breadcrumb.ecName
nl Nederlands

Door Cosantran, Cosanwalfran en Cosanvlaamsfran krijgen de inwoners van de vijf regio's in het grensgebied toegang tot de dichtstbij gelegen medische zorg.

  • 19 November 2014

Dankzij het initiatief van het Frans-Belgisch waarnemingscentrum voor de gezondheidszorg (OFBS) kunnen duizenden patiënten profiteren van de samenwerking en uitwisseling van kennis en ervaring tussen de Franse en Belgische diensten voor medische noodhulp.

De grensoverschrijdende samenwerking op het vlak van spoedeisende medische hulp komt tegemoet aan de bezorgdheid van de burger over de kosten die voor zijn rekening komen. Dit model kan voor elke Euregio interessant zijn. Eigenlijk effenen we hier het pad voor de toekomst en dat geeft wat ons betreft goede hoop voor al degenen die misschien straks bij ons patiënt zijn.

Dokter Patrick Goldstein, Hoofd van de centra voor spoedeisende hulp van het Regionaal Universitair Ziekenhuis in Lille

In 2013 konden 15 000 patiënten uit het grensgebied van Noord-Frankrijk en België (Wallonië en Vlaanderen) buiten hun eigen land profiteren van kwaliteitszorg – buurtgerichte gezondheidszorg, toegang tot hoogwaardige technologie en eerstehulpdiensten, enzovoort. En dat zonder de financiële of administratieve obstakels die vaak kleven aan medische zorg ´in het buitenland´. Dit is mogelijk dankzij drie door het OFBS gelanceerde Interreg-projecten waardoor een efficiënte samenwerking tot stand is gekomen tussen de regionale ziekenhuizen en de Franse en Belgische zorgverzekeraars.

Sinds 2008 en door de instelling van zones voor toegang tot grensoverschrijdende zorg (ZOAST), hebben meer dan 40 000 inwoners van het Frans-Belgische grensgebied de vruchten van deze samenwerking kunnen plukken.

De grensoverschrijdende samenwerking kan diverse vormen aannemen: zo heeft Maubeuge (FR) de afdeling oncologie behouden door een specialist uit Mons (BE) over te nemen. En gaan Fransen voor behandeling of bevalling naar het Universitair Ziekenhuis van Dinant (BE). Dat is maar 20 km terwijl ze voor het ziekenhuis van Charleville-Mézières (FR) 60 km zouden moeten afleggen.

Administratieve en juridische barrières opheffen

Aan deze samenwerking is heel wat werk door het OFBS voorafgegaan. Twee raamovereenkomsten en diverse conventies en uitvoerings- en evaluatiecommissies hebben ervoor gezorgd dat de administratieve, juridische en financiële barrières opgeheven die het gevolg waren van het bestaan van twee verschillende en alleen voor de eigen bevolking bestemde gezondheidszorgstelsels. Vooral door de bereidheid van de instanties op het vlak van beheer en financiën van de zorginstellingen en de medische hulpverleners konden deze verschillen uit de weg worden geruimd.

Voor Henri Lewalle, coördinator van deze projecten, is ´de huidige Frans-Belgische samenwerking op het vlak van de gezondheidszorg, wat betreft methodiek, een voorbeeld voor toekomstige beheerders van en potentiële deelnemers in samenwerkingsprojecten.´

Totale investeringen en bijdrage van de EU

De totale investering van de projecten ´Cosantran´, ´Cosanwalfran´ en ´Cosanvlaamsfran´ bedraagt respectievelijk 1 131 356 EUR, 783 086 EUR en 493 938 EUR. De bijdrage van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (FEDER) bedraagt respectievelijk 571 431 EUR, 394 543 EUR en 252 788 EUR voor de periode 2007-2013, in het kader van het programma ¨INTERREG IV Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen¨.