Science Flash For You

Voorts zullen Gelderland en Overijssel een leidende rol opnemen in een project over de digitale transitie op het vlak van gezondheidszorg, samen met Neder-Oostenrijk, Noord-Oost Roemenië en Slovenië.

“Science meets Regions” is een initiatief dat wordt ondersteund door het Europees Parlement en uitgevoerd door het JRC in nauw overleg met het Comité van de Regio’s. De participatieve events die in dit kader worden georganiseerd, brengen beleidsmakers en wetenschappers op lokaal en regionaal niveau bij elkaar om een cultuur van wetenschappelijk onderbouwde beleidsvorming te bevorderen en oplossingen voor de grote uitdagingen van onze tijd te bedenken – dit alles in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de Europese Commissie. In de huidige fase zijn 14 stedelijke en regionale administraties, alsmede 2 multiregionale netwerken, geselecteerd om een event te organiseren in de lente van 2022. Een tweede oproep tot het indienen van voorstellen volgt binnenkort.

In dichtbevolkte gebieden zoals Nederland dragen de emissies van het wegvervoer aanzienlijk bij tot de concentratie fijnstof. In Eindhoven is het percentage vervuiling dat wordt veroorzaakt door grensoverschrijdende bronnen bijzonder hoog.

Fijnstof PM_2,5 omvat zowel direct uitgestoten stof, rook, roet, pollen en bodemdeeltjes als deeltjes die direct in de atmosfeer worden gevormd. Dit fijnstof is schadelijk voor de gezondheid. In 2019 heeft het in de EU naar schatting zo’n 307 000 voortijdige overlijdens veroorzaakt.

De atlas geeft een gedetailleerd beeld van hoe de emissies van vervoer, landbouw, industrie, verwarming van woningen en scheepvaart de vervuiling met PM_2,5 beïnvloeden. Hij verduidelijkt ook de rol die steden, regio’s, lidstaten en de EU kunnen spelen bij de vermindering van luchtverontreiniging, omdat lokaal specifieke omstandigheden relevant zijn voor de opstelling van doeltreffende luchtkwaliteitsplannen. De resultaten zijn tot stand gekomen met behulp van Sherpa, een vereenvoudigd luchtkwaliteitsmodel dat het JRC heeft ontwikkeld.

De wereldwijde CO₂-emissies afkomstig van de verbranding van fossiele brandstoffen en aanverwante processen daalden in 2020 met 5,1 % door de coronapandemie. Van ’s werelds grootste uitstoters van CO₂ zijn alleen in China de emissies in 2020 toegenomen (+1,5 %), terwijl de cijfers voor alle andere landen dalen: in de EU-27 met 10,6 % – meer dan in de Verenigde Staten, Japan, India en Rusland.

De totale emissies van fossiele CO₂ in de EU-27 waren de laatste twintig jaar al gedaald. In 2019 lagen zij 23,2 % lager dan in 1990 en 20,7 % lager dan in 2005. Het aandeel van de EU-27 in de wereldwijde totale emissies daalde tussen 2015 en 2020 van 8,5 % tot 7,3 %.

In Edgar (Emissions Database for Global Atmospheric Research) zijn voor de periode van 1970 tot 2020 voor elk land van de wereld gegevens over emissies van fossiele CO₂ beschikbaar. Op de COP26 in Glasgow was het JRC co-organisator van elf nevenevenementen, lanceerde het nieuwe wetenschappelijke instrumenten en presenteerde het meerdere verslagen.

Drie van die branden, in de Deurnese Peel, De Meinweg en Moergestel, namen naar Nederlandse normen bijzonder grote proporties aan. De brand in de Deurnese Peel woedde in een Natura-2000-veengebied, een van de weinige overgebleven veengebieden van het land.

Volgens het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut was 2020, samen met 2014, het warmste jaar in het land sinds 1901. Het was het zevende zeer warme jaar op rij.

Na 2019, het ergste jaar tot nu toe, verliep 2020 voor de hele regio waarop het verslag betrekking heeft wat beter, maar de gegevens voor 2021 zijn opnieuw slecht. Toen het verslag werd gepubliceerd, was bijna een half miljoen hectare in vlammen opgegaan, waarvan 61 % in bossen die pas na jaren hersteld zullen zijn.

Hoewel de EU in 2021 haar capaciteit om landen bij te staan, met name bij de grote branden in het Middellandse Zeegebied, heeft versterkt, vormen branden een toenemende bedreiging, ook voor Centraal- en Noord-Europa. Meer dan negen op de tien natuurbranden in de EU worden veroorzaakt door menselijk handelen.

Het JRC levert een belangrijke bijdrage aan de beperking van het risico op natuurbranden in Europa en wereldwijd, via het Europees Bosbrandinformatiesysteem (Effis). Dit instrument ondersteunt het werk van de EU om natuurbranden te voorkomen, bossen in stand te houden, de biodiversiteit te herstellen en levens te redden. Voortbouwend op de biodiversiteitsstrategie van de EU, die deel uitmaakt van de Europese Green Deal, heeft de Commissie in juli de nieuwe EU-bosstrategie voor 2030 voorgesteld.

Thiëmo is een van de 18 experts die als ontwerpers, innovators, activisten en academici betrokken zijn bij het co-ontwerp van het Nieuw Europees Bauhaus. Hun inzichten vormen het kader voor drie transformaties die de activiteiten de komende maanden en jaren zullen sturen: transformatie van concrete locaties, van het milieu met het oog op innovatie, en van onze vooruitzichten en manier van denken.

In september stelde de Europese Commissie een mededeling over het Nieuw Europees Bauhaus vast – het resultaat van zes maanden overleg met duizenden mensen en organisaties binnen en buiten Europa. In de mededeling wordt het concept van het initiatief uiteengezet, naast diverse beleidsacties en financieringsmogelijkheden om het te realiseren. Het JRC is de dienst van de Commissie die de activiteiten van het Nieuw Europees Bauhaus coördineert.

Na jaren van economische verliezen vóór 2014 stegen de winsten tot 2016, een jaar met relatief hoge aanvoerprijzen en met grote aanlandingen in levend gewicht voor het grootste deel van de Nederlandse vloot, nl. de demersale vissers (die zich hoofdzakelijk op garnalen en platvis richten). Sinds 2017 blijft het aanvoergewicht dalen.

Volgens het jaarverslag over de EU-vissersvloot van 2021 bleef de vloot in 2019 globaal gezien winstgevend. In het verslag worden voor 2020 soortgelijke winstgevendheidsniveaus voorspeld, ondanks de effecten van de COVID-19-pandemie.

De vlootsegmenten in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, waar de meeste visbestanden op duurzame niveaus worden beheerd, behaalden betere economische prestaties dan de segmenten in de Middellandse Zee, de Baltische Zee en de Zwarte Zee, waar veel bestanden nog steeds worden overbevist. Deze resultaten tonen aan dat er een sterk verband is tussen duurzame visserij, economische prestatie, betere lonen en nieuwe kansen voor banen in onze kustgemeenschappen.

Het verslag bevat een overzicht van de structuur en de economische prestatie van de 22 kustvisserijvloten van de EU-lidstaten. Het kwam tot stand door een samenwerking tussen het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) en de Europese Commissie. In dit kader verstrekt en analyseert het JRC gegevens.

De laboratoria voor beoordeling van de prestatie van bouwmaterialen (Structural Materials Performance Assessment – SMPA) worden gebruikt voor de karakterisering van mechanische prestaties, levenscyclusbeoordeling en kwalificatie van bouwmaterialen voor nucleaire installaties van de huidige en de volgende generatie.

Het laboratorium voor microkarakterisering (Micro-Characterization Laboratory – MCL) is bestemd voor experimenteel onderzoek van materiaalprestaties wat de microstructuur en micromechanica betreft. Het lab biedt inzicht in het complexe verband tussen microstructuur, de tekortkomingen ervan en het mechanische gedrag van diverse componenten.

Het vloeibareloodlaboratorium (LIquid Lead LAboratory – LILLA) test de mechanische en corrosie-eigenschappen van materialen in vloeibaar lood met gecontroleerde gehaltes opgeloste zuurstof en bij temperaturen tot 650 °C.

Het Amalia-laboratorium (beoordeling van interne onderdelen van de reactorkern) tot slot biedt instrumenten om het effect van het milieu op de mechanische en corrosieprestatie te beoordelen. Daarbij gaat het onder meer om levenscyclusbeoordelingen en de kwalificatie van bouwmaterialen voor nucleaire installaties van de huidige en de volgende generatie.

https://ec.europa.eu/jrc/en/research-facility/open-access/relevance-driven/2021-1-rd-emma-smpa

https://ec.europa.eu/jrc/en/research-facility/open-access/relevance-driven/2021-1-rd-emma-lilla

https://ec.europa.eu/jrc/en/research-facility/open-access/relevance-driven/2021-1-rd-emma-mcl

https://ec.europa.eu/jrc/en/research-facility/open-access/relevance-driven/2021-1-rd-emma-amalia