Statistics Explained

Jongeren - digitale wereld


Gegevens geëxtraheerd in mei 2024.

Geplande artikelupdate: mei 2025.

Highlights

In 2023 gebruikte 97 % van de jongeren in de EU dagelijks internet, tegenover 86 % van alle personen.

In 2023 beschikte 73 % van de jonge vrouwen en 69 % van de jonge mannen in de EU ten minste over digitale basisvaardigheden.

In 2023 controleerde 36 % van de jongeren en 27 % van alle personen in de EU die internet gebruikten, de online-informatie of -inhoud.

Na een piek van 35 % van de jongeren die in 2021 aan een onlinecursus deelnamen, daalde het aandeel tot 23 % in 2023.


Eurostat[https://ec.europa.eu/eurostat/databrowser/bookmark/e4c1a296-0aab-4458-bc8d-356e5aaa8c53?lang=enisoc_ci_ac_i ]


Informatie- en communicatietechnologie zijn een integraal onderdeel geworden van het dagelijks leven van mensen. Een groot deel van de bevolking van de Europese Unie gebruikt het internet om een verscheidenheid aan activiteiten uit te voeren in hun werk, onderwijs, vrije tijd, administratie en andere domeinen. In 2023 bleef een groot deel van de jongeren in de EU internet gebruiken voor een reeks activiteiten die een steeds groter deel van hun dagelijks leven in beslag nemen.


Full article

Een digitale leeftijdskloof

97 % van de jongeren in de EU gebruikt dagelijks internet

In 2023 maakte 97 % van de jongeren tussen 16 en 29 jaar in de EU dagelijks gebruik van internet, tegenover 86 % van de totale bevolking. In alle EU-landen lag het aandeel jongeren dat dagelijks internet gebruikt tussen 94 % en 100 %.

Terwijl jongeren in elk land een opmerkelijk hoog aandeel van het dagelijkse internetgebruik meldden, laat figuur 1 zien dat er een veel grotere variatie is onder de totale bevolking. Gemiddeld is in de EU het verschil tussen het aandeel jongeren en dat van de totale bevolking dat dagelijks internet gebruikt 11 procentpunten . Deze kloof neemt echter af: in 2021 bedroeg het verschil 15 procentpunten en in 2022 12 procentpunten. De kloof in het digitale tijdperk, die tot uiting komt in het dagelijks gebruik van internet, was het grootst in Kroatië (20 procentpunten), Polen (19 procentpunten) en Portugal (18 procentpunten). Er is echter slechts een klein verschil tussen het internetgebruik van jongeren en de bevolking als geheel in Nederland (2 pp verschil), Zweden en Denemarken (beide 3 pp).

[[File:Peopledie dagelijks internet gebruikten, 2023 (%).png Mensen die dagelijks internet gebruikten, 2023
(%)
Bron: Eurostat isoc_ci_ifp_fualt= een dubbele verticale staafdiagram met mensen die in 2023 dagelijks internet gebruikten in de EU, EU-landen en sommige EVA-landen, kandidaat-lidstaten. De bars tonen jongeren van 16-29 jaar en volwassen bevolking.]]


Belangrijkste kloof in het digitale tijdperk gezien in het gebruik van online sociale netwerken

Van de geanalyseerde internetactiviteiten was de deelname aan sociale netwerken in 2023 het meest wijdverbreid onder jongeren. Het aanmaken van een gebruikersprofiel en het plaatsen van berichten of andere activiteiten was een wijdverbreide praktijk voor ten minste 70 % van de jongeren (in Frankrijk) en tot 98 % (in Denemarken en Cyprus) en gemiddeld 83 % voor de EU als geheel. Figuur 2 bevat meer gedetailleerde informatie per EU-lidstaat over de deelname aan online sociale netwerken in 2023. In 18 van de EU-landen maakte ten minste 90 % van de jongeren gebruik van socialenetwerksites, terwijl in nog eens 5 landen tussen 83 % en 89 % van de jongeren aangaf aan dit soort netwerkactiviteiten deel te nemen. De deelname van de totale bevolking varieerde van 44 % (in Frankrijk) tot 91 % (in Denemarken).

In de hele EU namen jongeren veel vaker online deel aan sociale netwerkactiviteiten dan de totale bevolking. Van de activiteiten die in dit artikel worden geanalyseerd, was het verschil tussen het percentage jongeren en dat van de totale bevolking dat online activiteiten verricht, het grootst voor deelname aan online sociale netwerken. Dit patroon werd waargenomen op EU-niveau, waar het verschil 24 procentpunten bedroeg, en in de EU-landen, waarbij het verschil 30 procentpunten bedroeg in Kroatië en 29 procentpunten in Slovenië, Polen en Tsjechië.

[[File:Figure2 Mensen die deelnamen aan sociale netwerken, 2023 (%).png Mensen die deelnamen aan socialenetwerksites, 2023
(%)
Bron: Eurostat isoc_ci_ac_ialt= een dubbele verticale staafdiagram met mensen die in 2022 hebben deelgenomen aan socialenetwerksites in de EU, EU-landen en sommige EVA-landen, kandidaat-lidstaten, De staven tonen jongeren van 16-29 jaar en volwassen bevolking.]]

Jeugd online: een manier van leven

Verschillen tussen EU-landen met betrekking tot burger- of politieke participatie via internet

In 2023 hadden jongeren van 16 tot 29 jaar gemiddeld meer kans om hun mening te uiten of deel te nemen aan stemmingen om maatschappelijke of politieke kwesties via internet te definiëren dan de totale bevolking. Wanneer we kijken naar deelname aan sociale netwerken, hebben jongeren een verschil van 24 procentpunten ten opzichte van de totale bevolking, in het geval van burgerparticipatie of politieke participatie was de overeenkomstige kloof 6 procentpunten. De reden waarom de kloof in het digitale tijdperk veel kleiner is, kan ook gedeeltelijk verband houden met jongeren die minder deelnemen aan het maatschappelijke of politieke leven in het algemeen.

In 2023 was de burger- of politieke onlineparticipatie van jongeren het hoogst in Malta (43 % van de 16 29-jarigen gaf een mening of nam online deel aan een activiteit die verband houdt met het maatschappelijke of politieke leven), Estland (39 %) en Hongarije (36 %). Daarentegen werden de laagste aandelen waargenomen in Cyprus (10 %), België (14 %) en Tsjechië (15 %). In de meeste EU-landen, met uitzondering van Denemarken en Oostenrijk, gebruikten jongeren het internet vaker voor burger- of politieke participatiedoeleinden dan de totale bevolking. De grootste verschillen werden geregistreerd in Kroatië (15 procentpunten), Slovenië (13 procentpunten) en Griekenland (11 procentpunten). In Denemarken en Oostenrijk was de participatie van de totale bevolking iets hoger dan die van de jongeren, namelijk met 2, respectievelijk 1 procentpunt.

[[File:Figure3 Mensen die internet gebruikten voor burger- of politieke participatie, 2023 (%).png Mensen die internet gebruikten voor burger- of politieke participatie, 2023
(%)
Bron: Eurostat isoc_ci_ac_ialt= een dubbele verticale staafdiagram met mensen die in 2022 internet hebben gebruikt voor burger- of politieke participatie in de EU, EU-landen en sommige EVA-landen, kandidaat-lidstaten, De staven tonen jongeren van 16-29 jaar en volwassen bevolking.]]


Online onderwijs daalt ten opzichte van de piek van 2021

Een duidelijk voorbeeld van hoe het internet en de daarmee verband houdende digitale vaardigheden ons leven beïnvloeden, is de toename van activiteiten in verband met online-onderwijs, met name in de context van de COVID-19-pandemie.

Deze trend lijkt echter om te keren. In 2021 nam 35 % van de jongeren deel aan een onlinecursus, terwijl dit aandeel in 2023 daalde tot 23 %. Niettemin maakte meer dan de helft (54 %) van de jongeren tussen 16 en 29 jaar in Finland gebruik van internet voor het volgen van een onderwijscursus, gevolgd door 42 % in Malta en 38 % in Estland. De laagste percentages waren 8 % in Roemenië en 10 % in Kroatië. Gemiddeld gebruikte in de EU 23 % van de jongeren en 15 % van de totale bevolking internet voor het volgen van een onlinecursus (zie figuur 4).

In bijna alle EU-landen volgde de jonge bevolking vaker een onlinecursus dan de rest van de bevolking, met een kloof van 24 procentpunten in Finland, 18 procentpunten in Malta en 15 procentpunten in Frankrijk en Tsjechië. De enige uitzondering was Luxemburg, waar de totale bevolking 3 procentpunten meer kans had om internet te gebruiken voor een online cursus dan de jongeren.

[[File:Peopledie het internet heeft gebruikt voor het volgen van een onlinecursus, bestelling 2023 door jongeren van 16-29 jaar (%).png Mensen die internet hebben gebruikt voor een onlinecursus, 2023
(%)
Bron: Eurostat isoc_ci_ac_i∈alt= een dubbele verticale staafdiagram met mensen die in 2023 internet hebben gebruikt voor een onlinecursus in de EU, EU-landen en sommige EVA-landen, kandidaat-lidstaten, De staven tonen jongeren van 16-29 jaar en volwassen bevolking.]]


Bronnen verifiëren

Hoewel het internet een plek kan bieden voor mensen om hun ervaringen te delen en hun standpunten uit te wisselen, zijn er ook risico's. Het is even belangrijk om veiligheidsproblemen aan te pakken en jongeren in staat te stellen de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van gegevensbronnen, informatie en digitale inhoud te analyseren, te vergelijken en kritisch te beoordelen.

Op EU-niveau nam 36 % van het grote aantal jongeren dat internet gebruikt, deel aan activiteiten in verband met factchecking van online-informatie en de bronnen daarvan. Slechts in vier landen lag het percentage jonge internetgebruikers dat de waarheidsgetrouwheid van de internetinhoud beoordeelt boven 50 %, het hoogste in Finland (61 %) en Nederland (60 %). De laagste percentages werden geregistreerd in Cyprus (11 %), Bulgarije (14 %) en Roemenië (15 %). Wat de laagste percentages van verificatie van bronnen betreft, is er sprake van een daling sinds vorig jaar, toen het laagste geregistreerde aandeel 18 % bedroeg (in Cyprus). In 2023 daalde het aandeel jonge internetgebruikers dat bronnen verifieerde in 14 landen ten opzichte van het voorgaande jaar.

Jonge internetgebruikers zijn meer geneigd om online informatie te controleren dan de bevolking als geheel. In 2023 bedroeg het verschil 9 procentpunten meer voor jongeren dan op EU-niveau. Het verschil bedroeg 21 procentpunten in Finland en 20 procentpunten in Kroatië. Ierland was het enige land waarvoor dit patroon werd omgekeerd; 6 procentpunt meer van de totale bevolking van internetgebruikers controleerde de informatie in vergelijking met jonge internetgebruikers (zie figuur 5).

[[File:Figure5 Percentage personen dat de op internet gevonden informatie of inhoud heeft geverifieerd, 2023 (%).png Percentage personen dat de informatie of inhoud op internet heeft geverifieerd, bestelling 2023 door jongeren van 16-29 jaar
(%)
Bron: Eurostat isoc_sk_edic_i21alt= een dubbele verticale staafdiagram met het percentage personen dat de informatie of inhoud op internet heeft geverifieerd, volgorde 2023 door jongeren van 16-29 jaar in de EU, EU-landen en sommige EVA-landen, kandidaat-lidstaten, De staven tonen jongeren van 16-29 jaar en volwassen bevolking.]]


Dynamiek van internetgebruik in de loop van de tijd

Hoe is het gebruik van internet voor dagelijkse activiteiten in de loop van de tijd veranderd?

In 2023 gebruikte 83 % van de jongeren tussen 16 en 29 jaar het internet om deel te nemen aan socialemedianetwerken in de EU. Dit is echter niet veel hoger dan de 81 % die in 2014 werd gemeten, noch veel lager dan de piek van 85 % die in 2018 en 2020 werd gemeten. Andere toepassingen laten een grotere variatie zien.

Tijdens de COVID-19-pandemie namen de meeste activiteiten toe, met name wat betreft het gebruik van internet voor onlinecursussen, die stegen van 13 % in 2019 tot 35 % in 2021. In 2022 daalde dat percentage echter tot 28 % (-7 procentpunten) en vervolgens verder tot 23 % in 2023.

Het gebruik van internet voor bankieren is sinds 2014 (toen 45 % van de jongeren) gestaag toegenomen tot 67 % in 2023. Het online lezen van nieuws bereikte een piek in 2020 (73 %) en is sindsdien aan kracht ingeboet, aangezien het percentage jongeren dat online leest in 2023 met 7 procentpunten is gedaald ten opzichte van die piek.

In 2023 gebruikte slechts 24 % van de jongeren internet voor burger- of politieke participatie, een activiteit die sinds 2015 met 5 procentpunten is toegenomen.

[[File:Figure6 Internetgebruik van jongeren in de EU, geselecteerde activiteitsindicatoren, 2014-2023 (%) .png Internetgebruik van jongeren in de EU, geselecteerde indicatoren, 2014-2023 (%)
(%)
Bron: Eurostat isoc_ci_ac_ialt= een lijndiagram met vijf lijnen die het internetgebruik van jongeren in de EU weergeven, geselecteerde indicatoren van 2014 tot 2023. De regels tonen vijf verschillende soorten internetgebruik - Deelnemen aan sociale netwerken, online kranten lezen, internetbankieren, civiele of politieke participatie, een online cursus volgen.]]

Digitale vaardigheden

ICT-vaardigheden worden beschouwd als essentieel om profijt te trekken van en bij te dragen tot een kenniseconomie en -maatschappij. Tegen de tijd dat jongeren in de EU het verplichte onderwijs verlaten, hebben de meesten van hen regelmatig gebruikgemaakt van computers en internet voor een verscheidenheid aan activiteiten. In dit verband is het belangrijk dat jongeren mondige en verantwoordelijke digitale gebruikers worden, uitgerust met passende digitale vaardigheden.

Kaart 1 toont het percentage jongeren tussen 16 en 29 jaar dat in 2023 algemene digitale basisvaardigheden of meer rapporteert. Het aandeel van de landen varieert van 94 % in Finland, 92 % in Malta, 90 % in Tsjechië en Nederland, 46 % in Roemenië en 52 % in Bulgarije. Het EU-gemiddelde bedraagt 71 %.


Digitale vaardigheden van jonge Europeanen in 2023: Percentage jongeren met digitale basisvaardigheden of meer, %∈alt= een kaart met de digitale vaardigheden van jonge Europeanen als Percentage jongeren van 16-29 jaar met digitale basisvaardigheden of meer in 2023 in de EU, de EU-landen en sommige EVA-landen, kandidaat-lidstaten.

In 2023 waren er op EU-niveau meer jonge vrouwen (73 %) die meldden over digitale basisvaardigheden te beschikken dan jonge mannen (69 %). Deze trend is ook te zien in de meeste landen. De grootste kloof ten gunste van jonge vrouwen werd geregistreerd in Kroatië, waar 94 % van de jonge vrouwen in vergelijking met slechts 80 % van de jonge mannen ten minste over digitale basisvaardigheden beschikt. Het tegenovergestelde is te zien in vijf andere EU-landen waar het aandeel jonge mannen met ten minste digitale basisvaardigheden iets hoger is dan jonge vrouwen (Duitsland, Malta, Roemenië, Estland en Slowakije).

[[File:Youngmensen met ten minste digitale basisvaardigheden naar geslacht, 2023 (%).png Jongeren met ten minste digitale basisvaardigheden naar geslacht, 2023
(%)
Bron: Eurostat isoc_sk_dskl_i21een dubbele verticale staafdiagram met jongeren met ten minste digitale basisvaardigheden naar geslacht, 2021 in de EU, EU-landen en sommige EVA-landen, kandidaat-lidstaten. De bars tonen jonge mannetjes en jonge vrouwtjes.]]

Digitale vaardigheden hebben betrekking op vijf gebieden: vaardigheden op het gebied van informatie- en datageletterdheid, communicatie- en samenwerkingsvaardigheden, vaardigheden voor het creëren van digitale inhoud, veiligheidsvaardigheden en probleemoplossende vaardigheden. Om over algemene digitale basisvaardigheden te beschikken, moeten mensen hebben verklaard dat zij in de drie maanden voorafgaand aan de enquête ten minste één activiteit met betrekking tot elk gebied hebben uitgevoerd.

Aan de hand van voorbeelden uit deze domeinen worden enkele van de activiteiten die worden gebruikt om digitale vaardigheden te meten hieronder nader geanalyseerd (meer informatie over de soorten activiteiten met betrekking tot elke vaardigheid is beschikbaar in de[1]). Met name:

Deelnemen aan sociale netwerken (communicatie en samenwerking);
Het schrijven van code in een programmeertaal (digitale content creatie);
internet gebruiken voor burger- of politieke participatie (communicatie en samenwerking);
Het internet gebruiken voor het doen van een online cursus (probleemoplossing).


Het aandeel jongeren dat computerprogrammeringscode had geschreven, was twee keer zo hoog als het aandeel van de totale bevolking

In 2023 meldde bijna vier vijfde (77 %) van alle jongeren tussen 16 en 29 jaar in de EU dat zij (op enig moment in het verleden) elementaire computertaken hadden uitgevoerd, zoals het kopiëren of verplaatsen van een bestand of map, terwijl iets lagere aandelen software of toepassingen hadden gedownload of geïnstalleerd (72 %).

Meer technische competenties, zoals het schrijven van code in een programmeertaal, waren veel minder wijdverspreid. Slechts 13 % van de jongeren in de EU meldde code te hebben geschreven in de drie maanden voorafgaand aan de enquête, hoewel dit bijna het dubbele was van het aandeel van 7 % dat werd geregistreerd voor de totale bevolking.

Figuur 8 toont de verschillen tussen mannen en vrouwen. Op EU-niveau heeft 18 % van de mannen en 8 % van de vrouwen code geschreven in een programmeertaal. Als het gaat om vrouwen neemt Malta het voortouw: 20 % van de jonge vrouwen heeft wat codering gedaan, gevolgd door Portugal (17 %) en Spanje (16 %). Het laagste percentage vrouwelijke codeschrijvers werd geregistreerd in Bulgarije en Roemenië (beide 2 %). Het hoogste percentage mannen dat code in een programmeertaal schrijft, werd waargenomen in Nederland met 31 %, gevolgd door Estland (30 %), Portugal en Finland (beide met 29 %). Daarentegen registreerden vier landen minder dan 10 % van de mannen in die categorie, namelijk Bulgarije (4 %), Roemenië (5 %), Cyprus en Griekenland (beide met 7 %).

[[File:Individualsdie code heeft geschreven in een programmeertaal, 2023 (%).png Individuen die code hebben geschreven in een programmeertaal, 2023 volgorde door jonge mannen
(%)
Bron: Eurostat isoc_sk_cskl_i21alt= een dubbele verticale staafdiagram met personen die code hebben geschreven in een programmeertaal, volgorde 2023 door jonge mannen in de EU, EU-landen en sommige EVA-landen, kandidaat-lidstaten. De bars tonen jonge mannetjes en jonge vrouwtjes.]]


Conclusies: Wat is de toekomst van jongeren in de digitale wereld?

Uit dit artikel is gebleken dat het gebruik van ICT onder jongeren wijdverbreid is en in sommige gevallen tot verzadiging leidt. Jongeren maken vaker gebruik van het internet dan de totale bevolking als geheel en het lijkt waarschijnlijk dat dit patroon zich zal voortzetten.

De uitdaging voor beleidsmakers op dit gebied zal erin bestaan ervoor te zorgen dat de sociale en economische voordelen van de exploitatie van ICT gepaard gaan met een veilig gebruik van digitale media, met name voor kwetsbarere delen van de samenleving.

Brongegevens voor tabellen en grafieken

Excel.jpg Being young in Europe today - digital world: tables and figures

Gegevensbronnen

De in dit artikel gepresenteerde gegevens zijn afkomstig van Eurostat. Enquête over ICT-gebruik in huishoudens en door particulieren , die jaarlijks wordt bijgewerkt om ervoor te zorgen dat de verzamelde gegevens relevant blijven. Hoewel de vragen en aandachtsgebieden voor de enquêtes elk jaar veranderen om het moderne ICT-gebruik te weerspiegelen, is er een kerngedeelte van de enquête dat tot doel heeft stabiele en voortdurende gegevensverzameling voor verschillende belangrijke indicatoren mogelijk te maken, waardoor analyses in de loop van de tijd mogelijk worden. ICT-enquêtes waren aanvankelijk gericht op toegangs- en internetconnectiviteitskwesties, maar het toepassingsgebied ervan is vervolgens uitgebreid tot een verscheidenheid aan onderwerpen, waaronder bijvoorbeeld internetbeveiliging of het gebruik van sociale media en clouddiensten. De resultaten van de enquête kunnen worden bestudeerd op basis van een reeks sociaal-economische categorieën, waaronder geslacht, leeftijd, onderwijsverschillen of het feit of er kinderen zijn of niet in een huishouden. In de meeste EU-landen worden de enquêtes uitgevoerd in het tweede kwartaal van elk jaar, waarbij wordt gevraagd naar de activiteiten in het eerste kwartaal van hetzelfde jaar; soms worden vragen gesteld (bijvoorbeeld over e-handel of e-overheid) over activiteiten in de afgelopen 12 maanden.

ICT-enquêtes hebben betrekking op huishoudens met ten minste één lid in de leeftijdsgroep 16-74 jaar. Huishoudens met kinderen zijn die met ten minste één lid jonger dan 16 jaar. In dit artikel hebben statistieken die verwijzen naar de totale bevolking betrekking op personen in de leeftijd van 16-74 jaar, terwijl jongeren een collectieve term is die wordt gebruikt om de subpopulatie van mensen in de leeftijd van 16-29 jaar te beschrijven.

Context

EEN EUROPA FIT VOOR DE DIGITALE AGE

In haar agenda voor Europa heeft de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, een reeks prioriteiten voor de periode 2019-2024 uiteengezet. In februari 2020 heeft de Europese Commissie een mededeling aangenomen overdigitale toekomst van Europa vormgeven, waarin wordt gewezen op de mogelijkheden die er zijn om nieuwe technologieën te ontwikkelen, zoals artificiële intelligentie en 5G-netwerken, of om een schat aan potentiële informatie uit big data te benutten. Naast het aanmoedigen van bedrijven om deze nieuwe technologieën te ontwikkelen, zorgt de strategie er ook voor dat nieuwe ontwikkelingen worden doorgevoerd en dat tegelijkertijd het vertrouwen van de Europese burgers wordt gewaarborgd (betrouwbare technologieën, het bevorderen van een open en democratische samenleving, het mogelijk maken van een levendige en duurzame economie, het helpen bestrijden van de klimaatverandering en het bevorderen van een groene transitie).

Indicatoren voor digitale vaardigheden zijn enkele van de belangrijkste prestatie-indicatoren in de context van dedecennium, waarin de visie van de EU op de digitale transformatie wordt uiteengezet. DekompasHet is de bedoeling dat 80 % van de EU-burgers tussen 16 en 74 jaar tegen 2030 over digitale basisvaardigheden beschikt.

BETER INTERNET VOOR ONZE KINDEREN

Naast het bieden van mogelijkheden voor werk, studie, vrijetijdsactiviteiten en sociale interactie, bevat het internet gevaren voor alle gebruikers. De grondslagen van de Europese Commissievoor een beter internet voor kinderenHet doel is kinderen te beschermen en kinderen en jongeren bewuster te maken van de risico's die verbonden zijn aan het gebruik van internet, en tegelijkertijd digitale geletterdheid aan te leren, zodat kinderen ten volle en veilig kunnen profiteren van het online zijn. De strategie, die in mei 2012 werd goedgekeurd, was gebaseerd op vier pijlers: kwaliteitsvolle online-inhoud voor jongeren te stimuleren; het bewustzijn en de empowerment te vergroten; een veilige omgeving voor kinderen online te creëren en seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen te bestrijden.

Instabiel, inhope en veiliger internet

en InhopeEuropese netwerken zijn, medegefinancierd door de EU, bestaande uit nationale centra voor een veiliger internet. De nationale centra voeren bewustmakings- en voorlichtingscampagnes uit, voeren hulplijnen uit en werken nauw samen met jongeren om te zorgen voor een empirisch onderbouwde, multistakeholderbenadering om een beter internet tot stand te brengen.

Op 6 februari 2018 heeft de EU een reeks nieuwe initiatieven gelanceerd in het kader vanvoor veiliger internet. Ze zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat kinderen, jongeren, ouders, leerkrachten en andere EU-burgers mondige en verantwoordelijke digitale gebruikers worden. Het webportaal voor dit initiatiefinternet voor kinderenbiedt toegang tot een schat aan informatie, waaronder een onlinecursus over kinderveiligheid met leermiddelen voor onderwerpen als nepnieuws, cyberpesten en radicalisering.

Direct access to

Other articles
Tables
Database
Dedicated section
Publications
Methodology
Visualisations




economie en samenleving (t_isoc), zie:
ICT-gebruik in huishoudens en door particulieren (t_isoc_i)
Digitale vaardigheden (t_isoc_sk)
economie en samenleving (isoc), zie:
ICT-gebruik in huishoudens en door particulieren (isoc_i)
Digitale vaardigheden (isoc_sk)
(yth), zie:
Jeugd in de digitale wereld (yth_isoc)
ICT usage in households and by individuals (isoc_i) (ESMS-metagegevensbestand — isoc_i)