1. Wat is asbest?

Asbest is een natuurlijk voorkomend mineraal waarvan de vezels kunnen worden gescheiden in dunne, duurzame draden. Het werd in vele industrieën op grote schaal gebruikt omdat de vezels uitstekende isolatoren zijn (asbest is bestand tegen hitte, vuur en chemicaliën, en geleidt geen elektriciteit). Het werd vaak gebruikt om cement en andere materialen te versterken.

Het is echter een bijzonder gevaarlijke stof (ingedeeld als kankerverwekkende stof van categorie 1A in Verordening (EG) nr. 1272/2008) betreffende de indeling, etikettering en verpakking van chemische stoffen en mengsels). Als asbesthoudende producten worden verstoord, kunnen minuscule vezels worden ingeademd, wat na verloop van tijd kan leiden tot ziekten als asbestose, mesothelioom en andere vormen van kanker.



2. Welke soorten bestaan er?

Er bestaan verschillende soorten asbest:
Crocidoliet en amosiet zijn de twee gevaarlijkste vormen van asbest: ze vormen het grootste gevaar voor de gezondheid bij inademing van de vezels. Het gebruik van crocidoliet is sinds de jaren 1970 geleidelijk stopgezet. Toch bevatten oudere bouwwerken nog veel van dit materiaal.

Denk eraan: asbest schaadt niemand als het ongemoeid wordt gelaten. Het is enkel gevaarlijk als het wordt gebroken, doorboord of beschadigd.



3. Waar kunt u het tegenkomen?

Asbest is nog steeds in sommige gebouwen als isolatiemateriaal te vinden, maar het werd ook gebruikt in remvoeringen of om buizen en boilers te bekleden (bv. aan boord van vaartuigen). Het kan nog steeds aanwezig zijn in oudere gebouwen, maar wordt verwijderd wanneer deze worden opgeknapt. Tegenwoordig wordt er in het algemeen nog zeer weinig asbest gebruikt, aangezien er minder gevaarlijke alternatieven beschikbaar zijn. Het kan nog steeds aanwezig zijn in oudere gebouwen waar u werkt of die u bezoekt — zoals distilleerderijen — en aan boord van bepaalde vaartuigen, in het bijzonder van niet-EU-lidstaten.



4. Welke schade kan het veroorzaken?

Asbest is alleen gevaarlijk als het wordt gefragmenteerd en de vezels in de lucht terechtkomen in de vorm van asbeststof. Als deze vezels worden ingeademd, kunnen ze ernstige aandoeningen veroorzaken. Dit is echter enkel het geval bij blootstelling aan hoge concentraties asbest. De aandoeningen doen zich meestal voor bij mensen die regelmatig met asbest werken of hebben gewerkt.
Het duurt lang vooraleer asbestgerelateerde aandoeningen tot ontwikkeling komen. Het kan soms tien tot twintig jaar duren alvorens de symptomen van asbestose opduiken en tekenen van asbestgerelateerde kanker verschijnen soms pas na veertig jaar.



5. Zijn alle asbestvezels gevaarlijk?

Dat hangt ervan af. De kritieke factor is de grootte van de vezels, die klein genoeg moeten zijn om te worden ingeademd, maar te groot om te worden uitgeademd. Daarom zijn crocidoliet- en amosietvezels doorgaans de meest gevaarlijke. Gevaarlijke vezels worden gedefinieerd in Richtlijn 2009/148/EG, maar het is veiliger om ervan uit te gaan dat alle asbestvezels gevaarlijk zijn! Ze zijn echter alleen gevaarlijk als u ze inademt; er bestaat geen bewijs van aandoeningen wegens door asbest verontreinigde watervoorzieningen.



6. Asbestwetgeving

Richtlijn 1999/77/EG verbiedt sinds 1 januari 2005 alle vormen van gebruik van asbest. Bovendien verbiedt Richtlijn 2003/18/EG de winning van asbest en de vervaardiging en verwerking van asbestproducten.

Het voornaamste probleem is echter blootstelling aan asbest tijdens verwijderings-, sloop- en onderhoudswerkzaamheden.

Richtlijn 2009/148/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest op het werk heeft tot doel de blootstelling aan alle vormen van asbest strikt te beperken.

Artikel 8 luidt als volgt: “De werkgevers zorgen ervoor dat geen enkele werknemer wordt blootgesteld aan een asbestconcentratie in de lucht die groter is dan 0,1 vezel per cm3, berekend als tijdgewogen gemiddelde over een periode van acht uur (TGG).” Alle werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met asbest moeten aan de bevoegde nationale instantie worden gemeld.

Raadpleeg tevens uw eigen nationale wetgeving.



7. Hoe kunnen de risico’s worden beperkt?

Als u moet werken in ruimten waar vermoedelijk asbeststof aanwezig kan zijn, moet u:
Als er asbest moet worden verplaatst, moet dit worden gedaan door een gemachtigde contractant. Probeer in geen geval zelf het asbest te verwijderen. Doe kleding enz. die zeker of vermoedelijk is verontreinigd met asbeststof na gebruik in een plastic zak met etiket. Uw dienst moet regelingen treffen met een wasserij om deze kleding te reinigen. Enkel gespecialiseerde wasserijen kunnen met asbest verontreinigde kleding reinigen.

Denk eraan: het is altijd beter om de risico’s helemaal te vermijden. Als u dus weet dat er asbest aanwezig is, blijf dan buiten.



8. Wat als ik denk dat ik ben blootgesteld aan asbest?

Raadpleeg altijd uw eigen nationale procedures. Het is echter raadzaam een asbestcontractant de atmosfeer in de vermoedelijk verontreinigde ruimte te laten testen. Als er gedurende een ononderbroken periode van vier uur gemiddeld meer dan 0,1 inadembare vezels per millimeter lucht zijn (m.a.w. de helft van de maximale wettelijk toegestane hoeveelheid), zijn dringende maatregelen vereist. Raadpleeg uw eigen plaatselijke richtsnoeren om blootstelling te melden en voor andere opvolgingsmaatregelen, zoals het bijhouden van gegevens gedurende een lange periode (tot veertig jaar) en regelmatig medisch onderzoek om de twee jaar.

Raadpleeg de wetgeving en de richtlijnen van uw nationale overheidsdiensten voor meer informatie.
De richtlijnen in deze afdeling zijn bedoeld als algemene herinnering aan de risico’s die zich soms voordoen tijdens de onderzoeks- en monsternemingsprocedure en aan de veiligheidsapparatuur die u moet gebruiken en de voorzorgsmaatregelen die u moet treffen.


Herzieningen
VersieDatumWijzigingen
1.012.10.2012Eerste versie
1.230.06.2024.Update – wijzigingen in de tekst