Science Flash For You

Maar dat is niet het enige: in hetzelfde jaar is de stad ook opgenomen in de monitor van culturele en creatieve steden van de Europese Commissie, een instrument dat in 2017 bedacht en gelanceerd is door het JRC (Joint Research Centre - Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek) om het creatieve en culturele potentieel van Europese steden te vergelijken en te stimuleren.

Samen met Groningen, 's-Hertogenbosch, Maastricht en Leeuwarden is Amersfoort één van de culturele en creatieve Nederlandse steden met een bevolking tussen de 100.000 en 250.000 die geselecteerd en gerangschikt zijn in deze tweede editie van de monitor, die eind 2019 werd gepubliceerd. In totaal zijn nu elf Nederlandse steden in de monitor opgenomen.

Amsterdam staat op de zesde plaats van de 40 gerangschikte Europese steden met 500.000 tot één miljoen inwoners, terwijl Eindhoven op de zevende plaats staat van de 40 gerangschikte steden met 250.000 tot 500.000 inwoners. Eindhoven, de thuisstad van de Design Academy, staat op de eerste plaats van de Europese steden in die groep wat betreft intellectuele eigendom en innovatie.

Utrecht, gevolgd door Amsterdam, is de Nederlandse stad die de beste omgeving biedt voor culturele en creatieve activiteiten, voornamelijk door de kwaliteit van zijn bestuur. Bijzondere aandacht gaat uit naar het Center for Game Research en zijn missie om games in te zetten voor grote maatschappelijke uitdagingen.

Den Haag en Leiden zijn ook opgenomen in de monitor, terwijl Rotterdam de zesde positie bereikt voor culturele participatie van de steden met meer dan een miljoen inwoners.

Volgens het onderzoek zijn economische en sociaaldemografische factoren, zoals een vergrijzende bevolking, laag opleidingsniveau en laag inkomen, een betere verklaring voor de steun voor de plaatselijke anti-immigratiepartij dan de aanwezigheid van migranten.

In beide landen is in het verslag “Immigratie en vertrouwen in de EU” een consistente kloof tussen het stemgedrag van stedelijke gebieden en minder bevolkte gebieden aangetoond. De onderzoekers hebben in Italië en in Nederland geconstateerd dat meer mensen op partijen stemmen die voor migratiebeperking zijn, als de aanwezigheid van migranten samengaat met een relatief kleine bevolking of met lagere inkomens.

Verder werd in het verslag de houding van EU-burgers tegenover migratie en de EU onderzocht. Er wordt gekeken naar de voornamelijk negatieve houding met betrekking tot de daadwerkelijke aanwezigheid van migranten en andere sociaal-economische factoren op lokaal niveau. Meer bepaald wordt er in het verslag gekeken naar Eurobarometer-enquêtes en geografisch stemgedrag als indicatoren van onvrede over de EU en negatieve standpunten ten aanzien van immigratie.

De drie noordelijke provincies hebben een zeer levendige economie opgebouwd rond de productie van aardgas. Maar door klimaatverandering en een reeks aardbevingen die verband houden met de winning van aardgas heeft de Nederlandse regering besloten om uiterlijk in 2022 te stoppen met de aardgasproductie. Daarom zullen een groot aantal ondernemingen moeten overschakelen op andere activiteiten en zullen veel medewerkers hun functie zien veranderen of een nieuwe baan moeten gaan zoeken.

Het JRC is sinds begin 2019 betrokken bij het voorspellen van de effecten van deze overgang. Drie onderzoeken zijn toegespitst op de sociaal-economische effecten van de sluiting van de gasvelden in Groningen.

Tijdens het tweedaagse evenement in Leeuwarden heeft de directeur van het JRC, Piotr Szymanski, herhaald dat het JRC de regio kan en wil helpen deze uitdagingen aan te pakken, terwijl onderzoekers Hana Gerbelova en Dimitrios Pontikakis zich toespitsten op de gevolgen van de overgang en hoe deze kunnen worden aangepakt. Andere Europese steden die een vergelijkbare economische overgang hebben meegemaakt, zoals Heerlen (Nederland), Oulu (Finland) en Lille (Frankrijk), hebben bijgedragen aan de discussie.

Nederland is koploper in de wereld op het gebied van elektrisch vervoer en oplaadinfrastructuur. De samenwerking tussen het JRC en ElaadNL, een non-profitorganisatie die door Nederlandse distributiesysteembeheerders (DSB's) is opgericht om elektrische voertuigen en smart charging sneller te kunnen benutten en om de gevolgen van elektrische voertuigen op het net te onderzoeken, geeft Nederland een belangrijke adviserende rol op het gebied van elektrische mobiliteit in Europa.

Het JRC en het kennis- en informatiecentrum voor oplaadinfrastructuur en elektrische mobiliteit in Arnhem zullen gaan samenwerken op het gebied van smart charging, energiekwaliteit en interoperabiliteit. De standaardisering van oplaadsystemen binnen Europa is een belangrijke kwestie voor het JRC. ElaadNL heeft veel ervaring op dit gebied dankzij zijn betrokkenheid bij de ontwikkeling van laadprotocollen en testen die worden uitgevoerd in hun eigen testlab. De samenwerking zorgt ervoor dat de partijen gegevens kunnen uitwisselen, vooral over de infrastructuur voor het opladen van elektrische voertuigen, en toegang krijgen tot elkaars laboratoria en biedt vele andere mogelijkheden.

Het proefschrift is, samen met twee collegiaal getoetste publicaties, een van de resultaten van een samenwerkingsproject tussen het Nederlandse Ministerie van Defensie, de Nederlandse Defensieacademie, de TU Delft en de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO), waarvoor het JRC zijn onderzoeksinfrastructuur ter beschikking stelde.

Het HopLab is de grootste Hopkinson Bar ter wereld voor onderzoek naar gedrag van materialen en bouwcomponenten in verband met snelle dynamische belastingen, zoals door ontploffingen en inslagen. Het lab is meer dan 200 meter lang en is onderdeel van het Europees laboratorium voor de beoordeling van constructies (ELSA).

De groep achter het zogenaamde DIF-Adobeproject heeft de veiligheid en bescherming van adobegebouwen onderzocht, die wijdverspreid zijn in gebieden waar militaire operaties en gewapende conflicten zich afspelen. Hun ineenstorting leidt vaak tot verlies van mensenlevens en cultureel erfgoed.