1. Inleiding

Doorgaans hoeft u geen vracht te controleren of monsters te nemen op een vaartuig, maar als dit toch het geval is, zorg dan dat de kapitein, de bemanning en eventueel ander personeel in de buurt weten wat u van plan bent. Deze richtsnoeren zijn enkel bedoeld om u een overzicht te bieden van de veiligheidsgevaren waarmee u te maken kunt krijgen wanneer u op schepen en andere vaartuigen werkt.
Raadpleeg altijd uw nationale wetgeving en richtsnoeren.

Er moeten risicobeoordelingen en veilige praktijken op het werk beschikbaar zijn voor personeel dat op schepen of vaartuigen werkt.


1.1 Geschikte veiligheidsuitrusting

Veiligheidsuitrusting moet beschikbaar zijn en worden gedragen. Hieronder valt o.a. het volgende:

Als u zich in een besloten ruimte bevindt, hebt u extra gespecialiseerde uitrusting nodig (en moet u opgeleid zijn om dit te gebruiken), zoals:
Voor het gebruik van ademhalingstoestellen met perslucht moet u medische onderzoeken ondergaan, opleidings- en herhalingscursussen volgen.



2. Toegang tot vaartuigen

Deze afdeling bevat richtsnoeren om veilig aan boord te gaan van vaartuigen. Volgens de wetgeving moet de kapitein van een vaartuig veilige middelen ter beschikking stellen zodat iedereen die hiertoe bevoegd is aan en van boord van het schip kan gaan. Hieronder vallen douaneambtenaren die hun taken vervullen.

Toegang tot vaartuigen verloopt doorgaans via de buitenboordtrap of dienstbrug, die veilig moet zijn bevestigd. Als de dienstbrug boven water loopt, moeten er bovendien veiligheidsnetten zijn aangebracht.

Ga nooit aan boord van een vaartuig voordat u zeker bent dat dit veilig is. Ladders of dienstbruggen zijn vaak glad of bevroren. Antislipveiligheidsschoeisel vermindert het risico van een ongeluk, maar blijf voorzichtig, vooral als het donker is. Door beschermende handschoenen kunt u minder grip hebben, u moet dus extra voorzichtig zijn. Naast de onderstaande richtsnoeren moet u ook de afdeling over werken op hoogtes lezen.


2.1 Aan boord gaan vanaf de kade

Wanneer u aan boord gaat van een vaartuig vanaf de kade, moet u de daartoe beoogde buitenboordtrap of dienstbrug gebruiken. Controleer echter eerst het volgende:

2.2 Aan boord gaan vanaf een ander vaartuig

Aan boord gaan van een vaartuig vanaf een ander vaartuig kan bijzonder gevaarlijk zijn. Probeer dit indien mogelijk te vermijden. Probeer dit nooit als een van de vaartuigen in beweging is. Indien nodig moet normaliter het schip dat buitenboord ligt (d.w.z. het verst van het dok verwijderd) voor een veilige toegang tot het andere vaartuig zorgen. De enige uitzondering is wanneer de uitwatering van het vaartuig dat buitenboord ligt veel lager is (d.w.z. het dek ligt veel lager waardoor u zou moeten klimmen). In dat geval moet het vaartuig met de hoogste uitwatering voor veilige toegang zorgen. Hiervoor worden doorgaans touwladders gebruikt, maar dit is de enige situatie waarin deze mogen worden gebruikt voor toegang. Klim alleen op een touwladder als u werd voorgedaan hoe dit veilig te doen.

Denk eraan: draag altijd een reddingsvest wanneer u vanaf een vaartuig aan boord gaat van een ander en wees uiterst voorzichtig, vooral bij slecht weer.


2.3 Ladders gebruiken

Gebruik geen draagbare ladders voor toegang tot een vaartuig. Als u er om welke reden dan ook toch een moet gebruiken, moet deze goed gemonteerd, goed onderhouden en voldoende sterk zijn (ladders met de vermelding "voor huishoudelijk gebruik" mogen niet worden gebruikt). Neem bovendien de volgende voorzorgsmaatregelen:
Wees extra voorzichtig als u veiligheidskleding zoals een reddingsvest of stootpet draagt aangezien deze kunnen vasthaken tussen de sporten.


2.4 Personeelsvoertuigen

Soms worden personeelsvoertuigen gebruikt door personeel dat aan boord gaat van mobiele offshorebooreilanden. Dit zijn een van de gevaarlijkste toegangsmiddelen en mogen alleen worden gebruikt door mensen die een speciale opleiding hebben gekregen. De olie-industrie kan helpen om personeel op te leiden dat personeelsvoertuigen moet gebruiken. Alle werkzaamheden waarvoor personeelsvoertuigen moeten worden gebruikt, moeten goed gepland en gecontroleerd worden. Als u op deze manier aan boord van een mobiel offshorebooreiland moet, zorg dan voor het volgende:
Dit toegangsmiddel mag niet worden gebruik bij slecht weer (storm).



3. Werken aan boord

Een aantal gevaren doet zich op alle plaatsen van een vaartuig voor. Insecten zijn erg beweeglijk en u kunt ze nagenoeg overal tegenkomen. Er zijn gevallen bekend van ratten in de ruimen en mensen kunnen overal vuile zakdoeken laten vallen. Het is verboden deze aan te raken zonder handschoenen.

Uitrusting van het schip: probeer nooit boorduitrusting te controleren voordat u de verantwoordelijke hebt geraadpleegd. Door zonder kennis van zaken de veiligheidsuitrusting, navigatietoestellen of elektrische systemen te manipuleren, kunt u de zeewaardigheid van het vaarttuig beïnvloeden en de veiligheid van de passagiers en de bemanning in gevaar brengen.

Passagiersruimten en bemanningskwartieren: wees bij het doorzoeken van deze plaatsen voorzichtig voor scherpe voorwerpen die in de stoffering verborgen kunnen zitten. Als u veiligheidsuitrusting verplaatst, zoals reddingsvesten, moet u deze terugleggen voordat u het vaartuig verlaat.

Laadruimten en opbergkastjes: wees voorzichtig voor gevaarlijke chemische stoffen en uitrusting. Kijk eerst en vraag hulp van de bemanning als u niet zeker bent van de inhoud.

Toiletten: toiletten kunnen niet alleen potentiële gevaren voor de gezondheid opleveren, bijvoorbeeld weggeworpen injectiespuiten, maar ook bijtende en chemicaliënhoudende reinigingsmiddelen en ontsmettingsmiddelen bevatten. Als u deze plaatsen moet doorzoeken, draag dan de gepaste veiligheidskleding en -uitrusting, in het bijzonder handschoenen, en was uw handen onmiddellijk nadien.

Boordkeukens: elektrische kookvoorzieningen staan onder hoge spanning en kunnen uiterst heet zijn. Wees voorzichtig voor glasscherven, bv. in vuilniszakken en -bakken. Sommige vaartuigen zijn uitgerust met boordkeukenliften. Deze zijn bijzonder gevaarlijk en mogen niet worden gebruikt om toegang te verkrijgen.

Ruimen: ruimen kunnen bijzonder gevaarlijk zijn, vooral bij het laden of lossen. Vraag toestemming voordat u binnengaat. Draag gepaste veiligheidskleding en een veiligheidshelm. Wees uiterst voorzichtig aangezien de vracht tijdens de reis kan zijn verschoven, zeker bij zware zee. Sommige lading kan zuurstof absorberen of andere gassen afgeven. Bij twijfel over de atmosfeer in een laadruim moet er gasdetectieapparatuur worden gebruikt.

Denk eraan: raadpleeg uw nationale wetgeving en richtsnoeren wanneer u op dergelijke gevaarlijke plaatsen moet werken.


3.1 Welke gevaren zijn er?

Aan boord van vaartuigen kunnen zich uiteenlopende gevaren voordoen. Controleer en bemonster enkel vrachten op een vaartuig als er geen alternatief is. Om zich op bepaalde plaatsen te begeven is specifieke opleiding nodig. Begin nooit te werken zonder de kapitein van het vaartuig of de verantwoordelijke stuurman op de hoogte te brengen.

Hieronder volgen enkele van de voornaamste gevaren:

GevaarTegenmaatregel
Alleen werken: wanneer u alleen werkt, bestaat het gevaar dat u bekneld of gewond raakt en niet om hulp kunt roepen.Alleen werken: vermijd alleen werken, maar zorg als het toch moet voor goede communicatie met iemand die uw veiligheid moet controleren en breng altijd iemand anders op de hoogte van wat u van plan bent en waar u zich bevindt voordat u begint. Denk eraan uw radio te controleren voordat u het kantoor verlaat.
Verlichting: de kapitein van het vaartuig is er verantwoordelijk voor om voor adequate verlichting te zorgen, hoewel dit niet altijd mogelijk is.Verlichting: als er geen adequate verlichting is, bv. omdat er luiken of deuren openstaan, kunt u een geschikte veilige zaklamp of werklamp gebruiken.
Uitglijden en vallen: het dek van het vaartuig kan nat zijn of olie- of visresten bevatten, wat het risico van uitglijden verhoogt.Uitglijden en vallen: draag gepast antistatisch antislipschoeisel. Wees bijzonder voorzichtig in de buurt van machines op het dek, waar smeermiddelen kunnen worden gemorst of als u lekkende vracht vaststelt.
Machines: wanneer het vaartuig is aangelegd, kunnen er nog uiteenlopende machines draaien, zoals:
  • ventilatie-inrichtingen;
  • generatoren;
  • lieren;
  • vrachtmachines, zoals vorkheftrucks, kranen, transportbanden of liften.
Machines: blijf ver weg van bewegende machines en draag signaalkleding met hoge zichtbaarheid en een veiligheidshelm.
Denk eraan: het zicht van de operator kan beperkt zijn, vooral in het ruim. Volg alle aanwijzingen van officieren of de bemanning.
Denk eraan: in getijhavens moeten de meerlijnen mogelijk regelmatig worden bijgesteld aan de hand van lieren. Blijf ver weg van dergelijke werkzaamheden.
Asbest: moderne vaarschepen mogen geen gevaarlijk asbest bevatten, maar oudere vaartuigen kunnen asbest bevatten als brandwerend of isolerend materiaal.Asbest: wees bijzonder voorzichtig op oudere vaartuigen of vaartuigen die zijn ingeschreven in landen met minder strikte normen. Laat leidingbekleding of isolatie ongemoeid. Als u denkt dat er risico's zijn, verlaat dan onmiddellijk de ruimte en breng de kapitein op de hoogte.
Uitrusting van het schip: mogelijk wordt u veiligheidsuitrusting van het vaartuig aangeboden. Gebruik deze uitrusting echter alleen als u de desbetreffende opleiding hebt gevolgd en zeker bent dat deze goed werkt.Uitrusting van het schip: in principe is het niet nodig om door de kapitein van het vaartuig verstrekte uitrusting te gebruiken. Als het toch nodig blijkt, moet u altijd officiële uitrusting gebruiken en de desbetreffende opleiding hebben genoten.
Gekoelde opslag: gekoelde opslagruimten kunnen uitgerust zijn met automatische vergrendelingsmechanismen en de atmosfeer kan aangepast zijn om de goederen te bewaren. Vaak bedraagt de temperatuur -25 °C of minder.Gekoelde opslag:
  • Zorg dat er altijd iemand aan de andere kant van de deur aanwezig is om hulp te roepen als u moeilijkheden ondervindt.
  • Controleer dat er voldoende zuurstof aanwezig is en dat de gekoelde opslagruimte geen andere gevaarlijke gassen bevat voordat u binnengaat.
  • Draag isolerende kleding om u te beschermen tegen de koude.
  • Blijf niet te lang in de koelruimte zodat uw lichaamstemperatuur niet te veel daalt.
Contact met oliën en andere gemorste stoffen: mogelijk komt u gemorste olie of lekkende vracht tegen. De olie of vracht kan gevaarlijk zijn in het geval van contact of inademing.Contact met oliën en andere gemorste stoffen: als u een container met gemorste stoffen of lekken tegenkomt, ga dan na of de inhoud is aangeduid. Verlaat de ruimte onmiddellijk en breng de kapitein op de hoogte, tenzij een bevoegd persoon aangeeft dat het volkomen veilig is. Vermijd ter voorkoming huidreacties elk contact met gemorste stoffen, ook al worden ze als veilig beschouwd. Raadpleeg een arts als er symptomen verschijnen.
Denk eraan: zelfs chemische stoffen die op zich veilig zijn, kunnen in combinatie met andere chemische stoffen (of bij contact met waterdamp in de lucht) reageren en giftige dampen of voldoende hitte vrijgeven om verwondingen of brand te veroorzaken.
Overmatig lawaai: er kunnen veel luidruchtige machines aan het werk zijn op een vaartuig, ook al is het aangelegd, zoals:
  • ventilatie-inrichtingen;
  • generatoren;
  • lieren;
  • vrachtmachines, zoals vorkheftrucks, kranen, transportbanden of liften.
Overmatig lawaai: beoordeel altijd het risico en beperk uw blootstelling of gebruik oorbeschermers. Langdurige blootstelling, zelfs aan een matig geluidsniveau, kan gehoorschade veroorzaken.
Denk eraan: overmatig lawaai kan de communicatie verstoren en zorgen dat u zich niet bewust bent van andere gevaren.
Besloten ruimten: zoals eerder vermeld, kunnen besloten ruimten aan boord van schepen, waaronder:
  • ballasttanks,
  • opbergkastjes,
  • laadruimen en tanks, en
  • motor- en machinekamers
voor uiteenlopende gevaren zorgen, met inbegrip van giftige dampen en stoffen.
Besloten ruimten: betreed nooit besloten ruimten zonder de desbetreffende opleiding en de nodige uitrusting. Voer altijd een risicobeoordeling uit en vraag de kapitein of de verantwoordelijke stuurman toestemming voordat u besloten ruimten binnengaat.



Gelieve de wetgeving en de richtlijnen van uw nationale overheidsdiensten te raadplegen voor meer informatie.



De richtlijnen in deze afdeling zijn bedoeld als algemene herinnering aan de risico's die zich soms voordoen tijdens de onderzoeks- en monsternemingsprocedure en aan de veiligheidsapparatuur die u moet gebruiken en de voorzorgsmaatregelen die u moet treffen.


Herzieningen
Versie Datum Wijzigingen
1.0 12.10.2012 Eerste versie
1.1 10.02.2021 Current version