminaliteit; de waarborging van een echte Europese rechtsruimte; en gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit.
In het kader van de harmonisatie en de ontwikkeling van statistieken over criminaliteit en het strafrechtelijk systeem zijn de lidstaten van de EU overeengekomen de definities van strafbare feiten en de hoogte van de sancties voor bepaalde soorten strafbare feiten op elkaar af te stemmen. Bovendien zal de wederzijdse erkenning van beslissingen van nationale rechters de hoeksteen worden van de justitiële samenwerking in strafzaken, waarbij een aantal instrumenten is ontwikkeld om grensoverschrijdende praktische samenwerking te vergemakkelijken.
Met betrekking tot politiële samenwerking streeft de EU ernaar de rechtshandhavingsinstanties in elk van de lidstaten toegang te geven tot relevante informatie (zoals databanken van DNA, vingerafdrukken, voertuigregistratie en immigratie) en de politiële samenwerking te verbeteren binnen een gemeenschappelijk kader voor de bescherming van persoonsgegevens. Toegang tot informatie wordt geregeld door verschillende wetteksten, waaronder Richtlijn 2006/24/EG betreffende de bewaring van gegevens, Kaderbesluit 2006/960/JBZ betreffende het Zweedse initiatief, Besluit 2008/615/JBZ inzake het Verdrag van Prüm en Verordening (EG) nr. 767/2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten.
Politiële samenwerking is gestimuleerd door middel van wetgeving zoals Kaderbesluit 2002/465/JBZ inzake gemeenschappelijke onderzoeksteams en Besluit 2008/617/JBZ van de Raad ter verbetering van de samenwerking tussen speciale interventie-eenheden. Tevens is een aantal organisaties/instanties opgericht om de samenwerking tussen de verschillende rechtshandhavingsinstanties te ondersteunen, zoals de Europese Politieacademie (EPA), de Europese Politiedienst (Europol) en het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex). Daarnaast ondersteunt de EU een aantal nationale en multinationale projecten door middel van programma's zoals "Preventie en de bestrijding van criminaliteit" (Besluit 2007/125/JBZ van de Raad).
Meer informatie van Eurostat
Publicaties
Databank
- Criminaliteit en strafrecht (crim), zie (in het Engels):
- Crimes recorded by the police (crim_gen)
- Crimes recorded by the police: homicide in cities (crim_hom_city)
- Crimes recorded by the police: historical data (total crime) 1950-2000 (crim_hist)
- Police officers (crim_plce)
- Prison population (crim_pris)
- Prison population: historical data 1987-2000 (crim_pris_hist)
Speciale sectie
- Criminaliteit en strafrecht (in het Engels)
Methodologie / Metadata
- Criminaliteit en strafrecht (ESMS metadata file - crim_esms) (in het Engels)
Brongegevens voor tabellen en figuren (MS Excel)
- Crime statistics: tables and figures (in het Engels)
Andere informatie
- Mededeling van de Commissie COM/2006/437 definitief: Ontwikkeling van een algemene en coherente EU-strategie voor het meten van de omvang van de criminaliteit en het strafrecht: een EU-actieplan 2006 – 2010
- Het Haags programma — Versterking van vrijheid, veiligheid en recht in de Europese Unie (Publicatieblad C 53 van 3.3.2005, blz. 11)
- Het programma van Stockholm — Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger (Publicatieblad C 115 van 4.5.2010, blz. 1)
Externe links
- Raad van Europa (in het Engels)
- European Sourcebook of Crime and Criminal Justice Statistics (in het Engels)
- Europol - Europese Politiedienst (in het Engels)
- Bureau voor de grondrechten (in het Engels)
- United Nations Office on Drugs and Crime - Data and analysis (in het Engels)
Zie ook
- Crime trends in detail (in het Engels)
- European cities - demographic challenges (in het Engels)
- Social protection statistics (in het Engels)