1. Inleiding
In deze afdeling komen enkel radioactieve goederen aan bod die worden vervoerd.
Er wordt geen rekening gehouden met de risico's die voortvloeien uit andere vormen van straling (bijvoorbeeld van voertuig- of bagagescanners of radarinstallaties in havens en luchthavens).
Waarschuwing: U mag nooit radioactieve materialen controleren of bemonsteren, tenzij u hiertoe speciaal bent opgeleid en bevoegd bent.
Raadpleeg altijd uw nationale richtsnoeren en procedures en doe steeds een beroep op deskundigen en specialisten wanneer u met radioactieve materialen te maken krijgt.
Deze richtsnoeren zijn bijgevolg beperkt tot de identificatie van radioactief materiaal en de procedures die u moet toepassen als u denkt dat goederen mogelijk fout zijn geëtiketteerd of naar aanleiding van een ongeluk of morsen.
Deze richtsnoeren vervangen uw nationale procedures in geen geval.
Het vervoer van radioactief materiaal wordt strikt gecontroleerd in overeenstemming met de voorschriften van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA).
Verordening (Euratom) nr. 1493/93 van de Raad heeft betrekking op het verkeer van radioactieve stoffen tussen lidstaten.
2. Verpakking
Er bestaan vier soorten goedgekeurde verpakkingen voor radioactieve materialen:
Vrijgestelde verpakkingen
Dit soort verpakking wordt gebruikt voor heel kleine hoeveelheden radioactief materiaal en hoeft niet te worden geëtiketteerd aan de buitenkant. Het hanteren van de ongeopende verpakking brengt geen gevaren met zich mee. Het radioactieve materiaal in de verpakking moet wel worden geëtiketteerd en zichtbaar zijn wanneer de verpakking wordt geopend. Bovendien moet het worden aangegeven op het vervoersdocument. Het ontwerp van de verpakking moet goedgekeurd zijn.
Industriële verpakkingen
Industriële verpakkingen worden gebruikt voor het vervoer van materiaal van geringe specifieke activiteit (LSA) of oppervlaktebesmette voorwerpen (SCO), bijvoorbeeld natuurlijke radioactieve ertsen met een lage radioactiviteit. Er zijn drie categorieën LSA-materiaal (LSA-I, LSA-II en LSA-III) en twee categorieën SCO-materiaal (SCO-I en SCO-II). Ofwel vertonen deze materialen een erg lage activiteit per eenheidsmassa ofwel bevindt het materiaal zich in een vorm die niet eenvoudig te verspreiden is. Sommige materialen in de categorie LSA-I en SCO-I kunnen onder bepaalde voorwaarden onverpakt worden vervoerd. In andere gevallen moet het ontwerp van de verpakkingen zijn goedgekeurd en moeten de verpakkingen worden geëtiketteerd zoals hieronder beschreven.
Verpakkingen van type A
Verpakkingen van type A zijn ontworpen om relatief kleine hoeveelheden radioactief materiaal veilig te vervoeren. Ze moeten bestand zijn tegen de normale ruwe behandeling die eigen is aan het internationale vervoer, zoals van voertuigen vallen, op de grond vallen, contact met scherpe voorwerpen, blootstelling aan regen of andere ladingen die er bovenop worden geplaatst. Verpakkingen van type A moeten worden gemarkeerd met "Type A" en geëtiketteerd zoals hieronder beschreven.
Verpakkingen van type B
Verpakkingen van type B worden gebruikt om grotere hoeveelheden radioactieve materialen te vervoeren en zijn ontworpen om bestand te zijn tegen de gevolgen van ernstige ongelukken. Het ontwerp van de verpakking moet worden getest op brandwerendheid, waterdichtheid en stootvastheid bij vallen op een hard oppervlak vanaf een hoogte van9 meter. Deze verpakkingen worden gebruikt om splijtstoffen, kernafval, radio-isotopen voor industriële radiografie en ander hoogactief materiaal te vervoeren. Verpakkingen van type B moeten worden gemarkeerd met "Type B" en geëtiketteerd zoals hieronder beschreven.
3. Etikettering
Verpakkingen van type A en type B worden ingedeeld en geëtiketteerd in drie categorieën. Deze hangen hoofdzakelijk af van de stralingsdosis aan het oppervlak van de verpakking:
- het etiket van categorie I heeft een volledig witte achtergrond;
- de etiketten van categorie II en III hebben een gele achtergrond en wijzen op hogere stralingsdoses aan het oppervlak.
Het etiket moet ook de transportindex (TI), een nummer van 1 tot 10, aangeven. De transportindex geeft de stralingsdosis op 1 meter van het oppervlak van het collo aan.
Stralingsdosis op 1 m in µSv/hr = Transportindex x 10
De naam of het chemische symbool van het radionuclide en de activiteit ervan moeten ook worden aangegeven op het etiket. LSA- en SCO-materialen moeten als dusdanig worden gemarkeerd.
Etiket/Categorie | Maximale stralingsdosis aan het oppervlak (µSv/hr) |
Maximale stralingsdosis op 1 m (µSv/hr) | Transportindex (TI) |
Wit-I | < 5 | - | 0 |
Geel-II | < 500 | < 10 | 0 - 1 |
Geel-III | < 2000 | < 100 | 1 - 10 |
4. Welke informatie moeten de vervoersdocumenten bevatten?
De vervoersdocumenten moeten de volgende informatie bevatten:
- vervoersaanduiding, met een algemene beschrijving van het materiaal;
- gevarenklasse 7, het door de VN aan radioactief materiaal toegekende nummer;
- omschrijving gevarenklasse, in dit geval "radioactief materiaal";
- identificatienummer, de letters UN gevolgd door een viercijferig nummer dat het volgende beschrijft:
- materiaal en de gevaren ervan;
- radionucliden in de verpakking;
- totale activiteit van het radioactieve materiaal;
- fysische en chemische verschijningsvorm van het radioactieve materiaal;
- categorie van etiket op de verpakking;
- Verpakking van type A of type B.
5. Wanneer mogen radioactieve verpakkingen per post worden vervoerd?
Sommige vrijgestelde verpakkingen mogen per post worden vervoerd als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- voorafgaande schriftelijke toestemming van de postdienst;
- de activiteit in de verpakking bedraagt minder dan één tiende van de activiteitsgrens voor "vrijgestelde verpakkingen";
- de verpakking is aan de buitenkant duidelijk gemarkeerd met de woorden:
"RADIOACTIEF MATERIAAL – Toegestane hoeveelheden voor vervoer per post".
6. Hoe zit het met verpakkingen waarvan wordt vermoed dat ze radioactief materiaal bevatten?
De meeste radioactieve verpakkingen zijn juist geëtiketteerd en gedocumenteerd. Sommige verpakkingen kunnen echter fout of helemaal niet zijn geëtiketteerd. Zoek in de bijgevoegde documentatie en op de etiketten naar woorden zoals "radioactief", "straling", "categorie geel-II" en "activiteit" en zoek het klaverbladsymbool voor straling op de verpakking. Ga als volgt te werk:
- open de verpakking niet of stop met de controle ervan;
- breng een duidelijk etiket met woorden "Gevaar – Mogelijk radioactief" aan op de verpakking;
- bewaar de verpakking in een goedgekeurde, gemarkeerde en aangewezen ruimte (of, als dit niet mogelijk is, sluit de container of het voertuig af en houd iedereen uit de onmiddellijke omgeving);
- probeer verdere informatie over de verzending te verkrijgen van de afzender/geadresseerde, m.a.w.:
- Wat bevat de verpakking?
- Welke categorie en soort vervoersetiket betreft het?
- Wat is de activiteit ervan?
- Welke soort radioactief materiaal is het?
- breng de volgens uw nationale procedures verantwoordelijke persoon op de hoogte.
7. Wie mag radioactieve verpakkingen controleren?
Wanneer mogelijk moet u interne controles van aangegeven radioactieve verpakkingen weigeren. Indien een controle toch nodig blijkt, breng de verpakking dan naar een aangewezen ruimte en:
- raadpleeg uw nationale procedures; en/of
- neem contact op met uw autoriteit voor stralingsbescherming.
Ga pas van start wanneer er een bevoegde stralingsfysicus aanwezig is.
8. Waar moeten radioactieve verpakkingen worden bewaard?
Alle radioactieve materialen die u tegenkomt, moeten worden bewaard in een aangewezen opslagruimte voor radioactief materiaal. Deze ruimte moet kunnen worden vergrendeld en worden aangeduid met gepaste tekens. In veel gevallen kan het nuttig zijn afspraken te maken om een deel van een specifiek voor radioactief materiaal bestemde opslagruimte van een expediteur te gebruiken. In dat geval moet ter bescherming van de bewijsketen een afzonderlijke, veilige ruimte worden afgebakend binnen in de opslagruimte.
Om veiligheidsredenen moet de som van de transportindexen (zie de bovenstaande tabel) van verpakkingen die in één enkele ruimte worden bewaard minder zijn dan vijftig.
9. Omgaan met beschadigde radioactieve verpakkingen
Als u vermoedt dat een verpakking met radioactief materiaal zodanig is beschadigd dat de radioactieve inhoud kan vrijkomen:
- raak het collo dan niet aan;
- zet de zone rond de verpakking af en houd iedereen uit de buurt;
- breng de volgens uw nationale procedures verantwoordelijke persoon op de hoogte.
Gelieve de wetgeving en de richtlijnen van uw nationale overheidsdiensten te raadplegen voor meer informatie.