„De structuurfondsen zijn niet alleen geld. Zij zijn een signaal van Europese solidariteit.“ EP-lid Kerstin Westphal, die ook lid van het Comité voor regionale ontwikkeling van het Europees Parlement is, vertelt wat haar standpunten en verwachtingen zijn over de uitvoering en de effecten van de ESI-fondsen tot nu toe. Wat vindt u van de tenuitvoerlegging van de ESI-fondsen voor 2014-2020 tot nu toe? We zijn laat begonnen. Het eerste jaar van deze periode is, voor sommige
- 12 January 2018
„De structuurfondsen zijn niet alleen geld. Zij zijn een signaal van Europese solidariteit.“
EP-lid Kerstin Westphal, die ook lid van het Comité voor regionale ontwikkeling van het Europees Parlement is, vertelt wat haar standpunten en verwachtingen zijn over de uitvoering en de effecten van de ESI-fondsen tot nu toe.
Wat vindt u van de tenuitvoerlegging van de ESI-fondsen voor 2014-2020 tot nu toe?
We zijn laat begonnen. Het eerste jaar van deze periode is, voor sommige regio's althans, verloren gegaan. Ik denk dat de zaken sindsdien zijn versneld en op dit moment heb ik de indruk dat de tenuitvoerlegging goed verloopt. De fondsen komen daar terecht waar ze nodig zijn en er liggen grote projecten in het verschiet.
Ik denk dat het nog te vroeg is voor het grotere geheel, maar ik heb van mensen in het veld gehoord dat sommige vereenvoudigingsmaatregelen goed bevallen en dat de thematische concentratie effect heeft; dit betekent dat we echt op enkele belangrijke prioriteiten focussen.
Welke andere positieve effecten ziet u van de ESI-fondsen naast de financiële steun aan de lidstaten?
De structuurfondsen zijn niet alleen geld. Zij zijn een signaal van Europese solidariteit. Op het gebied van Europese territoriale samenwerking zie ik mensen uit verschillende landen samenwerken om hun regio's te versterken. En als ik denk aan regio's die hun CO2-uitstoot verminderen of banen scheppen, dan zien we dat goede ideeën worden ondersteund. Dat is wat ik zo geweldig vind aan de ESI-fondsen: ze helpen regio's creatief te zijn en zich daadwerkelijk voor de mensen in te zetten.
Een van de belangrijkste doelstellingen voor deze periode is zorgen voor een nauwe samenwerking tussen ESI-fondsen en het Europees Fonds voor strategische investeringen. Wat is uw mening over dit gezamenlijke werk en hoe kunnen we het beter doen?
Ik denk dat deze samenwerking zich aan het verbeteren is, ook met de zogenaamde „Omnibusverordening”. Ondanks hun zeer gelijkaardige namen hebben ESIF en EFSI echter verschillende benaderingen. Samenwerking tussen deze twee fondsen zou voor grotere projecten kunnen werken, maar mijn ervaring is dat vooral de ESI-fondsen in veel regio's echt helpen met kleine en middelgrote projecten ter plaatse. Als rapporteur van het Europees Parlement kan ik zeggen dat het Parlement niet wil dat het EFSI de strategische samenhang, territoriale concentratie en langetermijnperspectief van de programmering van het cohesiebeleid ondermijnt.
In de context van het komend meerjarig financieel kader wordt 2018 een belangrijk jaar voor het cohesiebeleid na 2020. Wat zijn uw verwachtingen over de toekomst van dit beleid?
Volgend jaar zal net als 2019 inderdaad een beslissend jaar zijn. Mijn verwachtingen beginnen met deze data: ik denk dat we een situatie als de vorige keer, toen veel operationele programma's te laat van start gingen, moeten zien te vermijden. Regio's moeten tijdig weten wat ze mogen verwachten.
Daarnaast vraag ik in mijn verslag voor het Europees Parlement om door te gaan met de vereenvoudiging. Met de groep op hoog niveau, die commissaris Creţu in het leven heeft geroepen, denk ik dat we op dit gebied echte verbeteringen kunnen bereiken. Ook het EP vraagt om meer flexibiliteit. Onze regio's moeten kunnen inspelen op nieuwe, onvoorziene uitdagingen die zich bijvoorbeeld in 2025 voordoen.
En tot slot: de feitelijke discussie over het toekomstige MFK en de ware woorden van commissaris Oettinger dat „er meer Europese taken met minder geld moeten worden aangepakt“ mogen niet tot een verzwakking van het cohesiebeleid leiden. Zoals ik al zei: ESI-fondsen zijn een symbool van solidariteit die regio's creatief maken. Dat moet, in alle Europese regio's, behouden blijven.
Panorama 63 - The Outermost Regions: joining forces across the EU