Een hoge mate van voedselzekerheid
Geconfronteerd met de uitbraak van het coronavirus bewijst de agrovoedingssector van de Europese Unie zijn veerkracht en blijft hij de Europeanen voorzien van hoogwaardige, veilige levensmiddelen. Landbouwers en producenten krijgen echter te maken met moeilijkheden en toenemende druk.
De voedselzekerheid veiligstellen blijft een van de prioriteiten van de Europese Commissie. Zij staat dan ook in nauw contact met de EU-landen en sectorale organisaties om de situatie van dichtbij op te volgen.
Om alle betrokken actoren ondersteuning te bieden, heeft de Commissie de nodige maatregelen genomen.
Een efficiënte voedselvoorzieningsketen
“Green lanes” houden het voedselverkeer in heel Europa op gang
De Commissie werkt nauw samen met de EU-landen om te zorgen voor een goed functionerende eengemaakte markt voor goederen door het creëren van “green lanes”. Aan deze “green lanes”, die aan daartoe aangewezen belangrijke grensovergangen zijn ingesteld, duren de grenscontroles ten hoogste 15 minuten. Er is nu doorgang gegarandeerd voor alle goederen, met inbegrip van agrovoedingsproducten.
Seizoenarbeiders worden erkend als “essentiële werknemers” om steun voor de levensmiddelensector veilig te stellen
De Commissie heeft praktische richtsnoeren gepubliceerd om ervoor te zorgen dat mobiele werknemers in de EU die als essentieel worden beschouwd bij de bestrijding van de coronapandemie, hun werkplek kunnen bereiken. Vooral tijdens dit seizoen zijn seizoenarbeiders voor de landbouwsector van cruciaal belang, onmisbaar als ze zijn voor het oogsten, het planten of het verzorgen van gewassen.
Rechtstreekse steun voor landbouwers en plattelandsgebieden
-
200.000 euro
leningen of garanties voor operationele kosten
-
7000 euro per landbouwer
50.000 euro per mkb-bedrijf/kmo
-
70 % en 85 %
voorschotten op GLB-betalingen
-
tot 125.000 euro
voor staatssteun
Uitzonderlijke marktmaatregelen
Steun voor particuliere opslag
Om de markt de stabiliseren door het aanbod tijdelijk te verminderen, zal de Commissie steun verlenen voor de particuliere opslag van zuivelproducten (mageremelkpoeder, boter, kaas) en vleesproducten (rundvlees, schapen- en geitenvlees). Deze producten mogen tijdelijk – ten minste twee à drie maanden en hooguit vijf à zes maanden – uit de markt worden genomen.
Tijdelijke afwijking van de EU-mededingingsregels
Voor melk, bloemen en aardappelen zal de Commissie op grond van artikel 222 van de verordening inzake de gemeenschappelijke marktordening toestaan dat wordt afgeweken van bepaalde EU-mededingingsregels. Daardoor kunnen marktdeelnemers voor een periode van maximaal zes maanden zichzelf organiseren en op hun niveau marktmaatregelen uitvoeren. Zo mag de zuivelsector de melkproductie collectief plannen en mogen de bloemen- en de aardappelsector producten uit de markt nemen. Opslag door particuliere marktdeelnemers wordt eveneens toegestaan. De consumentenprijzen zullen nauwlettend in het oog worden gehouden om nadelige gevolgen te voorkomen.
Flexibele uitvoering van marktondersteuningsprogramma’s
De Commissie zal flexibiliteit toestaan bij de uitvoering van marktondersteuningsprogramma’s voor wijn, groenten en fruit, tafelolijven en olijfolie, producten van de bijenteelt, en bij de uitvoering van de EU-schoolregeling (voor melk en groenten en fruit). Deze flexibiliteit is bedoeld om het beschikbare aanbod in elke sector te beperken en zo het evenwicht op de markten te herstellen. Bovendien kunnen hierdoor de financieringsprioriteiten worden verlegd naar maatregelen voor crisisbeheer.
Flexibiliteit in het GLB
De landen en landbouwers in de EU worden geconfronteerd met praktische moeilijkheden om aan bepaalde voorschriften in het kader van het GLB te voldoen, en de Commissie wil helpen via een reeks concrete maatregelen.
Verlenging van de uiterste termijn voor GLB-betalingsaanvragen
De uiterste termijn wordt met een maand verlengd, zodat de landbouwers meer tijd krijgen om hun aanvragen voor zowel inkomenssteun als betalingen voor plattelandsontwikkeling in te vullen.
Minder controles ter plaatse op het landbouwbedrijf
De EU-lidstaten voeren controles uit om te kijken of aan de subsidiabiliteitsvoorwaarden is voldaan. In de huidige uitzonderlijke omstandigheden is het echter van cruciaal belang dat de fysieke contacten tussen de landbouwers en de inspecteurs tot een minimum worden beperkt. Deze maatregel zal de administratieve lasten helpen terugdringen en onnodige vertragingen voorkomen.